In
de wondere wereld van de Duitse illustrator Wolf Erlbruch (°1948) valt
veel te zien en te beleven. Net als de personages die hij tekent gaat hij
eigenzinnig en hoogst origineel met de werkelijkheid om en nodigt hij zijn
jeugdige en volwassen publiek uit om de wereld anders te bekijken. Meestal
voert Erlbruch onhandige, soms groteske 'grote mensen' op, die met hun grote
lijven veel plaats innemen. Vooral in zijn laatste verhalen laat hij de afloop
monkelend in het midden. Zijn summiere teksten suggereren evengoed als zijn
prenten. Grote boodschappen zijn er niet bij. Mevrouw
Meijer, de merel vertelt over een tobberige, mollige huisvrouw, gekweld
door onbenullige zorgen. Een uit het nest gevallen mereljong zorgt voor een
doel in haar kneuterige bestaan. De oeverloze affectie waarmee ze de vogel
opkweekt straalt uit heel haar wezen. Bij haar pogingen om het jong te leren
vliegen, ontstijigt ze plots zelf haar eigen onderschatte mogelijkheden. Een
prachtig, ontroerend boek. Erlbruch werkt vooral met collage- en assemblagetechnieken.
Hij tekent of schildert zijn figuren op karton en zorgt dan voor een uitgebalanceerde
scenografie op een gelige achtergrond.
Er
blijft heel wat lege ruimte over op de bladzijden, die door de verbeelding
van de kijker kan worden ingevuld. Net als Hitchcock duikt Erlbruch zelf in
zijn verhalen op. Als de kalende Meneer Meijer met het ronde brilletje, bijvoorbeeld,
minzaam en geduldig met zijn piekerende wederhelft, in een eigen wereld van
geknipte papieren poppetjes. Ook in Ik
ruik kindervlees (op tekst van Valérie Dayre) loopt hij achteloos
voorbij. Een prentenboek dat overigens nogal voor opschudding zorgde: een
hongerige, wanstaltige dame is gulzig op zoek naar een kind om op te eten
en verorbert uiteindelijk nietsvermoedend haar eigen zoontje. De surrealistische
achtergronden, boordevol citaten uit het werk van Rafael, Picasso en Velasquez
maken het allemaal onwezenlijk en heffen meteen elke bedreiging op. Een kinderboek
moet ook voor volwassenen interessant zijn, vindt Erlbruch. Dat is dan ook
het geval voor alles wat hij maakt, en hij heeft er niet eens irritante 'knipogen'
naar die volwassenen voor nodig.
Bibliografie (Onvolledig )
De
verschrikkelijke vijf, 1991, C.De Vries-Brouwers.
Het berenwonder, 1996, C. De Vries-Brouwers.
Mevrouw Meijer, de merel, 1997, Querido.
Leonard, 1998, Querido.
Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop
gepoept heeft, (Werner Holzwarth), 1990, C. De Vries-Brouwers.
Dat is geen pappagaai!, (Rafik Schami), 1995,
Leopold.
Ik ruik kindervlees, (Valérie Dayre),
1996, Querido.
De schepping van de vlinders, (Gioconda Belli),
1997, De Geus.
Twee druppels water, (Carli Biesels), 1998, Leopold.
De beer in de speeltuin, (Dolf Verroen), 1998,
Leopold.