Ouders bergen verhaaltjes voor het slapengaan op

Verhaaltjes voor het slapengaan worden steeds zeldzamer. En dat is jammer, want vertellen op de rand van het bed stimuleert niet alleen de concentratie en fantasie, maar zorgt ook voor een gevoel van emotionele veiligheid. En het is nog gezond ook, zo blijkt uit een recent onderzoek.

Illustratie R.V.    Uit een Britse studie blijkt dat een rondje vertellen op de rand van het bed de laatste jaren veel minder populair geworden is. En slechts één generatie, de ouders van nu, is verantwoordelijk voor dat dalende succes van bedverhalen. Want terwijl driekwart van de Britse ouders in hun jeugd zelf van dit ritueel konden genieten, valt dat plezier nu minder dan een derde van de kinderen tussen twee en acht te beurt. En het is slechts een minderheid (16 procent) die elke avond verhalen te horen krijgt, terwijl een derde van de ouders daar als kind wel mocht op rekenen.
    Aric Sigman, psycholoog en leider van het Britse onderzoek, stelt dat de terugval van het bedverhaal wel eens negatieve effecten op de nieuwe generaties kinderen zou kunnen hebben. De nu in onmin gevallen gewoonte zorgt namelijk voor een gevoel van emotionele veiligheid, helpt ontspannen en is (was} ook een niet te onderschatten middel om waarden van generatie op generatie door te geven. Bedverhalen die uit het hoofd verteld worden, en in het bijzonder verhalen die verbonden zijn met de eigen familiegeschiedenis, kunnen bovendien essentiële luistercapaciteiten opbouwen, de concentratie trainen en natuurlijk ook de fantasie stimuleren, wat allemaal mooi meegenomen is.
    "Ouders moeten het bedverhaal opnieuw gaan waarderen. Het is een vruchtbaar reservoir voor familiale en algemene overtuigingen. En de laatste tien minuten voor een kind inslaapt, zijn wellicht de waardevolste tijd die een ouder met het kind kan doorbrengen, omdat het net dan het meest ontspannen is", zegt Sigman. Verder helpt een bedverhaal ook de slaap omdat het een soort afsluiter van de dag is. En slaap is dan weer cruciaal voor de gezondheid van een kind. De toestand van het immuunsysteem en de groeihormonen hangt namelijk af van de hoeveelheid slaap het krijgt. Uit Sigmans onderzoek bleek ook dat kinderen die niet regelmatig een bedverhaal opgedist krijgen, de verloren tijd tussen het avondmaal en het slapengaan vaak opvullen met tv-kijken of computerspelletjes spelen, meestal alleen op hun kamer. Dat zou mogelijk kwaad kunnen omdat het de hersenactiviteit de hoogte in jaagt en zo de slaap uitstelt.
    Tijdsgebrek was de belangrijkste reden die ouders opgaven om geen verhalen meer te vertellen. Vooral in gezinnen met meer dan een kind of in eenoudergezinnen blijkt dat de oorzaak voor het dalende succes van bedverhalen. Werkende moeders in tweeoudergezinnen maken dan weer het meest tijd vrij om toch nog regelmatig bedverhalen voor te lezen.. Velen onder hen zeiden dat ze daar een punt van maken om zo het gebrek aan aandacht voor hun kind tijdens hun werkdag te compenseren. Volgens Sigman zou het organisatietalent dat werkende moeders sowieso moeten bezittten ook een reden kunnen zijn waarom zij het nog het meest 's avonds voorlezen. In het algemeen toont het onderzoek in ieder geval aan dat moeders veel eerder dan vaders geneigd zijn bedverhalen te vertellen. Veel van de BBritse vaders gaven zelfs toe dat ze naast hun kind in slaap vielen als ze dan al eens het verhalenboek ter hand namen. Dat fenomeen dook niet op onder de moeders. Maar zij worden wel verscheurd tussen de keuze om tijd met hun partner door te brengen of met hun kind(eren). En dat is dan weer een dilemma waar vaders niet mee zitten.
 

Bart, 
vader van Igor (twee jaar en drie maanden)

    "Echt voorlezen doe ik niet, nee. Ik verzin wel verhaaltjes bij plaatjes. Miisschien is dat ook zo omdat ik vind dat er niet zo gek veel leuke boeken zijn voor kinderen van die leeftijd. Neem nu Nijntje, van Dick Bruna. Heel leuk om naar te kijken, maar dan improviseer ik de verhalen liever zelf. Het mag spannender vind ik, anders val ik erbij in slaap.. Het moet toch ook voor mij een beetje leuk zijn?"
 

Bieke, 
moeder,van Lyndsay (6) en Jodie(4)

    "Ik vind het altijd weer zo'n heerlijk moment, die twee slaperige, schoongeboende kopjes die luisteren. Voor mezelf is het ook een prima manier om tot rust te komen na een hectische dag. Je voelt de spanning zo uit je wegglijden, want je kunt niet goed voorlezen als je gestresst bent. Ik vind het ook leuk om boeken uit te zoeken waarvan je weet dat je kinderen er plezier aan zullen beleven. Er zijn tegenwoordig zoveel goede kinderboeken op de markt. Als ik echt een rotdag heb gehad, durf ik wel eens verstek te laten gaan. Dan zeg ik: sorry, vandaag niet."
 

Nica, 
moeder van Louise (11), Lola (8) en Jules (4)

    "De oudste heb ik veel voorgelezen, en dat is ook een echte boekenwurm. Lola iets minder: je weet hoe dat gaat, met een tweede. Zowat alles van Annie M.G.Schmidt is de revue gepasseerd: Pluk van de Petteflet, Jip en Janneke, Otje, maar ook veel van Astrid Lindgren. Jules lees ik afzonderlijke boekjes voor. Hij stopt het exemplaar onder zijn hoofdkussen en als ik naar beneden ga, herleest hij het nog eens. Het gebeurt ook dat ik, 's nachts het boek naar beneden hoor donderen. Voorlezen maakt deel uit van de dagelijkse routine, en als die in het gedrang komt, sneuvelt ook het voorlezen. Ik vind het wel leuk, alleen: je bent toch halfbezig met alles wat nog moet voor je zelf kunt gaan slapen."
Barbara Debusschere

TerugCopyright ©  De  Morgen                     3 november 2000.



<plaintext>