Niet
voor volwassenen: gesprek met Marc de Bel, auteur van het Jeugdboekenweekgeschenk
'Ik
hou mijn vinger aan de kinderpols'
Pinkie
en de Kwietenkoning heet het Jeugdboekenweekgeschenk dit jaar. Geen twijfel
mogelijk met zo'n titel: dit is een boek van Marc de Bel. De Bel is even
populair bij zijn publiek als hij verguisd wordt door jury's en critici:
zeer. Een gesprek met de Herman Brusselmans van de Vlaamse jeugdliteratuur
over prijzen, appreciatie en inspiratie.
Zesenveertig
boeken heeft hij ondertussen geschreven. Toch kan Marc de Bel het aantal
bekroningen voor zijn werk door uit volwassenen samengestelde jury's nog
steeds op de vingers van nul handen tellen. Steekt hem dat niet?
Marc
de Bel: "Blijkbaar vinden de mensen in die jury's mijn boeken niet literair
genoeg. Ik ben er vandaag niet meer rouwig om dat ik nooit zo'n prijs krijg.
Acht jaar geleden droomde ik daar nog wel van. Maar geen haar op mijn hoofd
dat daar nu nog aan denkt. Ik ben elk jaar heel blij met de prijs van de
kinder- en jeugdjury's, ook al heb ik die de voorbije drie jaren niet aanvaard
uit protest tegen de manier van nomineren. Ik vind dat kinderen veel meer
gehoord moeten worden. Ik schrijf gewoon de boeken die ik zelf als kind
dolgraag had willen lezen. Overigens, ik schrijf zelf ook goedgeschreven
boeken, met een uitgewerkte plot. Vraag het maar aan de kinderen.
"Helaas
lees ik nooit boeken van collega's. Ik word nu bananenrood op mijn wangen.
Ik zie ook niet in wat anderen meer aan vakmanschap zouden kunnen hebben
dan ik. Een andere vorm van vakmanschap misschien? Of dat nu zoveel beter
of slechter is, wie ben ik om daarover te oordelen?"
Om de
eentonigheid in de bekroningen wat te doorbreken, dragen de organisatoren
van de kinder- en jeugdjury's nu zelf een nominatielijst voor. Op die manier
kreeg De Bels De Fautenkampioene (1997) geen kans.
Terwijl
hij wèl onvergelijkelijk populair is. Op de Antwerpse Boekenbeurs
veroorzaken zijn signeersessies steevast een volkstoeloop. Hij krijgt dagelijks
fanmail en wordt overvraagd voor lezingen. Zijn inmiddels al 46 boeken
verkopen als zoete koek en het loopt storm voor de verfilming van zijn
Blinker en de bakfietsbioscoop. Ook de Geletterde Mensen-tournee
met Jan de Smet trok volle zalen en vroeg om verlengingen.
Zijn boeken hebben dan ook alles in huis om een jong publiek te bekoren.
De thema's zijn vaak geplukt uit de actualiteit: kindermishandeling en
-prostitutie, de hormonenmaffia, milieuverloedering, zwarte magie... Er
wordt druk gevloekt en gepest en de winden zijn niet van de lucht. De vaak
melige kolder en het populaire taalgebruik zijn op kinderen toegesneden.
De helden zijn rebelse milieufanaten of avontuurlijke speurders die het
opnemen tegen kwaadaardige volwassenen. Alleen volbloed fantasten an anarchistische
dromers krijgen respijt. Ook in het VBVB-boekenweekgeschenk Pinkie
en de Kwietenkoning is de vader een aardige, overjarige hippie
met een circus- en een bajesverleden, die altijd om geld verlegen zit.
