De vijf nominaties voor de Gouden Uil voor jeugdliteraturr op een rij

Van prentenboek tot adolescentenroman

Zaterdag worden naar jaarlijkse gewoonte de Gouden Uilen voor Fictie en Jeugdliteratuur uitgereikt. Recensente Belle Kuijken wikt en weegt de vijf genomineerde kinder- en jeugdboeken. Maar we laten ook jonge lezers zelf aan het woord.

     De jury van de Gouden Uil voor Jeugdliteratuur kon weliswaar kiezen uit een enorm aanbod aan kinderboeken - zo'n 150 - maar kwam tot de bevinding dat het percentage pulp ('kwispelstaartend proza') ook enorm was. Daardoor kon de jury nauwelijks vijftien boeken selecteren die de moeite waard waren voor de longlist. In de laatste ronde blijven uiteindelijk nog vijf zeer lezenswaardige boeken over. De winnaar van de Gouden Uil zal een sterk werk zijn, maar het zal niet symbool staan voor het doorsnee kinder- of jeugdboek in Vlaanderen en Nederland.
Uit Luna van de boom     Een van die vijf nominaties is Luna van de boom, een Slowaaks sprookje dat 'anders verteld' is door Bart Moeyaert en onovertroffen geïllustreerd door Gerda Dendooven. Moeyaert behoudt de typische ingrediënten van een ouderwets sprookje. Het komt u wellicht ook bekend voor: de koning heeft drie zonen die allemaal op hun beurt een bijna onuitvoerbare opdracht moeten volbrengen. Koningszonen zijn daar altijd te dom of tekortzichtig voor, en dat is ook hier het geval: ze bouwen een feestje en zijn te dronken om nog in actie te komen. Illustratrice Gerda Dendooven stak de oudste zonen in een rolkraag en gaf ze een dommige uitdrukking. Van de jongst zoon wordt het minste verwacht, maar hij schopt het het verst. En dat door zijn deugdzame karakter en een pure levensfilosofie. De jonge prins wordt beloond maar heeft aan het goud dat hij eraan overhoudt geen boodschap. Hij is gestraft met liefdesverdriet. Hij heeft de mooie Luna van de boom ontmoet en zal haar koste wat het kost terugvinden.
    Heel erg bijzonder zijn enkele details in het verhaal: de jonge prins leent van drie duivels wat oude spullen waarmee hij zich onzichtbaar kan maken en door tijd en ruimte kan reizen. Een prins die heult met de duivel? Beetje onvoorspelbaar is dat en dat bezorgt dit sprookje - hoewel volgens een klassiek stramien van herhaling, beloning en moraalles - een uitschuivertje. De jonge prins is ook iets opstandiger dan zijn collega's bij Grimm of Andersen.
    Er zijn kamers in dit sprookje, de koning zet wel eens een raam open om naar buiten te kijken. Jonge mannen zuipen en vertellen flauwe grappen. Op zijn zoektocht naar Luna gaat de jongste prins op een bankje zitten en krabt hij in z'n haar. Allemaal knipoogjes naar de bestaande wereld. Heel subtiel aangebrachte veranderingen die niet in echte sprookjes thuishoren. De prinsen zijn een beetje meer gewone jongens, de koning een beetje een rijke papa. Maar ook niet te veel. Luna van de boom blijft een ode aan het klassieke sprookje, aan het voorspelbaar vertelseltje met een boodschap, om diep in de kussens en bij kaarslicht te lezen.
   Bij Luna van de boom hoort ook een cd, waarop Bart Moeyaert het verhaal vertelt op prachtige sfeervolle muziek van Filip Bral. Bovendien is het ook nog eens een theaterproductie waar een film bijhoorde. Knap multimediaal werk. Het is ook het eerste boek van de kleine, nieuwe Uitgeverij Pantalone.

