Op de omaschoot
Van tien tot een wordt er geteld in Welkom in Hotel 1 2 3 van David
Wojtowycz, een snel telboek dat het van grappige tekeningen en van alliteraties
moet hebben, van "een zwijmelend zwijn" tot "tien tijgers in een tutu".
Verder kun je alleen maar zeggen dat er van dit soort boeken dertien in
een dozijn zijn.
En dan een heel ander genre,
dankuwel. Een zeldzaamheid in het wereldje van de kinderliteratuur, ofschoon
het in de jeugdliteratuur - dat is dat soort boeken zonder prenten - wel
vaker voorkomt. lk bedoel: het historische verhaal. Met De kleine scheepjes
wordt een historisch verhaal gepresenteerd op grote glanzende bladzijden,
meer illustratie dan tekst, maximaal twintig, dertig velletjes, voor wie
nog niet toe is aan het eindeloze tekstgeslinger van de oudere boeken.
Ik herinner mij dit soort uitgaven al eens eerder
gezien te hebben, bijvoorbeeld over de holocaust en over migrantenkinderen,
maar dat zijn de uitzonderingen die toch niet doen vergeten dat er een
algemeen gebruik bestaat waarbij historische verhalen voor kinderen uit
de weg worden gegaan. Maar dus nu De kleine scheepjes, dankzij uitgeverij
Bakermat. Het is een niet onaardig ding geworden, een soort docudrama.
Dat komt doordat het hoofdpersonage, een Brits schippersdochtertje, als
een verbaasde grote lens de massascènes die zich in het jaar 1940
op de stranden van Duinkerke en op het hele Kanaal hebben afgespeeld, eenvoudig
opneemt en weergeeft zonder ikkerigheid en zonder pathos, maar wel mooi
afgewisseld met tal van details, type een vluchtende soldaat zonder helm
maar met vogelkooi. Van die vluchtende soldaten zijn er, zo zegt het boek,
338.226 gered op al wat toen varen kon en van Dover tot in Duinkerke geraakte
en ook weer terug. Op de Lucy bijvoorbeeld, de smak waarop het Britse schippersdochtertje
met haar vader de levensreddende overtocht maakt, eind mei 1940, wanneer
de Franse en Britse legers door het snel oprukkende Duitse leger bijna
de zee in zijn gedreven.
Taaie geschiedeniskoek is dat alles, maar schrijfster
Louise Borden verdeelt hem in korte, beeldrijke zinnetjes. Ze lopen vol
vaart over de bladzijden, kijk maar mee:
Toen was de Lucy daar,
voor het strand van Duinkerken,
in de nacht,
en in de vroege morgen,
en het was echt.
Al die vettige rook die in mijn ogen trok,
al dat verschrikkelijke lawaai dat in mijn oren kwam.
En al die mannen.
Nog bij Bakermat: het onvermijdelijke
hondje, dat kleine kinderhartjes sneller en emotierijker laat kloppen,
0, wat een schat, wat een snoezerd! Deze keer het hondje Vlindertje, wat
toch een ongewone naam is voor een kruipdier. Maar de schat, de snoezerd
heet niet zomaar Vlindertje, nee, de schat, de snoezerd zou willen kunnen
vliegen zoals hij dat vlinders heeft zien doen.
In een droom mag hij het beleven: hij vliegt als
de lichtheid zelve (het moet gezegd dat hij oren heeft die groot genoeg
zijn om enig gefladder mogelijk te maken). Daar zou hij het moeten bij
laten. Maar hij insisteert en wil ook in de werkelijkheid vliegen en kruipt
op een rots en hoopt dat hij na het springen dromerig zal beginnen vliegen,
maar hij stort neer. Enzovoort. Dat alles grappig verteld en voorzien van
lekkere knipoogtekeningen, ach, 't is allemaal niet zo serieus bedoeld.
Dit Vlindertje-verhaal past helemaal in de
traditie van de lichte sprookjesachtigheden, het verhaal blijft dus voortdurend
slechts verhaal en heeft niets van doen met de werkelijkheid. Lees het
dus met opgewekte stem. U zult zien hoe u er kinderen mee betovert.
En nog meer traditie in Het
slakkenhuis. Daarmee zitten we al bijna in de 19de eeuw, wat tekeningen
betreft en ook wat de presentatie van de erin vertelde wederwaardigheden
betreft. Al op de flap wordt de lezer meegedeeld dat het bijna avond is
en oma zal gaan vertellen en in het verhaal zal een verdwenen baby voorkomen
en regendruppels zo groot als een ballon en het is dus hoog tijd om bij
oma op schoot te kruipen en te luisteren. Er kruipen een Max en een Hanna
op de omaschoot en ze laten haar niet alleen vertellen maar stellen ook
vragen over wat er zal gaan gebeuren in het verhaal en waarom en hoe.
Op en top romantisch, volgens de beste Duitse traditie,
zijn de tekeningen met manen en nevels en sloten en wriemelende bloemen
en grassen en insecten, al bij al een soort Bomans met zijn Erik, of
het klein insectenboek, maar dan zonder de humor die dat boekje kruidde.
Het verhaal loopt gezapig. Het zoekt niets nieuws en is toch ook niet ouderwets.
Smakelijk als dunne koekjes uit een blikken doos, het komt niet bij je
op te vragen of ze wel modern zijn, het recept ervan is gewoon oud en toch
smaken de koekjes vers.
Bert van Molle
David Wojtowycz
Welkom in Hotel 1 2 3
Zirkoon, Amsterdam, 26 p., 495 fr.
kleuters
Louise Borden
Michael Foreman
De kleine scheepjes
Bakermat, Mechelen, 495 fr.
kleuters.
Svetlana Tiourina
Vlindertje
Bakermat, Mechelen, 28 p., 495 fr.
kleuters.
Allan Ahlberg
Gillian Tyler
Het slakkenhuis
Zirkoon, Amsterdam.
kleuters.
Copyright
©
14 oktober 2000.