Sylvia
vanden Heeden schreef een vervolg op haar adolescentenroman Sporen
(1998). In Takkeling verweeft ze, net als in het vorige boek, een kort
dierenverhaal met een relaas over het wel en wee van opgroeiende jongelui.
Geen jonge vossen, deze keer, maar een koppel steenuilen die een nest bouwen
onder het dak van het Ardense huis van Sandriens vader. Sandrien is bezeten
door natuur en beesten en houdt de uilen zorgvuldig in de gaten. Haar observaties
houdt ze bij in een logboek, dat met de onverwachte aankomst van hartsvriendin
Niek meer en meer op een dagboek gaat lijken. Niek is Sandriens tegenpool:
vlot, vrolijk en knap en omstuwd door de kerels. Sandrien, veeleer stil en
gesloten, weet nog maar weinig af van het volle leven, ook al kreeg ze met
de zelfmoord van haar moeder al een dosis misère mee. Dat Niek haar
vriend Mattis in vertrouwen neemt, maakt haar radeloos jaloers. Op het eind
van het boek komt de ware toedracht aan het licht. Niek wordt al jaren misbruikt
door haar oudere broer en kan dat verhaal niet kwijt aan haar ouders. Vanden
Heede spiegelt al die groeipijnen aan die van jonge vogels, takkelingen, die
dan wel nog niet kunnen vliegen zoals het hoort "maar wel in staat zijn
van tak naar tak te fladderen". Een mooi beeld. De twee vriendinnen komen
goed uit de verf. De zij-intriges zijn er soms wat veel aan en de dialogen
willen wel eens onnatuurlijk klinken.
Ook
een sequel is Wreed schoon van Kathleen Vereecken. Josephine is de
jongste dochter van de heldin uit Alle kleuren grijs (1997), waarin
het leven in de Gentse vlasspinnerijen aan het einde van de negentiende eeuw
boeiend werd opgeroepen. In Wreed schoon beschrijft Vereecken de euforie
van de naoorlogse jaren.
Gent, 1921. De verschrikkingen van de loopgravenoorlog hebben
plaats geruimd voor vrolijke verwachting. Vrouwen mogen stemmen, de arbeidsomstandigheden
in de weverij zijn verbeterd (betaalde vakantie en een vrije zondag), er is
tijd om te rolschaatsen en om te zwemmen in de Leie, de eerste automobiel
doet zijn intrede en er is de cinema met Rudolf Valentino, Mary Pickford en
Lillian Gish, die de toeschouwers van een betere wereld laten dromen. Je volgt
Josephine en haar vriendin Elodie op hun escapades en hun zoektocht naar een
"spekkenlief" dat in de bioscoop voor de nodige versnapering moet
zorgen. Maar de Grote OOrlog blijft woeden in de vreemde Victor. Josephine
raakt in de ban van zijn mysterieuze nostalgie en herkent in zijn verwarring
haar onuitgesproken herinneringen aan de eigen oorlog die ze jarenlang in
stilte moest voeren tegen "de ouwe", haar stiefvader, die zijn handen
niet thuis kon houden. Het boek geeft vooral een interessant tijdsbeeld, ook
al gebeurt dat soms wat nadrukkelijk informerend. Vereecken maakt van Fien
een boeiend personage: baldadige vrolijkheid moet de geheime kwetsuren camoufleren.
De plot blijft wag vaag aan het eind en de toch wel intrigerende Victor loopt
de mist in. De (Nederlandse) uitgever koos voor een Vlaams idioom met "ge"
en "gij", "allez" en "verdorie". Een moedig
besluit en meestal ook "wreed schoon", maar niet altijd consequent
doorgetrokken ("Ge moogt uw handjes er mooi (!) onder houden").
Er verschenen weer stapels fraai uitgegeven en interessante
boeken voor kinderen en jongelui die ook wel eens wat aan de weet willen komen.
Een korte selectie.
Michael Rosen is in Engeland een begrip in de kinderliteratuur.