RattenvangerEén adolescentenroman is er geselecteerd voor de Gouden Uil. Rattenvanger van de Nederlandse Karlijn Stoffels. Dat is een heel terechte keuze. Gezien het onderwerp had Rattenvanger nochtans evengoed een zoveelste probleemboek voor jongeren kunnen zijn, waarbij het jonge lezerspubliek wat 'bijgebracht' wordt.
Het hoofdpersonage is 14 en wordt door een tien jaar oudere jongeman 'geholpen' sneller door haar puberteit heen te lopen. Hij misbruikt haar, maar zij laat zich misbruiken. Ze raakt aan hem verslaafd, hij op een vreemde manier aan haar verslingerd. Ze walgt van hem, geniet niet van de seks die overigens alleen van zijn kant komt (ze blijft er roerloos bij liggen), maar kan het niet weerstaan telkens weer bij hem aan te kloppen. Stoffels creëert een vreemde, bijzondere spanning tussen twee mensen. Een ongezonde relatie waarbij geen van beiden de slechterik is. Het gedrag van het jonge meisje is te verklaren door de situatie thuis: vader is afwezig, moeder is psychisch gestoord, heeft een gat in haar hand en het is de dochter die het huishouden bereddert en de brokken opveegt. Ze is keihard voor zichzelf en de anderen. Cynisme bij een 14-jarige en de (sociale) gevolgen ervan, maar zonder dat de schrijfster ook maar één enkele poging doet medelijden op te wekken. Eén minpunt: het boek eindigt met een avontuurlijke noot, een heuse achtervolging en afrekening, wat in schril contrast staat met de rest. Want tot dat moment kan het wel eens spannend worden, maar om een heel andere, prikkelender reden.
    Karlijn Stoffels (°1947) is geen nieuwkomer, maar geniet toch nog maar sinds enkele jaren enige bekendheid. Mosje en Reizele en Stiefland vielen eerder al in de prijzen. In Rattenvanger is haar stijl subliem. Stoffels schetst een levensechte tiener: onvoorspelbaar, allesbehalve doorsnee, streng voor zichzelf en met een heel aparte persoonlijkheid.

Het boek van Jan    De Nederlandse illustrator Harrie Geelen maakte al twee filosofisch getinte prentenboeken over Jan. Het derde heet Het boek van Jan en gaat over het schrijven van een boek. Dat gaat niet vanzelf. Vanaf de eerste pagina krijgt het prentenboek al een filosofische inslag: "Jan schreef: Alle mensen heten Ik. Hij dacht na. En toen schreef hij: Ik ook."
    Elke pagina ziet er hetzelfde uit: een groot vierkant schilderijtje onder vijf, zes regels tekst. Dit is een boek voor lezers vanaf een jaar of zeven, die hun eerste stappen in de grote wereld van het boek gezet hebben. Op de prenten zie je telkens Jan aan het werk, of is zijn fantasie aan het werk. Hij mijmert over het bestaan, over leren schrijven, over poezen, boeken én het buurmeisje. Dat meisje verschijnt eerst hier en daar bijna toevallig in de hoek van de prent, en in de hoeken van Jans gedachten, maar stilaan gaat ze een hoofdrol spelen. Harrie Geelen steekt er hier en daar gefingeerde kindertekeningen tussen, wat een bijzonder grappig effect oplevert.
    Harrie Geelen levert prachtwerk af. Dat verbaast niemand nog. Hij tekent al jaren de prenten bij het werk van zijn echtgenote Imme Dros, maakte onvergetelijke schilderijtjes bij Beestenboel, verzamelde verhalen en gedichtjes van Annie M.G.Schmidt. De illustrator die ook gaat schrijven? Dat is niet nieuw. Bij ons wagen Gerda Dendooven, Klaas Verplancke en André Sollie zich ook aan teksten, en eigenlijk is dat heel begrijpelijk. Zo vormen tekst en illustratie vanzelf een geheel. De jury heeft met de nominatie van Het boek van Jan duidelijk aangegeven dat Geelen evenveel waard is als schrijver. Want het ligt niet voor de hand dat een prentenboek in aanmerking komt voor een literaire prijs.

