"SomsDit is pure peuterwijsheid uit de pen van Hans en Monique Hagen, een Nederlands auteursechtpaar dat eerder al enkele dichtbundels voor ukjes schreef. Hun nieuwste heet Jij bent de liefste. Zoals de titel laat vermoeden, dansen de versjes door de kleine en grote emoties heen die peuters en kleuters elke dag voelen. Nieuwe schoenen die je voeten doen groeien, mama die er niet is als ze slaapt, zin in een hondje en logeren bij opa, het zijn maar enkele thema's. Het hoofdpersoontje kijkt al filosoferend naar de dingen: waarom blijven wolken niet hangen? Kunnen de sterren mij zien? Is denken onzichtbaar? De taal die gehanteerd wordt is eenvoudig maar tegelijk subtiel, en drukt heel goed de verwondering en de blijdschap uit die kleine kinderen eigen is:
val ik hard
dan huilt mijn knie
tranen rood van bloed
en uit mijn ogen
druppeltjes verdriet
soms
val ik zacht
dan huil ik niet"
"Oma is lachenDe prenten van de internationaal befaamde Marit Törnqvist geven aan elk gedicht een andere kleur en dimensie. Echt spectaculair is de zonnebloemenzee, die na een blauwe wolkenlucht ('Wolken') en een vale zonsopgang ('Zon kom op') je in de fel gele kleur van het zuiverste zuiden tegemoet straalt. Twee kleine bootjes varen op een zee van zonnebloemen:
oma is rimpels
oma is lief
en oma is oud
haar haren zijn van zilver
en haar tanden zijn van goud"
"Zonnebloemen draaienEén gedicht, 'One two three', tast op een leuke manier de eigenaardigheden van het Engels af:![]()
met de zon mee
van vroeg tot laat
met de zon mee
tot hij ondergaat's nachts
draaien zonnebloemen
langzaamaan
niet vlug
's nachts
draaien zonnebloemen
zachtjes terugtot de zon komt
met de zon mee
zonnebloemenzee"
"En hond is a dogDe conclusie is duidelijk: "Engels is gek / ik heb een boek in mijn bek."
een kat is a cat
en this is iets anders dan that
this is a dog
and that is a cat"
Een klein kunstboek is het uniek tweetalig project geworden van de Zuid-Afrikaanse
dichter Philip de Vos en illustrator Piet Grobler, Het carnaval der
dieren. Geïnspireerd door het gelijknamige muziekstuk van Saint-Saëns
schreef De Vos vijftien kindergedichten, die telkens broederlijk naast
de vrije vertaling van Fran de Jong staan op de linkerpagina. Rechts staat
dan een kunstwerkje van Grobler waarop het desbetreffende dier met humor
wordt afgebeeld. Als je om beurten het Nederlands en het Afrikaans voorleest,
zie je dat zij allebei hun eigen cadans hebben. De vergelijking tussen
bepaalde woorden in de twee verwante talen is ook echt wel grappig. De
ezel is een donkie. "Nooit meer even lekker dutten" is oorspronkelijk:
"Ek kan nie dut, ek kan nie gaap nie, nooit weer rus en nooit weer slaap
nie." In het gedicht 'Vogels' vliegt een bonte stoet naar het zuiden
en terug: bokmakierie, kokkewiet, kiekendief en secretaris, kwikkie, mossie,
hadida, tjiftjaf, tureluur en gier, weidepieper, goudpluvier, janfiskaal
en jantatarat, koerkoerduif e pierewiet. "Elkeen sing sy eie lied".
Voor kinderen vanaf een jaar of acht is het grappige Dagboek van August
Tholen, een prentendagboek dat geschreven en getekend werd door de
Nederlander Mario van Brakel. Op 7 januari begint August met veel vlijt
aan een dagboek. Hij schrijft zowat alle tien minuten een belangwekkende
gebeurtenis op (boterhammen gegeten, tafel afgeruimd, een saiuns fiksjunboek
gelezen). Dan besluit hij, om zijn dagboek boeiender te maken, van er een
en ander bij te tekenen. Dat doet hij op bruin inpakpapier. Hij tekent
een leeuw in de dierentuin, zichzelf als hij van de hoge duikt, en zijn
vader in de badkamer: "Als ik in de badkuip lig / zie ik papa zichzelf
scheren / en moeder komt zich epileren / wordt ik later ook zo harig???"
Over
de volwassen exemplaren onder zijn familieleden heeft August zo zijn idee.
Ouders geven je bijvoorbeeld altijd hun ouwe troep (zoals een lekkende
vulpen) en zijn dan verbaasd als het kapotgaat. Hilarisch is zijn experiment
met de nieuwe vogelvoedertafel die hij voor zijn verjaardag kreeg. De vogels
willen helemaal niet verschijnen, en de poes van de buren moet worden afgevoerd
omdat zij al het brood en vogelzaad heeft opgegeten. Pas echt goed is de
schets die de negenjarige August van zijn oom Harm maakt. Ome Harm is kunstschilder
en heeft heel gekke vrienden: "Ze kunnen soms urenlang staan praten over
een schilderij. Over de koppositie (dat is waar iemands hoofd staat), of
over horizontale en verticale lijnen. Dat is een krom streepje dat rechtop
staat. Ondertussen zit ik maar te wachten." Ook zijn kijk op de schilderijen
in het museum is bijzonder grappig, en zijn analyse van de onnozelheid
van de volwassenen verpletterend. Leuk voor kinderen, spiegeltje voor ons?