Hij schrijft verhalen en poëzie, maakt daar ook radioprogramma's over
voor de BBC en is bovendien een Shakespeare-kenner. In een prachtig geïllustreerd
en gelay-out boek Shakespeare. Zijn werk en zijn leven maakte hij de
figuur van de man toegankelijk voor een jong publiek. Hij roept meteen ook
de tijd en de omgeving van de beroemde schrijver op en geeft een boeiend beeld
van wat toneel en theaterzalen in de Elizabethaanse periode voorstelden. Al
die informatie wordt uitvoerig geïllustreerd met citaten uit de belangrijkste
stukken. Rosen besteedt ook ruime aandacht aan de taal en de dramatische technieken.
Zo maakt hij een literaire analyse van scènes uit het derde bedrijf
van Romeo en Julia. Het blijft allemaal begrijpelijk en verteerbaar en toch
krijgen jeugdige lezers een goed inzicht in hoe literatuur kan werken. De
indrukwekkende tekeningen van Robert Ingpen geven het boek een extra dimensie
mee.
In
Kunst in de kijker krijgen kinderen een rondleiding in een imaginair
museum dat kunstwerken uit de hele geschiedenis van de schilderkunst bevat:
van de Egyptische Dodenboeken, de Byzantijnse mozaïeken, het middeleeuwse
getijdenboek van de hertog van Berry en een schilderij van Jan van Eyck, over
Arabische en Azteekse manuscripten, Bosch, Breugel, Teniers, Watteau, tot
Renoir, Ensor, Miro en de action-painting van Jackson Pollock. Het boek nodigt
kinderen uit om ook oog te hebben voor details: telkens worden in kleine medaillons
fragmenten uit een schilderij apart gezet, die de kijker dan weer in het betreffende
kunstwerk moet zien terug te vinden. Een boeiende kunstinitiatie, dus, met
voor de echte liefhebbers ook nog een overzicht van de grote kunststromingen.
Jammer alleen dat de kwaliteit van de reproducties niet zo overtuigend is.
Interactieve kunstbeleving dan weer
in Kunstdetective, een publicatie in samenwerking met de National Gallery
in Londen. De veiligheidsagent van het stadsmuseum schakelt jonge speurders
in om vervalste schilderijen in het museum op te sporen. Een aantal tips over
de vervalsersbendes en over hun typische signatuur helpen bij het vergelijken
van originelen uit de museumcatalogus met eventuele vervalste versies. Op
die manier moet elk detail op de schilderijen heel nauwkeurig worden bekeken.
En dat is natuurlijk ook de bedoeling. Een slimme aanpak van de makers van
het boek. De hele misdaadplot komt wel wat onwaarschijnlijk over.
Harriët
van Reek is een van die zeldzame kunstenaars die kunnen schrijven én
tekenen, allebei even goed, allebei het andere aanvullend. Met Bokje
maakte ze een vreemd, ondoorgrondelijk boek met weinig woorden die als écriture
automatique overkomen. Net zoals Bokje op de eerste bladzijde plots geboren
werd, gebeurt alles zomaar, pardoes. Bokje is steeds in het gezelschap van
Li, een onafscheidelijk vriendinnetje. Het zijn sprookjesachtige wezentjes
die in het bos wandelen of aan de waterkant zitten en schijnbaar kleine dingen
meemaken of onooglijke zaken observeren. Het decor is een winderig bos met
paddestoelen, een oude wilg die kan praten, een natte wei, de slootkant of
de duinen. Er gebeuren wonderlijke dingen. Nu eens hangen er dampende pannenkoeken
aan de takken, dan ontmoeten ze een dwerg die soep kookt van haar en schors.
Harriët van Reek schrijft verregaande verbeelding maar laat niets blijken
van enige verwondering over haar eigen fantasietjes. Een simpele doordeweekse
situatie is plots tovenarij. Het lijkt alsof van Reek verhaaltjes uit de mouw
schudt en ze zo laat liggen. Ze zijn mooi en steeds onaf, ze doen je fantasie
op hol slaan, ze spelen zich af in een niet-bestaande wereld. Soms zijn het
niemendalletjes die tot weinig verhevens leiden, soms ziijn het mooie kleine
plaatjes. Van Reek steekt heel wat humor in illustraties en tekst. Ik hou
vooral van haar tekeningen: een beetje naïeve, kleurrijke schetsen van
Bokje en Li in allerlei situaties. Bokje is prachtig uitgegeven, het
is een boek dat door z'n cover de aandacht tekt en ook binnenin blijft fascineren.
