Het boek gaat over Anna die op een ster woont. Met haar toverkoffertje gaat
ze in het heelal rondkijken. Bij het wolkvolkje (De wollukkers) maakt ze kennis
met hun gemene koningin, die Anna haar koffertje afneemt. Uiteindelijk wordt
ze door de lieve koning geholpen.Bij moeder die op de maan woont, haalt Anna maanzaadjes die licht geven en zo helpt ze de Wollukkers van de duisternis af.
Het verhaaltje komt zelf ook vrij duister over. Een aantal sprongen en verbanden zijn me niet onmiddellijk duidelijk. Toch drukt het de pret niet, want er is veel ruimte om zelf te fantaseren. Ook de illustraties helpen daar zeker bij. Ze zijn veel minder "af" en liefelijk dan in "Mijn vriend Jim" en vragen nog een eigen invulling. Beide boeken zijn heel verzorgd uitgegeven met mooi, glad, crèmekleurig papier.
Opa Pettson wil z'n kippen een pleziertje doen en neemt een haan voor hen mee.
Iedereen is opgetogen over de nieuwe aanwinst, behalve Findus de poes. Findus
is jaloers op alle aandacht die die snoeshaan krijgt. Na hem op allerlei manieren
het zwijgen op te leggen, of dat toch te proberen, krijgt Findus de haan toch
zo ver dat hij het erf verlaat. Findus kan eindelijk victorie kraaien! De haan
heeft echter waardig afscheid genomen van z'n vriendinnen, wat betekent dat
Findus binnenkort voor kraamzorg zal mogen spelen.
Dries en Dries zijn twee vrienden, ze lijken ook op mekaar, dus misschien
zijn ze wel een tweeling? Ze trekken er op uit en beleven allerlei kleine
avontuurtjes: kamperen, kuilen graven, lezen, zwemmen, indiaantje spelen,
stenen verzamelen en nog veel meer. De avonturen worden weergegeven door drie
kleine plaatjes en beslaan telkens één bladzijde.