Vleugels voor Jorre    Hoe komt het toch dat er altijd opnieuw boeken verschijnen waarin kinderen willen vliegen? Harm de Jonge deed er nog een bij: Vleugels voor Jorre, een kinderboek voor lezers vanaf een jaar of 10.
    Moeder Floor beweert dat haar zoon Jorre niet gek is. Dat is nu net de clou, hij is zo zot als een achterdeur. Jorre is geboren met een enorm hoofd en een lichaam dat klein blijft. hij is superbegaafd, maar worstelt met een 'zoem' in z'n hoofd die kan leiden tot hysterische uitbarstingen. Hij is gepassioneerd door twee dingen: vliegen en z'n buurmeisje Bonnie. Bonnie is groot en mooi maar lijdt aan een zenuwtril. Samen zijin ze zoiets als een Siamese tweeling, ze kunnen niet zonder elkaar,. Jorres moeder, Floor, blijft geloven in de goede afloop van alle vliegexperimenten, maar natuurlijk gaat het mis. Dat voelt elke lezer van ver aankomen, maar echt bedreigend is het gevaar niet. Want de figuren in Vleugels voor Jorre zijn stuk voor stuk poppen of karikaturale stripfiguren, nooit worden ze mensen van vlees en bloed. Wellicht is dat ook niet de bedoeling van de auteur, en op zich is z'n stijl vernieuwend en fris. Qua absurditeit doet het zelfs een beetje denken aan Joke van Leeuwen, maar wel veel minder goed. Het eerste deel is op het vervelende af, je voelt je niet thuis in die getekende vreemde wereld, maar naar het einde toe boeit het boekje wel meer. Al bij al is het een fascinerend werk, dat wel, maar het overtuigde mij niet. Ik stoorde me aan de vele Hollandse woorden ('Schorriemorrie', 'goeie grutten', 'meidje', 'poepkwakje',...) hoewel ingebed in typisch Nederlandse smakelijke dialogen.

Mijn zus draagt een heuvel op haar rug     Het tweede Vlaamse genomineerde werk is van ed Franck. Mijn zus draagt een heuvel op haar rug is een boekje dat sommigen ongelooflijk bekoort en anderen vrij onverschillig laat. Hoewel ik ervan overtuigd ben dat het boek een nominatie verdient, al was het maar wegens het knappe experiment, ben ik er niet over de hele lijn door geboeid geraakt.
    Mijn zus draagt een heuvel op haar rug is een pakkend, schrijnend verhaal over een meisje met een bochel, verteld in de ik-persoon door haar jongere broertje. Zijn aparte manier van observeren bepaalt de stijl van het hele boek. Hij probeert bijvoorbeeld hardnekkig de vreemde gedragingen van z'n zusje te begrijpen. Hij is een nogal onhandige trooster, met als gevolg dat hij er, ondanks alles goede bedoelingen, volledig naast zit. Hij zoekt genegenheid bij z'n geliefde zusje, maar zij veracht zichzelf zo dat ze erg gemeen reageert op die toenaderngspogingen. Allemaal heel aandoenlijk en echt aangrijpend, zeker omdat je voelt dat alles afstevent op een verschrikkelijk einde.
    Toch heb ik het gevoel dat de sobere stijl afbreuk doet aan het verhaal. De kleine verteller is nog jong en je zou kunnen zeggen dat zijn 'simpele', ongecomplexeerde manier van kijken naar de dingen de stijl bepaalt. Als Ed Franck werkelijk heeft geprobeerd door de ogen van een jongen te kijken dan vind ik het allesbehalve geloofwaardig, en zo heb ik het ook niet begrepen. Nee, de uiterst gestileerde taa lis te dood voor zo'n gevoelig verhaal. Nu en dan stoort de opeenvolging van korte zinnetjes met steeds dezelfde woordvolgorde. De twintig korte hoofdstukjes vertellen allemaal een andere gebeurtenis, een ander soort confrontatie met de zus. Te vaak hanteert Ed Franck een te strakke stijl: heel wat van die hoofdstukjes krijgen aan het begin een steeds identieke aanhef.
    Maar net als Harm de Jonge is Ed Franck meesterlijk in kleine scènes. Daarom, en omdat het boek je soms echt wel rillingen bezorgt, lijkt het me een grote kanshebber te zijn voor de Gouden Uil. Maar mijn favoriet is het niet.

