Leren
slapen is voor kleine kinderen een hele opgave. Tenminste als dat moet gebeuren
op het tijdstip dat je ouders voor je hebben uitgekozen, en dat is altijd
te vroeg. Zeker in de zomer, wanneer de vogels nog lang fluiten en de wereld
vol spannende geuren en geluiden zit. Ouders trekken zich dan ook de haren
uit het hoofd als voor de tiende keer de smeekbede klinkt: "Ik kan niet
slapen, papa!" Een van de beroemdste prentenboeken hierover is Welterusten,
Kleine Beer van Martin Waddell en Barbara Firth, een verhaal uit 1988
dat sindsdien de wereld is rondgegaan. Na de vierde oplage in ons taalgebied
is een feestelijke editie verschenen, waarin naast het slaapverhaal nog vier
andere avonturen van Grote en Kleine Beer gebundeld zijn. De situaties zijn
heel herkenbaar. Kleine Beer is de eigenwijze kleuter die volhoudt in zijn
angst, durf of zotternij. Grote Beer weet daar echter bijzonder zacht en zorgzaam
mee om te gaan. Hij verliest nooit zijn geduld, en gaat rustig mee in de voetstapjes
van Kleine Beer. Is het beertje bang van het donker, dan haalt papa een steeds
grotere lantaarn. Als ook dat niet helpt omdat de duisternis buiten angst
inboezemt, neemt Grote Beer zijn kleintje mee de donkere nacht in en gaan
ze samen kijken naar de volle maan. In 'Ga je mee, Kleine Beer?' hoort het
beertje een heleboel geluiden in het bos. Grote Beer legt telkens uit waar
het geluid vandaan komt, zodat het gezellig bij de wandeling gaat horen en
de angst plaatsmaakt voor veiligheid, vlak bij de zachte haren van papa's
pels.
Beertjes zijn voortdurend druk in de weer, dat blijkt uit
'Jij en ik, Kleine Beer'. Kleine Beer wil spelen, maar Grote Beer heeft nog
een heleboel te doen. Gelukkig vinden kleuters het nog interessant als ze
hierbij mogen helpen. Dus gaan ze samen hout sprokkelen, water halen en opruimen.
Wanneer Grote Beer dan nog steeds niet klaar is, gaat het kleintje maar in
zijn eentje buitelen en aan de takken zwieren. Dat papa ondertussen in slaap
is gevallen, deert hem niet. Tijd om verstoppertje te spelen!
Beertjes mogen dan wel eens bang zijn, ze gaan ook heel
dapper op avontuur. Dan is het goed een sterke berenpapa mee te hebben die
je voor ongelukjes behoed. 'Goed zo, Kleine Beer' begint als volgt: "Op
een dag zei Kleine Beer: 'Ik trek de wijde wereld in.' Grote Beer liep mee,
voor de gezelligheid." Beertje klimt om een rotsblok, hangt aan een zwieptak
en stapt op dikke stenen de rivier over. Telkens - ook dat is voor ouders
herkenbaar - reikt zijn ambitie net iets hoger dan zijn kunnen. Gelukkig hebben
grote beren een extra zintuig voor dit soort waaghalzerij en zorgen zij op
tijd voor een zachte landing. Leuk is dat Grote Beer zijn kleintje de ruimte
geeft om zich groot te voelen.
Wanneer Kleine Beer na een sprongetje op één
been in het ondiepe water van de rivier is gegleden en van zijn schrik is
bekomen in de armen van papa, neemt hij opnieuw het heft in handen: "Kom,
we gaan nóg een stukje de wijde wereld in', zei Grote Beer. 'Aan de
overkant van het water'. 'Goed', zei Kleine Beer 'maar we moeten voorzichtig
lopen! Die ene steen daar is heel glad. Ik ga wel vóór.' 'Goed
zo, Kleine Beer', zei Grote Beer."
De berenboeken van Martin Waddell en Barbara Firth zijn
meermaals bekroond en blijven in al hun eenvoud ontroeren. Firth werkt in
haar prentenboeken veel met pastelkleuren. Zelfs het donker van de nacht is
prachtig blauw.
Ontelbare
boeken over beren moeten er in Groot-Brittannië al verschenen zijn. Zo
ook En nu lekker slapen, Sam! van Amy Hest en Anita Jeram. Ook het
beertje Sam moet op tijd zijn bedje in. Buiten danst de wind. Mama wil hem
welterusten wensen, maar krijgt hem zomaar niet onder de lakens. " 'En
nu lekker slapen, Sam!' 'Nee hoor', zegt Sam. 'Je bent nog iets vergeten.'
" Mama Beer leest zijn lievelingsboek voor. Nog is Sam niet tevreden.
Ze maakt een warm nestje. Ze legt zijn knuffels dicht tegen hem aan. Ze haalt
twee glazen warme melk. Nog steeds is Sam niet te vermurwen. Mama geeuwt,
Sam is nog klaarwakker. Wat kan zij in godsnaam nog vergeten zijn, denkt zijn
moeder. In gedachten herhaalt ze enkele keren het hele ritueel. "Sam
zegt niets. Hij kijkt en wacht. En eindelijk roept mama Beer: 'O natuurlijk!
Wat dom van mij. Hoe kan ik dát nu vergeten...' " Volgt een heerlijke
kus- en knuffelpartij, en nog een, en nog een... tot Beertje eindelijk slaapt.
De olieverfprenten van Anita Jeram ogen heel anders dan de zachte aquarellen
van Barbara Firth, maar stralen dezelfde degelijke Britse gezelligheid uit.
De schrijfster, Amy Hest, draagt het boek op aan haar eigen kleine Sam, met
de vermelding "Je weet wel waarom". Evenveel redenen om het boek
boordevol berenliefde te kopen.