Schmwlfgrstkpl

Uit Vos en Haas    Nee, ik ben niet weg van Klein verhaal van de nacht van Paul Verrept. Ja, ik vind het zeer fraai uitgegeven in een formaatje dat ik graag ter hand neem, zo'n vierkant kartonnen ding dat begint met 'Er was eens een meisje alleen in een donker bos' en dat eindigt met 'Er was eens een meisje dat de wereld in liep' en tussen die beide zinnen in een klein verhaal van de nacht, dat niet alleen met duisternis van doen heeft, maar ook met de bijbehorende angst en zelfs met laatste levensmomenten, een hiernamaalse groet vanwege een grootmoeder, een hemels licht, een engel, da's heel wat!
    En 't blijft bovendien vaag.
    En een beetje zeurderig.
    Ook wil het zich oppeppen met tekeningen die uit de ongedwongen en niet academisch geschoolde kinderhand moeten lijken te komen, maar het lukt niet en ze zijn gewild ongedwongen en dat lijkt een contradictie in de termen. Sukkel van een meisje denk ik dan, Paul Verrept had je toch wel eens mogen laten lachen en je niet zo sloor- en madamachtig moeten tekenen en kleuren, want gifgroen is je mantelpakje, bah.
    Over lachen gesproken: Clavis geeft Ik kan weer lachen uit en het spijt mij zeer, maar ook bij het lezen en bekijken van dat boek valt er niet veel te lachen, gewoon omdat het verhaaltje krom is en houterig en zonder spanning. Gelukkig zijn er tekeningen die wel enige pit vertonen.
    Doortje Hannig dan maar, die bij Leopold Aller-, allerbeste vrienden uitgeeft. Stel je voor: aan de ene kant die giraf en aan de andere de muis. Allebei deze figuren draven op als kinderen, die dus met autootjes spelen en daar grote jaloersheden en ruzies uit kunnen puren, want bij een verjaarsdagsfeest krijgt de giraf een mooie grote rode auto en de muis zelf een lelijke kleine groene, zeg nu zelf.
    Mooi is de toon waarop Doortje Hannig vertelt. Misschien is het wel zo dat de volwassen recensent nooit zal weten hoe kinderen precies in elkaar zitten en dus ook nooit zal kunnen zeggen of een boek hen op het lijf is geschreven of niet, maar wel is het zo dat ik pertinent weet dat kinderen bij het ruziemaken inderdaad zoals in dit boek opscheppen over eigen en familiale krachten die de tegenstrever wel eens een lesje zullen leren.
    Doortje Hannig kan de giraf en de muis heerlijk laten opscheppen. Ook zijn haar tekeningen grof en grollig en het perspectief heeft ze overboord gezwierd, zodat je in een zeer goed nagebootste kinderwereld terechtkomt, tekentechnisch op kinderlijke wijze primitief. Gaafheid dus, die je als lezer graag in dank aanneemt.
Vos en Haas op het eiland    Van giraf plus muis naar vos en haas, een dierenpaar dat Sylvia vanden Heede graag in haar boeken opvoert. Dit keer zitten Vos en Haas op een eiland: "een eiland is het omgekeerde van een vijver: een vijver is een beetje water midden heel veel land en een eiland is een beetje land midden heel veel water". Een mooie definitie.
    Een definitie is mooi wanneer ze met eenvoudige woorden de grote dingen van de wereld uitlegt. En in Vos en Haas (tussen twee haakjes: Haas is een zij) zit het vol eenvoudige woorden, sommige plots groot gedrukt in een tekst die overwegend uit dialogen bestaat, dialogen waarin Vos meestal de kleine lomperd mag uithangen die door Haas vriendelijk en superieur wordt geïnstrueerd. Minzaam kleinburgerlijk zijn vos en haas en ze willen de winter graag in het zuiden doorbrengen met zonnen en wandelen en zwemmen en allerlei dieren ontmoeten, een rob bijvoorbeeld en een zeemeermin en zelfs een doosje kopen dat praat, juist, een gsm. Goed opschietende hoofdstukjes tref je in Vos en Haas aan. En nooit belerend of hoogdravend of op volwassen toon verteld.
Ze sliepen nog    Ook goed-beter-best is Ze sliepen nog van Toon Tellegen, die met deze bundel verhalen de jarige dieren inruilt voor slapende of niet-slapende dieren. Grand cru alweer, met als eerste verhaal de eekhoorn die niet slapen kan en die stemmen hoort buiten, die hij wat graag wil verstaan, maar nu eens hoort hij dat iemand erg schmwlfgrstkpl is en als die iemand dat niet is, dan is die tnlkrpsrt. Ik herinner mij van toen ik kind was, dat je in je bed lag en de mensen dingen hoorde zeggen die schmwlfgrstkpl waren, maar je begreep er geen barst van.
    Ik denk dat Toon Tellegen een heel goed geheugen heeft en daardoor zijn verhalen kan larderen met rake en ontroerende opmerkingen van dit type. Ook is hij vaak op zo'n manier verrassend dat de lezer die weet dat hij verrassend zal zijn, moet constateren dat de verrassingen die hij (de lezer) ter wending van een verhaal kan bedenken, in feite flauw zijn, zodat hij met aandrang de heer Tellegen dankt voor de echte en juiste verrassing die wordt aangeboden. "De olifant stak zijn slurf in de lucht, klapperde met zijn oren en riep zo hard als hij kon: 'ik kan niet slapen!" En de recensent stak zijn recensie in de lucht, wees op Ze sliepen nog van Toon Tellegen en riep zo hard als hij kon: "Nog van dat!"
Bert Van Molle

Paul Verrept
Klein verhaal van de nacht
Clavis, Hasselt, 28 p., 350 fr.
Kleuters.

Thierry Robberecht
Philip Goossens (ill.)
Ik kan weer lachen
Clavis, Hasselt, 28 p., 495 fr.
Kleuters.

Doortje Hannig
Aller-, allerbeste vrienden
Leopold, Amsterdam, 28 p., 550 fr.
Kleuters.

Sylvia vanden Heede
Thé Tjong-Khing (ill.)
Vos en Haas op het eiland
Lannoo, Tielt, 108 p., 565 fr.
vanaf 6 jaar.

Toon Tellegen
Mance Post (ill.)
Ze sliepen nog
Querido, Amsterdam, 54 p., 500 fr.
vanaf 9 jaar.



TerugCopyright ©  De  Morgen                     4 oktober 2000.



<plaintext>