Door alle narigheid in de wereld heen

Het zwarte slikSuccesvolle auteurs die een aantal indrukwekkende romans op hun actief hebben, hebben een groot nadeel. Elk nieuw boek moet diezelfde grandeur hebben, telkens opnieuw. Een iets minder goed boek stelt meteen teleur, en dat vaak alleen maar omdat het wat bleker is dan de voorgaande werken.
   Zo vind ik Het zwarte slik van de Britse auteur David Almond tegen alle verwachtingen in een weinig inspirerend boek. De schaduw van Skellig en De wildernis waren de prachtige voorgangers, dit derde boek komt me stunteliger en koeler voor. Het verhaal is wel intrigerend: enkele weeskinderen vluchten weg uit een tehuis met een vlot. Ze varen ermee een stinkende rivier op die haar weg zoekt tussen verlaten industrieterreinen. Ze raken vast in zwart slik en worden er opgevist door Opi en Sterre, het meisje waar het ganse verhaal om draait. Zij is net als de andere kinderen 'beschadigd', dat wil zeggen gekwetst door het leven, losgerukt van een beschermend gezin. Alles baadt in een wonderlijke, surrealistische sfeer, die vaak angstaanjagend is. Het zwarte slik is bij momenten echt rauw en bikkelhard. De kinderen zijn opgegroeid in weinig opbeurende omstandigheden en tonen zich wantrouwig ten opzichte van volwassenen én ten opzichte van hun toekomst. Opi is een gestoorde nachtwaker, die na de sluiting van de fabrieken op het terrein is gebleven en zich bezighoudt met het opgraven van 'schatten' uit het slik. Hij houdt Sterre, de schipbreukelinge die hij gevonden heeft, gevangen. De kinderen beleven niet alleen een oerspannen avontuur, maar ontdekken ook zin en liefde in hun leven .
    Net als voorgaande boeken speelt dit verhaal zich af in een droomwereld. Er huizen vreemde creaturen en er gebeuren onmogelijke dingen, wat vreemd is omdat de realiteit heel de tijd niet ver af is. Letterlijk zelfs: Opi probeert een schijnwereld hoog te houden, maar aan de overkant van het slik zien de kinderen, al is het dan van ver, de echte wereld. Die van wandelende gezinnen en fietsende kinderen, een wereld die Opi hardnekkig als verderfelijk blijft bestempelen.
   Het zwarte slik fascineert, maar is voor mij net iets te stroef. Het verhaal is duidelijk heel erg goed overdacht, en lijkt me niet vlot genoeg uit de pen gelopen. Bij momenten grijpt het echt aan, bijvoorbeeld wanneer de verteller haar overleden moeder oproept, als middel tegen de eenzaamheid. Maar de verschijning van de engelachtige, naïeve Sterre is dan weer aan de flauwe kant. David Almond blijft een absolute topauteur: ik raad iedereen z'n boeken aan, maar Het zwarte slik ontroerde me een pak minder dan de vorige twee.

Heksendochter   Celia Rees is een andere, hier wat minder bekende Britse auteur, die naast schrijven ook nog lesgeeft. Zij begon met verhalen te vertellen aan haar leerlingen, en merkte daarbij dat de kinderen het liefst spannende verhalen horen. In 1993 verscheen haar eerste thriller voor tieners. Haar recente boek, Heksendochter, is dan wel spannend en avontuurlijk, maar heeft met een thriller niet veel meer te maken. Het gaat over een meisje wier grootmoeder midden in de zeventiende eeuw op de brandstapel sterft wegens hekserij. De kleindochter Mary vlucht, want ze heeft te lang bij haar grootmoeder geleefd om niet van dezelfde misdaad verdacht te worden. Ze trekt naar Noord-Amerika en houdt een dagboek bij, dat ze (uit angst om toch nog vervolgd te worden) in een lappendeken naait. Mooie vondst is dat van de auteur, en het lijkt aan het begin van het boek wel alsof dit uitgangspunt gebaseerd is op een waar verhaal. Niet dus. Celia Rees neemt de lezer op dit punt mooi in de maling. Ook in Amerika, waar de Britten een eigen nest moeten bouwen, stikken in het isolement en met weinig middelen moeten leven, blijft Mary zichzelf. Ze is ongehoord koppig en maakt het zichzelf daardoor niet makkelijk. Ze zoekt contact met de indianen, iets wat sowieso uit den boze en gevaarlijk is volgens de inwijkelingen. Maar bij hen voelt Mary zich meer thuis, daar kan ze de natuurkrachten op zich af laten komen, en is het bovennatuurlijke niet abnormaal.
   Heksendochter is mooi en evenwichtig, en bovendien erg overtuigend. Celia Rees tekent het nieuwe leven van de uitgeweken Engelsen heel knap tot in detail. Het hoofdpersonage Mary is een meisje waar iedereen sympathie voor heeft, vooral wegens haar eigengereidheid. De auteur zegt in een interview dat ze met dit boek in de eerste plaats een ijzersterk verhaal heeft willen neerschrijven. Maar ze voegt eraan toe dat schrijven voor jongeren en kinderen wel degelijk een niet te onderschatten verantwoordelijkheid inhoudt, en dat je als jeugdauteur meer moet doen dan alleen maar je verhaal vertellen. "Het kan altijd zijn dat jonge lezers nog niet rijp genoeg zijn voor bepaalde dingen. Toch wil ik allerlei zaken in m'n verhaal stoppen waarvan ik wil dat tieners op de hoogte zijn. Maar je moet het voorzichtig aanbrengen. Ik hoop dat mijn lezers de wereld iets beter begrijpen door mijn boeken."
   Dit soort discussies (mogen jeugdauteurs gewoon hun ding doen, of moeten ze expliciet rekening houden met hun lezerspubliek?) zijn al een tijdje aan de gang. Britten hechten over het algemeen nog veel belang aan het opvoedkundige aspect van boeken, aan het sturen en voeden. Celia Rees dus ook, David Almond naar mijn mening minder. Zijn boeken zijn donker, hoewel het einde tot nu toe steeds de belofte van hoop inhield.
   Heksendochter is oorspronkelijk onder de titel Witch Child uitgekomen bij Bloomsbury, de uitgeverij die ook de Harry Potter-reeks in haar fondsenlijst heeft. Volgens de uitgever is Heksendochter een geduchte concurrent voor Harry Potter. De spannende, vlot leesbare stijl heeft daar zeker veel mee te maken. En Britten houden van sequels. J.K.Rowling belooft zeven delen van Harry Potter, Celia Rees schrijft alvast ook een vervolg. Kwestie van dat moeilijk te overtuigen lezerspubliek van rond de twaalf vast te houden.

Belle Kuijken


David Almond
Het zwarte slik
Querido, Amsterdam, 166 p., 549 fr.
vanaf 12 jaar.

Celia Rees
Heksendochter
Van Goor, Amsterdam, 209 p., 595 fr.
vanaf 12 jaar.


TerugCopyright ©  De  Morgen                     14 augustus 2001.