Belle Kuijken

De kinderen schrijven:

Ed Franck
Mijn zus draagt een heuvel op haar rug

Dit is een verhaal over een meisje met een bochel, verteld door haar broer. Andres, de broer, denkt dat die bochel er opeens is gekomen: toen zijn zus zich eens in de kast verstopte, had ze er nog geen, en toen ze eruit kwam wel.
   "Ze noemen je dromedaris, maar ik zei dat je een halve engel bent." Zo zegt Andres het. Hij denkt dat er een vleugel in de bult zit die nog moet uitkomen.
   Ik vind het een mooi boek, omdat het zo eenvoudig geschreven is: je ziet alles door de ogen van de kleine Andres. Ik denk dat zus een beetje ziek is in haar hoofd.
   Het einde is niet direct duidelijk: je moet er even over nadenken. Het einde is ook heel triest.
   De tekeningen zij soms mooi, soms gek en soms echt eng.

Hannah (10)

Bart Moeyaert, Gerda Dendooven en Filip Bral
Luna van de boom

Het verhaal gaat over een koning. Hij was heel rijk. De koning krijgt een slecht humeur van zijn geld. In zijn tuin staat een grote boom. Hij krijgt het op zijn heupen van die boom.
    Ik vind het een leuk boek want het is een lang verhaal en ik lees graag lange verhalen. Vooral de gouden bloesems en vruchten vind ik raar en ik lees graag rare dingen omdat die grappig zijn in alleen in boeken kunnen. Ik was benieuwd wie de gouden vruchten plukte.
   Ik vind de tekeningen mooi en sommige raar, bijvoorbeeld die van de handen die uit de rotsen komen. De mooiste tekening is die van het huis van Luna met de duivels. Ik vind Luna wel niet zo mooi.
   De eerste en de tweede zoon slaagden er niet in Luna te zien maar de derde wel: het is dikwijl de derde die het kan, dat komt ook in andere boeken voor.
   Ik vind de cd niet nodig maar Peter luistert er wel graag naar, die kan nog niet lezen.
   Als ik naar de bieb ga, en op de flap staat een leuk verhaal, dan neem ik nog wel een boek van die schrijver, Moeyaert.

Matthias (7)

   Ik vind alle tekeningen mooi en de duivels zijn stout omdat ze vechten. De muziek is ook mooi. Het is heel vreemd dat je met een zweep kan kiezen waar je bent en met een jas onzichtbaar wordt en met laarzen aan kan vliegen. Ik vind het ook vreemd dat de koning zich niet rijk genoeg vindt als hij rijk is. Luna is niet zo mooi als de meisjes in mijn klas.

Peter (5)

Harm de Jonge
Vleugels voor Jorre

Het vliegen schijnt een onderwerp te zijn waardoor veel schrijvers zich al eeuwen lang laten inspireren. Onder hen ook Harm de Jonge in zijn nieuwste boek. Vleugels voor Jorre vertelt ons het levensverhaal van Jorre die samen met zijn vriendin Bonnie gefascineerd is door de lucht en alles wat vliegt. Samen maken ze plannen om ooit zelf eens door het luchtruim te zweven. Daarover zijn natuurlijk al honderden boeken geschreven, maar toch weet Harm de Jonge het weer origineel aan te pakken. Zijn sobere beschrijvingen en mysterieuze schrijfstijl zorgen voor een tijdloos sprookje. Anderzijds mist het boek bij momenten diepgang, al wordt dat gecompenseerd door een schitterende sfeer, prachtige beelden en poëtisch taalgebruik.
   Het lijkt evenwel dat Harm de Jonge na honderd bladzijden genoeg had van al dat schrijven en er snel een Mark-de-Bel-achtig-cliché-einde aan vast breide.
   Wat niet wil zeggen dat De Jonge een slecht stukje lectuur heeft gepubliceerd, zeker niet. Sober, mysterieus, poëtisch, wat wil een mens nog meer...

