Schrijven met eilandkoorts

Ron Langenus is geen klinkende naam in de Vlaamse jeugdliteratuur, maar nu en dan komt hij met een verrassend boek op de proppen. Zolas De geheimen, een autobiografische roman over de gelijkenissen tussen een gemeenschap op de Blasketeilanden en een dorp in Mechelen.

De geheimen"Ierland, en vooral de Blasketeilanden zijn het mooiste wat er is. Maar er is uiteraard een groot verschil tussen ergens wonen of dat land bezoeken. Ierland heeft ook een heel donkere kant, zoals de absolute macht van priesters en bisschoppen, en de misbruiken die er onvermijdelijk uit voortvloeien."
   Toen Ton Langenus in 1982 vanop het schiereiland Dingle voor het eerst zicht kreeg op de Blasket Islands, was hij er op slag weg van. Het heeft nog een tijdje geduurd voor hij ze daadwerkelijk kon bereiken met een kleine boot.. Eenmaal je daar bent, zijn de stormen die kunnen opsteken werkelijk beangstigend, en ze kunnen je wekenlang verhinderen om terug te varen.
   Een tiental jaar geleden schreef hij zijn eerste boek over de Blaskets: De verdwijning. Maar door verdere studie van het onderwerp bleek een vervolg onafwendbaar. Langenus raakte in de ban van de eilanden, schreef de verhalen van de bewoners op, woonde wekenlang bij hen en maakte er vrienden.
   "Net als Simenon vind ik dat je niet de hele wereld moet rondreizen om alle facetten van de mensheid te verzamelen. Je vindt die evengoed terug in één enkel dorp." Langenus wisselt een documentaireachtige briefwisseling vanuit de eilanden af met het leven in een dorp bij Mechelen, ten tijde van de jeugdjaren van de schrijver. Zo zie je dat de besognes van mensen overal een beetje dezelfde zijn, maar dat eilandbewoners door hun natuurlijke isolatie veel mee op elkaar zijn aangewezen. Berichten uit de buitenwereld zijn schaars en gekleurd. Veel eilandbewoners trekken weg en gaan in Amerika werken, als Ierse immigranten die zich verenigen in Ierse wijken in grote steden.
   Ron Langenus vond een mooie manier om zijn eilandverhalen de lezer voor te schotelen. Een zekere Stephen, grootvader van de schrijver, heeft jarenlang een correspondentie met Ciaran, een man die hij ontmoette tijdens een bezoek aan Ierland. De briefwisseling dateert van vele jaren terug, en wordt door de ik-persoon gelezen na de dood van Gretta, Stephens vrouw. Zo gaat de verteller terug in de tijd en krijgt hij niet alleen zicht op het leven van de eilandbewoners, maar ook op een hem onbekende kant van z'n grootvader. We krijgen alleen de brieven van de Ier te lezen, en daaruit kun je opmaken dat Stephen veel interesse heeft voor mythes, tradities, leed en gewoontes van de eilandbewoners. Hij vraagt hen hoe hun leven zich afwikkelt. De antwoorden zijin vervolgverhalen, Ierse feuilletons over liefdesleven, migratie, armoede, politiek... in een heel gevoelige stijl. De vriendschap van de Ier voor zijn verre en eigenlijk nauwelijks bekende vriend is groot en warm. De brieven aan 'A chara' ('beste vriend') zijn van een onthutsende intensiteit en authenticiteit, helemaal in de stijl van de beste Ierse vertellers. Ron Langenus mag gerust zijn: hij is de grote verteller die hij graag wil zijn, hij sleept je heel overtuigend mee over de Noordzee naar een dorp waar de mist soms wekenlang niet optrekt.
   Het is dus Ron Langenus zelf die de brieven aan zijn grootvader leest en er zo achter komt dat "wij mensen allemaal alleen (zijn) met onze diepste Geheimen, die nooit verteld worden". Tussen twee brieven in krijgt de lezer een reflectie van de schrijver daarop. Hoe meer hij leest, hoe minder hij zich het hoofd breekt over de onbekende kant van zijn grootvader. Hij doet zijn eigen jeugd en eigen leefwereld uit de doeken, in dezelfde realistische stijl als die van de Ierse ik-persoon uit de brieven. Maar het leven van tieners in Mechelen, of uitweidingen over de visie van de auteur op de wereld, op opvoeding, op hippies, op eerste liefjes, noem maar op, grijpen veel minder aan. Het zijn vaak anekdotes en herinneringen die niet ter zake doen en veel te veel alleen maar getuigenissen zijn van een persoonlijk leven zonder toegevoegde waarde. De auteur is een beroepsverteller als het de verhalen van iemand anders betreft. Uit een veelheid van observaties en overleveringen stelt hij een prachtig verzonnen verhaal samen. Maar zijn eigen jeugd en bekommernissen kneden tot een verhaal dat meer doet dan platweg weergeven wat er aan de hand was, blijkt niet zo meteen te lukken. Vooral in de eerste helft van het boek zijn deze passages hinderlijk. Nadien komt alles op een spitsvondige manier samen: de familie van de ik-verteller is ooit naar de Verenigde Staten uitgeweken en is wel eens in Ierland beland. De auteur gaat dan graven in zijn familiegeschiedenis en ontdekt een roemrijk verleden met geheimen.
   Langenus wil verhalen vertellen, en hij deed dat al in een tiental heel uiteenlopende boeken. De geheimen is een boek "voor volwassenen en wat oudere jongeren". Maar hij debuteerde in 1987 met een prentenboek: Waar de zon ondergaat en kreeg daarvoor meteen de Boekenleeuw (prijs voor het beste Vlaamse jeugdboek). Daarna volgden sprookjesachtige verhalen zoals De verliefde prins (met tekeningen van Gerda Dendooven) en het recentere Paul in de piano. Langenus waagde zich evengoed aan detectiveverhalen. Misschien is zijn breedlopigheid wel de reden waarom hij redelijk onbekend bleef: " Het is niet lucratief om steeds voor andere doelgroepen te schrijven, maar daar trek ik me niets van aan. Ik wil steeds iets anders doen. Als ik het al eens gedaan heb, hoeft het niet nog eens. En wat echt belangrijk is: het boek moet voor 100 procent de bomen waard zijn die ervoor moeten sneuvelen." Zelf zegt hij geen grote lezer te zijn. Hij heeft een aantal favoriete auteurs wier vakmanschap hij bewondert en wier werk hij steeds herleest, zoals Maarten Toonder, John Steinbeck en Roald Dahl. "Allemaal niet bon ton, dat besef ik", voegt hij eraan toe. "Maar, zoals een Ier ooit tegen me zei, je moet alles drie keer lezen voor je er iets over kunt zeggen. Zo gaat dat ook met reizen. Ik ben nu al zo'n 40 keer naar Ierland geweest, maar nog steeds heb ik niet het gevoel het land echt te kennen. Mijn passie voor de Blaskets bestaat er dan ook in ze echt, grondig te leren kennen."

Belle Kuijken


Ron Langenus
De geheimen
Davidsfonds/Infodok, Leuven, 263 p., 14,75 €.
vanaf 13 jaar.


TerugCopyright ©  De  Morgen                     13 februari 2002.