Winnie
de Poeh en Het huis in het Poeh-hoekje doen het nu, na vijfenzeventig
jaar, nog altijd bij kinderen én volwassenen. Er is zelfs een heuse
wereldwijde Poeh-cultus ontstaan. In het Nederlandse taalgebied was het Nienke
van Nichtum die in 1929 de eerste vertaling (of hervertelling) van de avonturen
van onze Beer met Heel Weinig Hersenen mocht leveren. Van deze eerste uitgave
verscheen nu een facsimile, met de originele zwartwittekeningen van Ernst
Shepard. Voor wie vertrouwd is met de veel latere vertaling van Mies Bouhuys
(1986) is het prettig om deze twee versies naast elkaar te leggen. De laatste
is uiteraard veel vlotter en hedendaagser geschreven, maar toch valt ook de
meer dan zeventig jaar oude tekst van Van Nichtum op door een soepele humoristische
stijl en goedgevonden neologismen. Het moet inderdaad in een tijd van calvinistisch
geïnspireerd stijf Nederlands geen sinecure geweest zijn om het Punch-Engels
vol dubbele bodems van Milne om te zetten in soepele taal.
Zomaar een fragment (versie van Van Nichtum): "Eindelijk
hief hij wanhopig zijn kop op, met pot en al, en maakte een vreemd en brullend
geluid van Droefheid en Wanhoop..., en juist op dát ogenblik keek Knorretje
over de rand van de Put. 'Help! Help!' gilde Knorretje, 'een Flipperdeflap!
Een gruwelijke Flipperdeflap!' en hij holde weg zo hard hij maar kon, aldoor
luid gillende: ''Help! Help! Een flipperlijke Flipperdeflap! Flip, Flap! Een
Flappelijke Flopperdeflip!' en hij hield niet eerder op met hollen en met
gillen, dan toen hij voor het huis van Janneman Robinson stond."
(Versie
van Bouhuys): "Tenslotte hief hij zijn kop met pot en al op en liet een
vreselijk gebrul van Woede en Wanhoop horen... en net op dat ogenblik keek
Knorretje over de rand. 'Help! Help!' riep Knorretje, 'Een Klontemiggel, een
Gruwelijke Klontemiggel!' en hij maakte dat hij wegkwam, al maar schreeuwend:
'Help! Help! Een Kluwelijke kluwemiggel! Een... een... Een miggele Grontekluw...
Een...' en hij holde en schreeuwde maar door tot hij bij het huis van Cristopher
Robin was."
Milnes Poeh-boeken zijn subliem, omdat hij erin slaagt kinderlogica
te brengen op een bijzonder respectvolle manier, met humor en verwondering,
en met een scherp en soepel taalgevoel. Zijn zesjarige zoon kan de grote steun
en teoverlaat zijn van zijn malle ouwe beer, die zoals elke kleuter zijn eigen
woordjes fabriceert en zijn grenzen verkent: "'Op expotitie!' zei Poeh
opgewonden, 'daar ben ik nog nooit op geweest, als je 't mij vraagt. En waar
gaan we op die expotitie naar toe?' 'Ex-pe-di-tie, malle ouwe Beer. Met een
X erin!' 'O', zei Poeh, 'ik snap het.' Maar eigenlijk snapte hij er niks van.
'We gaan de Noordpool ontdekken.' 'O', zei Poeh weer, 'wat ís de Noordpool?',
vroeg hij. 'Gewoon iets dat je ontdekken moet', zei Christopher Robin vlug,
want hij wist het zelf ook niet precies. 'Jaja, ik snap het', zei Poeh, 'en
zijn beren daar goed in, in het ontdekken van zoiets?'"
A.A.Milne
was naast columnist ook toneelschrijver. Zijn verhalen ziijn niet erg beschrijvend,
maar vooral sterk in de dialogen. De knuffelbeesten van Christopher Robin
- de eigenwijze Poeh en het bange Knorretje, de altijd treurige Iejoor en
het springerige Teigetje, zijn via de pen van zijn vader uitgegroeid tot archetypen
in de literatuur. De figuren zijn echt gaan leven, niet alleen door hun verwonderde
en wat dommige humor, maar zeker ook door de niet te evenaren manier waarop
Punch-collega en illustrator E.H.Shepard ze heeft neergezet.
Hij heeft aan de tekst met zijn guitige karaktertekeningen
een nieuwe dimensie toegevoegd. Poeh is, hoewel Milne gevraagd had zo realistisch
mogelijk te tekenen, een heel andere beer geworden dan de originele Poeh-knuffel.
Volgens Christopher Milne, en daar zou hij wel eens gelijk kunnen hebben,
zit het geheim in de plaatsing van het oog. Uit die stip lees je heel het
karakter af van de goedgemutste Beer met een Heel Klein Verstand.
De
samenwerking tussen Milne en Shepard is altijd vrij oppervlakkig gebleven.
Toch hebben ze elkaar blijkbaar vlekkeloos aangevoeld. Het Poeh-repertoire
is eindeloos, afgezien van de originele boeken. De voorbije jaren zijn er
op basis van de tekeningen en de uitspraken van Poeh en zijn vriendjes allerlei
afgeleiden ontstaan, zoals een kookboek (met veel honing), een 'fitness'-boek
(Tra-la-la, tiedel-diedel), geschenkboekjes (zoals De tao van Poeh,
Iejoor, het kleine boek van kommer en kwel, Teigete, het kleine
boek van optimisme) en allerhande babyboeken. Ter gelegenheid van de vijfenzeventigste
verjaardag van Poeh is daar nu ook een achtergrondboek bijgekomen met onder
meer veel foto's, het levensverhaal van vader en zoon Milne en van Poeh-beer,
achtergrondinfo over 'Poehbridge' en het hele merchandising-verhaal. Ook de
foto van de totaal versleten originele knuffels, die in The New York Library
te bewonderen zijn. En de uitspraak van Christopher Robin: " 'Poeh...
beloof je me, dat je me niet vergeet. Nooit. Zelfs niet als ik honderd word.'
Poeh dacht even na. 'Hoe oud ben ik dan?' 'Negenennegentig.' "
A.A.Milne
Winnie de Poeh (facsimile)
Van Goor, Amsterdam, 180 p., 458 fr.
kleuters.
A.A.Milne
Iejoor, het kleine boek van kommer en kwel
Van Goor, Amsterdam, 94 p., 145 fr.
kleuters.
A.A.Milne
Het abc van Poeh
Van Goor, Amsterdam, 60 p., 182 fr.
kleuters.
A.A.Milne
Feest voor Poeh
Van Goor, Amsterdam, 10 p., 363 fr.
kleuters.
Brian Sibley
Waar Poeh vandaan kwam
Van Goor, Amsterdam, 127 p., 726 fr.
kleuters.