Martha
Heesen is en blijft een van de beste jeugdauteurs van dit ogenblik. Elk jaar
verschijnt een nieuw boek van haar hand, en elke keer weer slaagt ze erin
een ontegensprekelijk origineel verhaal te schrijven in een heel mooie en
verzorgde taal. Er loopt een rode draad door het oeuvre van Heesen; ze heeft
een duidelijke stempel. Nochtans doet die herkenbare Heesen-stijl niets af
van de originaliteit. Zoals meestal in haar boeken gaat het ook dit keer over
de relatie tussen een kind en zijn ouders, maar in Stekels gaat het
evengoed over kinderen onderling.
Het hoofdpersonage Stazie is een buitenbeentje dat wat pretentieus
overkomt. Tegen wil en dank wordt ze opgescheept met twee nichtjes waar ze
zich absoluut niet mee verwant voelt. Ze heeft slechts één ware
vriend, en dat is Adam. Adam praat al een tijdje niet meer. Dat moet je letterlijk
nemen, hij doet z'n mond niet open, thuis niet en op school niet. Adam is
een hoogbegaafde jongen die op weinig begrip kan rekenen. Stazie is de enige
tegen wie hij nog praat, maar omdat ze gedwongen wordt haar vrije tijd door
te brengen met haar twee nichtjes, kunnen ze elkaar minder zien. Haar moeder
vindt dat ze met meisjes moet omgaan.
Heesen legt hier de mechanismen van vriendschap bloot, analyseert
soorten relaties, tast verwachtingspatronen aan, toont aan hoe complex samenleven
is. "Als je iets echt niet wilt, zei Adam, dan doe je het niet."
Daar gaat Stekels voor een groot stuk over: over doen wat je wilt doen,
en hoe moeilijk dat soms is. Ook voor kinderen is het soms noodzakelijk over
te gaan tot drastische maatregelen en in het verweer te gaan door stekels
op te zetten.
Het
duo Harrie Geelen en Imme Dros komt met de regelmaat van een klok met nieuwe
boeken naar buiten. Geelen met z'n typische paginagrote schilderijtjes, Dros
met een fijne tekst, heel vaak op rijm. Harrie Geelen maakte in 1995 de illustraties
bij Beestenboel,
een verzameling kinderversjes van Annie M.G.Schmidt. Zijn interpretaties van
de lapjeskat of Dikkertje Dap zijn goed op weg om even onsterfelijk te worden
als de gestileerde lijntekeningen van Fiep Westendorps Jip en Jannekes. Imme
Dros is van alle markten thuis, en schreef al alle mogelijke genres voor diverse
leeftijdsgroepen. Zomaar was je geboren is een wiegelied voor een klein
kind en begint in de trant van een mythisch sprookje. Bij de periode voor
de geboorte, toen het kind nog 'een zeeman' was en zich kiplekker voelde in
haar eigen kleine zee. De geboorte is een ontnuchtering, Dros neemt het op
voor de immer huilende baby en vergelijkt haar verdriet met het heimwee dat
de zeeman heeft naar water als hij aan wal staat. Het boek biedt het nodige
gehalte aan troost. Het meisje wordt verteld dat ze later haar draai in deze
wereld wel zal vinden, want eens zal ze kunnen "varen op de zee van de
taal".
Zomaar was je geboren is een zeer fijnzinnig klein
boekje zonder pretenties, dat zich gemakkelijk laat herlezen, wegens de mooie
muzikale taal, de knappe beeldspraak en niet het minst wegens de dieper liggende
betekenissen.
Kerstmis
met muis is een flapuitboek met glimmers van Lucy Cousins. Iedereen kent
nu zo stilaan Muis met haar vriendelijke snuit en roze snorharen. Zowat het
ganse kleuterrepertoire is al aan bod gekomen in de boekjes van Cousins. Hier
krijgt Muis het gezelschap van een twietend roodborstje en gaat aan de slag
met koekjes en cadeaus. Om de kerstsfeer extra te benadrukken zit het boek
vol glimmende kleureffecten. Aan het eind lijkt het wel of er echt lichtjes
in de kerstboom zitten.