Leonard (13)

Harrie Geelen
Het boek van Jan

Uit Het boek van JanIk vind het een prachtig en leuk boek omdat het zo grappig is, zoals "een kat plast een boek in de kattenbak". Hij schrijft een boek over zichzelf en over alles rond hem heen.
   En hij fantaseert zo goed. Hij fantaseert zo, luister maar: "Als je een boek over mensen schrijft die niet bestaan dan help je ze een beetje te bestaan. Of als mensen in de buik zitten dan weten ze nog niks", en nog andere dingen.
   Nu, als hij ook over dingen rond zich heen schrijft, zou hij dan dingen over Ursula Timmermans schrijven? Ursula is zijn buurmeisje en zij vindt niks leuk. Maar zij maakt ook een boek. Wat voor een boek? En wat zou Jan over haar schrijven? Dat moet je maar zelf lezen!

Lize (7)

Het Boek

Ooit waren er zoveel woorden
Die in een eenzam en zielig
Boekje in een hoekje kropen
En al die lettertjes
Vormden samen een boek

En dat boek werd, omdat het
Zo mooi was, verkocht
En door vele mensen
In de winkeltjes gezocht

En het boek was heel blij en ze gaven een feest
En ook alle letters waren blij
Ze dansten de hele nacht
Maar toen het 's morgens werd
Stonden ze weer op een rij

Lize, geïnspireerd door Het boek van Jan van Harrie Geelen

Karlijn Stoffels
Rattenvanger

Meteen vanaf de eerste bladzijde kun je je helemaal in het hoofdpersonage, Lori, inleven. De beschrijving van het schoolgebouw, de vergelijking van de leerlingenmet schapen en de aanwezigheid van een 'onbetwistbare leider' geven het schoolleven ongelofelijk goed weer. Niet alleen het schoolgaan, maar ook Lori's gevoelens en gedachten zijn zeer herkenbaar. Het zijn vaak alledaagse dingen die sterk contrasteren met het buitengewone leventje dat ze leidt. Dat sprak mij enorm aan in het boek, net zoals Stoffels' prachtige schrijfstijl. Ze kan met een enkele vergelijking of beschrijving een perfect beeld opwekken. Dit beeld wordt nog versterkt doordat alles vanuit Lori's perspectief geizen wordt, waardoor je je weer makkelijk met haar kunt identificeren. Stoffels weet goed op de juiste plaatsen spanning toe te voegen, ze houdt je zo in de ban van het verhaal tot je het boek uit hebt gelezen (en daarna zelfs nog).
   Ik vond het een heel mooi en aangrijpend verhaal. Alleen dat Lori's buurman ook op het kampeerveldje verschijnt, vond ik wat onwaarschijnlijk. Hoe dan ook, een schitterend boek!

Heleen (16)

Bart Moeyaert, Gerda Dendooven, Filip Bral
Luna van de boom
Pantalone, 36 p., (ca.1200 fr.?)

Karlijn Stoffels
Rattenvanger
Querido, 137 p., 458 fr.
vanaf 14 jaar.

Harm de Jonge
Vleugels voor Jorre
Van Goor, 112 p., 505 fr.
vanaf 10 jaar.

Harrie Geelen
Het boek van Jan
Querido, 570 fr.

Ed Franck
Mijn zus draagt een heuvel op haar rug
Averbode, 80 p., 495 fr.
vanaf 10 jaar.

TerugCopyright ©  De  Morgen                     21 maart 2001.



<plaintext>