De
schrik van je leven
De
Amerikaanse schrijfster Carolyn Coman dropt de lezer meedogenloos in haar
verhaal als in een woestijn. Zonder zachte voorbereiding, zonder achtergrond
of voorgeschiedenis. Meteen de rauwe werkelijkheid: aan tafel zit een gezin
van vier; twee halfvolwassen kinderen, een getraumatiseerde oorlogsveteraan
en een dodelijk vermoeide moeder. Alles draait in de eerste plaats om Bee
en Jack, zus en broer, die niet weten wat aan te vangen met de vreemdsoortige
liefdesrelatie die tussen hen bestaat. Wanneer ze een weekend alleen in
huis blijven, komt het verleden als een boemerang naar hen terug. We bevinden
ons ergens in het hoofd van Bee, bijna veertien jaar, ontevreden met haar
te dikke onderlip en te slappe kin. Ze wordt door haar broer 's nachts
verrast in bed en beseft plots dat dit 'spelletje' haar bekend voorkomt.
Ze speelde toen ze een jaar of tien was oorlogje met Jack, waarbij zij
steeds een gewonde soldaat, en hij 'de redder in nood' speelde. 's Avonds
zaten ze aan tafel met een vader die moeizaam revalideerde en een moeder
die hem voerde als was hij een kind. Overdag speelden ze in de bossen en
werden de reddingsacties stilaan en ongemerkt lichamelijker.
Ze is
veertien en hunkert naar het lichaam van haar broer, en tegelijk voelt
het alsof een landmijn ontploft en aarde en hemel aan stukken rijt. Bee
is helemaal de kluts kwijt. Een pijnlijke afwisseling van aantrekken en
afstoten volgt. Over hun 'oorlogje spelen' wisselen ze geen woord, maar
als Bee plots haar broer confronteert met de waarheid, maakt ze de magie
stuk. Ze knipt het nachtlampje naast Jacks bed aan en vergelijkt het geluid
ervan met "het krakende geluid dat bomen maken als het heel erg koud was,
alsof ze binnenin hun eigen stam kapot knapten. Dat plotselinge, holle
geluid hoorde ze regelmatig in het bos als ze op haar rug lag te wachten
tot Jack zou komen om haar te redden."
Vier
dagen beslaat het boekje, voor elke dag een hoofdstuk. Vrijdag, zaterdag,
zondag en Labour Day. Zaterdag verbeeldt Bee zich dat Jack door
een beer aan stukken wordt gereten (en dat ze hem moet 'redden'), zondagochtend
ontdekt ze onder haar nachtkleed een verscheurde en opengereten romp, littekens,
wonden. Haar rug en benen zijn bedekt met een netwerk van wortels: uitstulpingen,
knoestige knopen en knobbels, de afdruk van bosgrond. Bee krijgt de schrik
van haar leven. Ze is door dat oorlogje spelen vreselijk gewond en ook
Jack kan het niet langer aanzien. Op het eind van het boek doet hij de
cynische mededeling dat hij in het leger zal gaan en het huis verlaat.
Oorlogje
spelen is een mager ogend boekje van slechts 75 pagina's, maar het
verlamt de lezer voor enige tijd. Comans schrijfkunst is fabelachtig. Zelfs
in vertaling roept ze in een verhaal waarin weinig gebabbeld wordt een
levensechte sfeer op. Het piepkleine binnenpleintje waar Jack op een hete
zomerdag staat te basketten, bijvoorbeeld, krijgt meer dan drie dimensies:
je ruikt en voelt het zweet en de hitte, de te snijden loomheid, de sensualiteit
van twee schaars geklede tieners, spieren en lijven.
Carolyn
Comans eerdere boek, Wat Jimmy die
nacht zag, noemde ik "een verhaal als een vuurpijl: kort, flitsend
en krachtig". Haar nieuwe boek is even sterk en toch anders? Oorlogje spelen
heeft een surrealistisch kantje, is minder 'hijgend' geschreven dan Wat
Jimmy die nacht zag. Jimmy was een opgejaagd dier en dat was voelbaar
aan de stijl. Bee in Oorlogje spelen is een sloom ding dat alleen
binnenin een alles verterend vuur heeft, en ook dat weet Coman duidelijk
te maken in haar schrijfstijl.
David Almonds eerste kinderboek, De schaduw van Skellig, is al een
tijdje uit. Almond schreef voordien vooral verhalen voor volwassenen, schrijfsels
waarvan hij nu meent dat ze slechts voorbereiding waren voor het echte
werk: romans voor kinderen. De schaduw van Skellig groeide in Engeland
uit tot een enorm succes en werd vorig jaar bekroond met de Whitbread Children's
Book of the Year. Het werd meteen in een tiental talen vertaald. Het verhaal
is ongewoon: Michael vindt in de bouwvallige garage in de tuin van zijn
nieuwe huis een zieke, verzwakte man. De eerste kennismaking is ronduit
angstaanjagend, maar Michael wordt door Skellig aangetrokken. Hij leert
hem beter kennen, beseft dat hij veel minder oud is dan hij lijkt, en meer
liefde nodig heeft dan zijn norse houding uitstraalt.
Michael
deelt zijn geheim met Nina, zijn eigenwijze buurmeisje. Samen ontdekken
ze een vreemde, zachte knobbel onder het jasje van Skellig, ter hoogte
van zijn schouderbladen. Ze verzorgen Skellig en zorgen ervoor dat hij
weer op de been geraakt. Skellig is geen gewone man, maar een of andere
tussenvorm tussen een engel en een uil, een roofvogel en een mens. Parallel
met Skelligs verhaal loopt er nog een ander; dat van Michaels kleine zusje
dat erg ziek is. De baby moet naar de kliniek, en naarmate Michaels machteloosheid
daartegenover groeit, sterkt Skellig aan. De schaduw van Skellig
imponeert in vele opzichten: het is ontroerend, verfrissend en spannend.
Almond schrijft sober en direct, rekent af met wat vooroordelen en laat
een gezin zien dat best bij mij in de straat zou kunnen wonen. Zelfs het
bestaan van de mysterieuze Skellig trok ik bij het lezen nauwelijks in
twijfel. De schaduw van Skellig is technisch gezien perfect: precies
uitgebalanceerd, evenwichtig, met het juiste aantal spanningspunten en
climaxen, en een geknipt einde.
Belle
Kuijken
Carolyn
Coman
Oorlogje
spelen
Querido, Amsterdam, 75 p., 399 fr.
vanaf 15 jaar.
David
Almond
De
schaduw van Skellig
Querido, Amsterdam, 160 p., 499 fr.
vanaf 10 jaar.
Copyright
©
9 maart 2000.