Niks is zo gek of je kunt het maken.
Dat is de stelling van Meneer Papier, die zijn wereldje lekker zelf bij elkaar
knipt. Meneer Papier gaat wandelen van Elvis Peeters en Gerda Dendooven
is een wat absurditisch collageverhaal over een meneertje dat er de hele dag
op uit trekt met een schaar en wat kranten. Als hij 's morgens wakker wordt
en het warm heeft schildert hij zich twee rode wangen en een lekker fris truitje.
Dan knipt hij een broek en gaat een eindje wandelen. Alles waar hij zin in
heeft, wordt met een knipbeurt te voorschijn getoverd: een hond, en een stok
om met de hond te spelen, wat vlinders om de hond bezig te houden als hij
moe wordt, een bloem waar de vlinders op kunnen zitten, enzovoort. Wanneer
hij 's avonds blij gemutst onder de lakens kruipt is heel zijn stapeltje kranten
gerecycleerd.
In de donkerste maand van het jaar wil
een boek over de maan de minder dapperen wel eens helpen. De maan gaat
altijd met je mee van Tamara Bos en Barbara de Wolf is een prettig getekend
verhaal over Daan die niet van donker houdt. Dat blijkt al snel als hij 's
avonds zijn fiets moet binnenzetten in de schuur. In de tuin zitten natuurlijk
dinosaurussen en heksen en spinnen. Gelukkig heeft de maan het licht voor
hem aangedaan. Nog leuker is dat de maan hem helemaal met het vliegtuig naar
het eiland van opa volgt. En dat de zon is meegekomen.
Wie meer van voorlezen dan van prenten
houdt en kleine vriendjes in familie of vriendenkring een leuk cadeau wil
geven, kijkt uit naar Knofje van Burny Bos. Een bundeling van grappige
verhaaltjes over de kleuter Jacqueline, die iedereen Knofje noemt. De verhalen
zijn ondertussen al 20 jaar oud maar lezen nog altijd lekker. Ook kerstmis
en oudejaar komen aan bod, met een dikke boom vol chokoladekransjes met spinnenpoten.
![]() Sylvia vanden Heede Takkeling Lannoo, Tielt, 141 p., 11,95 € vanaf 13 jaar. |
![]() Michael Rosen Robert Ingpen Shakespeare. Zijn werk en zijn leven Bakermat, Mechelen, 96 p., 14,74 € |
![]() Anna Nilsen Kunstdetective Bakermat, Mechelen, 48 p., 15,94 € vanaf 8 jaar. |
![]() Kathleen Vereecken Wreed schoon Querido, Amsterdam, 107 p., 11,95 € vanaf 12 jaar. |
![]() Harriet van Reek Bokje Querido, Amsterdam, 40 p., 11,95 € vanaf 6 jaar. |
![]() Martha Heesen Stekels Querido, Amsterdam, 88 p., 11,95 € vanaf 10 jaar. |
![]() Claire D'Harcourt Kunst in de kijker Lemniscaat, Rotterdam, 63 p., 22,51 € vanaf 6 jaar. |
![]() Imme Dros Harrie Geelen Zomaar was je geboren Querido, Amsterdam, 32 p., 11,95 € vanaf 4 jaar. |
![]() Lucy Cousins Kerstmis met muis Leopold, Amsterdam, 18 p., 17,32 € vanaf 3 jaar. |
![]() Elvis Peeters Gerda Dendooven Meneer Papier gaat uit wandelen De Eenhoorn, Wielsbeke, 28 p., 12,20 € vanaf 3 jaar. |
![]() Tamara Bos Barbara De Wolf De maan gaat altijd met me mee Klaproos, Hilversum, 36 p., 12,64 € vanaf 3 jaar. |
![]() Burny Bos Knofje Big Balloon, Heemstede, 60 p., 9,89 € vanaf 3 jaar. |