Klaas Verplancke wint Bologna Ragazzi Award

Vlaamse illustratoren aan het feest in Bologna

Op de Fiera del libro per Ragazzi die van 4 tot 7 april voor de achtendertigste keer in het Italiaanse Bologna plaatsvindt, zijn de Vlaamse illustratoren meer dan ooit prominent aanwezig. Liefst drie op de achttien prijzen werden woensdagavond uitgereikt aan Vlamingen.

Ozewiezewoze   Klaas Verplancke kreeg de belangrijkse Bologna Ragazzi Award in de categorie fictie (6 tot 9 jaar) voor zijn prachtige illustratiewerk in Ozewiezewoze, een bundeling kinderliedjes en -versjes verzameld door Jan van Coillie en van muziek voorzien door Annemie van Riel. Het boek werd uitgegeven door De Eenhoorn, dat met een eervolle vermelding voor de bijzondere illustraties van Carl Cneut in Woeste Mie (een verhaal van Geert de Kockere) dubbel in de prijzen viel. Verplancke kreeg ook nog een eervolle vermelding voor Jot (Davidsfonds/Infodok) waarvoor hij tekst, illustraties en vormgeving succesvol combineerde. Terechte vreugde en trots dus bij de bekroonde illustratoren en uitgevers tijdens de plechtige uitreiking in de prachtig gerenoveerde Sala Borsa, in het historische centrum van Bologna.
   Heel wat internationale, commerciële en andere belangstelling ook voor de bekroonde boeken. Een Koreaanse uitgever moest en zou de rechten krijgen voor Ozewiezewoze en kon maar niet begrijpen dat de tekst en de daarbij op maat gemaakte prenten nu eenmaal onvertaalbaar zijn.
   Ook de indrukwekkende Vlaamse verzamelstand, die er met steun van de Vlaamse regering gekomen is, lokt heel wat nieuwsgierige en enthousiaste passanten. Op een kleine overzichtstentoonstelling hangt origineel werk uit onlangs gepubliceerde prentenboeken, nogal wisselend van kwaliteit. Op de grote internationale tentoonstelling zijn prenten te zien van Ingrid Godon uit Wachten op matroos (onlangs nog bekroond met een Boekenpauw en uitgegeven bij Querido). Commercieel gezien is er grote Vlaamse tevredenheid: er wordt druk gekocht en verkocht.
De winnende boeken op een rijtje   Maar er is nog meer uit de lage landen, hier in Bologna. Dit jaar is Nederland guest of honour op de beurs. Onder de wat merkwaardige titel Dutch Oranges werd een fraai ogende tentoonstelling opgezet door het Nederlands Literair Produktie- en Vertalingsfonds in samenwerking met de Mondriaanstichting. "De oranjeboom is het symbool van de, sinds 1815 koninklijke, familie van Oranje. De 'appeltjes van oranje' werden aan het hof als een delicatesse beschouwd. Dutch Oranges staan dus garant voor koninklijke kwaliteit", zegt het voorwoord in de bijbehorende catalogus. Vandaar.
   Een speciaal daartoe aangestelde commissie selecteerde werk van vijftig "vooraanstaande en spraakmakende" Nederlandse illustratoren. De stilistische diversiteit is opvallend: behalve de vertrouwde prenten van een Dick Bruna (die wegens gezondheidsproblemen de tentoonstelling niet kon openen), een Harry Geelen, een Max Velthuys, Ingrid en Dieter Schubert, Joke van Leeuwen, Philip Hopman e.a., ook veel experimenteel werk. Van Harriet van Reek bijvoorbeeld, en van Tom Eyzenbach en van Willem van Malsen. Wat veel sinaasappels op de enorme posters, maar overigens een indrukwekkende en boeiende selectie.
   De Nederlandse Uitgeversvereniging gaf in Dutch Illustrators, een luxueuze alternatieve catalogus, lucht aan enige ontevredenheid over de gemaakte keuzes.
   Voor de internationale overzichtsexpositie kwamen ongeveer honderdzestig kunstenaars van de meer dan tweeduizend kandidaten in aanmerking. Op het eerste gezicht geen opvallende nieuwe trends. Tenzij dan misschien dat Japan, China, Korea en ook enkele Oost-Europese landen zich meer en meer met een eigen stijl gaan profileren.
   De Fiera blijft hét trefpunt voor al wie zich - al dan niet met een winstoogmerk - met boeken voor jonge lezers, en in toenemende mate ook jeugdige internetgebruikers bezighoudt.
   Tussen de druk telefonerende en e-mailende zakenlui door, lopen de echt nieuwsgierige aankomende kunstenaars rond, portfolio's onder de arm. En dat is een verademing.

Annemie Leysen



TerugCopyright ©  De  Morgen                     6 april 2001.



<plaintext>