"De
Kwietenkoning is geen loser," wijst De Bel me terecht. "Hij is een
winner voor 100%. Hij is Kwietenkoning! Prins Filip zou het trouwens niet
graag horen dat je een koning een loser noemt. Hij heeft een fantastisch
leven, dat hij op zijn manier leeft. En daar geniet hij van. Zijn dochtertje
heeft het moeilijk met zijn kleine kantjes. Hij vergeet altijd wat hij
beloofd heeft en hij is erg slordig. Maar veel vaders zijn zo, denk ik.
Het boek draait ook om de echtscheidingsproblematiek. Dat ouders uit elkaar
gaan kan ik niet erg vinden. Ik vind het haast normaler dat mensen scheiden
dan dat ze bij elkaar blijven. Maar ze moeten het dan wel zo doen dat kinderen
daar geen seconde het slachtoffer van worden. Dat is zowat de boodschap
die ik met dit boek wilde meegeven. Maar nu zit ik hier weer met mijn frikkige
wijsvingertje te zwaaien."
De
Boeboeks bevolken een reeks populaire boeken voor jongere lezers. Het zijn
onbestemde, groene, zwartharige creatuurtjes die acht jaar geleden op een
zwoele zomeravond opdoken op de tuintafel van Marc de Bel den zijn echtgenote
Mie Buur. Piepel en Soeza vertellen hun verhalen, Marc schrijft ze op en
Mie tekent ze uit. Een onwaarschijnlijk verhaal, waar de schrijver niettemin
rotsvast in lijkt te geloven. En dan is er zijn mythische open fontanel.
Op zijn elfde viel De Bel uit een boomhut en aan die val hield hij als
bij wonder een gescheurde fontanel over die de aanstormende verhalen toegang
verleent tot zijn hoofd. Zo komt het ook dat hij dat jongetje van elf gebleven
is. Op mijn lacherige vraag of hij dat nu allemaal echt gelooft en of een
en ander ook medisch is vastgesteld, komt een formeel antwoord.
"Zo
is het echt. En nee, dat is nooit medisch vastgesteld, maar als dat zou
gebeuren, dan zou het meteen waar blijken. Ik krijg ideeën, fantasie,
verbeelding binnen via mijn fontanel en ik laat die dan ontkiemen in de
composthoop die in mijn hoofd zit. Die verhalen zijn als zaadjes. Sommige
groeien heel snel en andere hebben jaren nodig. Ik zal nooit iets forceren,
het is als watching the river flow. Die ideeën kristalliseren
dan ergens tot een apart verhaal met eigen figuren en intriges. Pas dan
ga ik aftappen en opschrijven.
"Ik weet dus nooit vooraf hoe een verhaal er zal uitzien of hoe het afloopt.
Het overkomt me allemaal. Vroeger dacht ik dat ik die verhalen zelf verzon.
Nu niet meer. Ik zet ze gewoon op papier. Ik gebruik de term 'medium' niet
graag, dat riekt naar New Age - gezwam. Maar toch. Die verhalen zijn er
al. Net zoals de klei waar iemand een pot mee maakt er al is. Of vergelijk
het met de alambiek waarmee calvados gedistilleerd wordt in Normandië.
Het kruiden en het op smaak brengen, dat doe ik zelf met wat kinderen mij
vertellen, schrijven of telefoneren en met mijn eigen jeugdherinneringen.
Ik hou mijn vinger aan de kinderpols. Door mijn fanmail weet ik heel goed
waar kinderen mee bezig zijn, wat hen boeit, wat ze grappig, spannend,
keinijg of treurig vinden."
Intussen
wordt druk aan de populariteit van Marc de Bel gewerkt. De Belhamelclub
wint elke dag vele zieltjes bij via een krantje en een website. De Boeboeks
worden als knuffels, op stickers en sleutelhangers vereeuwigd en het Platform
Streekontwikkeling van het Meetjesland diende een project in voor een Boeboeksspeelbos
of een Marc de Bel Pretpark. Onderhandelingen met Noorwegen over een internationale
verspreiding van de Boeboeks zijn volop aan de gang.
Annemie
Leysen
Copyright
©
15 maart 2000.