God
is een konijn
Kleine
kinderen filosoferen graag en doen dat vanzelf. Hier en daar begint men
de noodzaak in te zien om hen deze gave te laten koesteren. In uitzonderlijke
gevallen wordt er op school aandacht aan besteed. Uitzonderlijk, want de
meeste volwassenen hebben het filosofisch denken lang geleden onder de
mat geschoven wegens niet verrekenbaar of productief. Kinderboeken vormen
gelukkig vaak eilandjes waar dromen en fantaseren zijn toegelaten.
Wat
is liefde, vraagt een klein vosje zich af in Ook al ben je nog zo stout
van Debi Gliori. Kleine vos voelt zich onbegrepen door zijn moeder, die
altijd maar bezig is in het huishouden of aan de telefoon. Hij wordt kwaad
en balorig, stoot de emmer om en gaat zitten mokken: "Ik ben stom, ik ben
klein, ik doe alles fout..." Hij merkt dat mama niet boos is en wil wel
eens uittesten hoe ver die liefde gaat. Wat als hij zou veranderen in een
wilde beer? Of een grote mug? "En als ik een krokodil zou zijn?" Maar mama
is vastberaden. "Dan poets ik je tanden, de hele rij, en geef er ook nog
een kusje bij." Dan wordt het moeilijker: "Is liefde iets dat kapot kan
raken? En als het stuk is, kun jij het dan maken?" Terwijl zoon en
mama over de liefde praten, werken ze samen hun avondritueel af. Ze eten,
lezen een verhaal, gaan in bad en met een boek naar bed. Maar kleine vos
is nog altijd niet gerustgesteld. "Vosje keek naar de nacht achter het
gordijn. 'En als we er later niet meer zijn?' " Het antwoord van
zijn moeder ligt in de sterren.
Voor
volwassenen wordt de uitwerking van dit thema al snel melig, en dat is
ook mijn eerste gevoel. Toch weet elke ouder van kleine kinderen dat zo'n
gesprek vroeg af laat komt, omdat die angstige vragen bij ieder kleuter
leven. En dat onze antwoorden even geruststellend zijn. Vooral voor kinderen
die echt hun papa of mama hebben verloren, kan dit boek vol mooie prenten
in diep warme kleuren troostend werken.
Nog zo'n vraag die kleine kinderen net als grote filosofen bezighoudt,
omdat het antwoord zo onmetelijk onvatbaar is: bestaat God, en zo ja, wie
is hij dan? Vooral in de eerste klas, waar kinderen geconfronteerd worden
met de klasopdeling godsdienst-zedenleer, wordt daar nogal wat over heen
en weer gepraat. Het jongetje in God van Paul Verrept heeft
zijn eigen oplossing gevonden. Hij kreeg van zijn opa een verrekijker,
klom op een stoel en zei: "Ik zal eens kijken of ik God zie." Hij ziet
een wit konijn. God is dus een konijn. Hij heeft een vrouw en drie kinderen.
Gaandeweg denkt de jongen verder over het wezen van God. God leert zijn
kinderen dat ze netjes hun wortelen moeten eten. Hij eet zelf zijn bord
helemaal leeg. 's Avonds stopt God zijn kinderen in bed en tovert ze in
slaap. Gelukkig zet God ook de wekker, zodat iedereen 's morgens
weer wakker wordt. Je eigen vader is dus ook een beetje God. Maar hij moet
wel perfect zijn, want God is het liefste konijn van de hele wereld. Hij
houdt van iedereen. God heeft wel vuile voeten, maar dat is een ander verhaal.
Paul
Verrept, die eerder al enkele versjes van Van Ostaijen voor kinderen in
de verf zette, zet hier met enkele toetsen het filosofisch denken in gang,
maar laat verder alles open. Zowel gelovig als niet-gelovige ouder kunnen
vanuit de gezellige prenten van Verrept vertrekken om met hun kinderen
te filosoferen.
Als God dan al een konijn is, dan houdt hij zeker van het Groenteboek
voor jonge spruiten, het leuke debuut van de Brugse illustratrice Anneke
Portier. Een vrolijke en lofwaardige poging om groenten populair te maken
bij kinderen. Ik zal nooit va mijn leven spruitjes eten zonder eraan te
denken dat de lekkerste spruitjes met een vliegtuig naar je mond gevlogen
worden, zoals mijn moeder met succes volhield. Maar ik wist niet dat wortels
in de Wortelbond vitamientjes leren schieten, dat sla droomt van een heerlijk
fris bad en een verwenbeurt met slaolie, en dat Paprika Patser de kampioen
onder de groenten is. Met humor legt Willem Wortel uit wat caroteen is
en waarom het zo goed is voor je huid. Slaatje Slaap heeft ook wel eens
nachtmerries over slijmerige slakken en bladluizen. Petoetje Petatje wil
het liefst in de pot met zijn jasje aan, want zo kan hij je beschermen
tegen de kou en tegen ziekten. En het lijf van Paprika Patser barst van
de vitamine C. Hij laat de microben alle hoeken van de ring zien en maakt
met zijn kracht en kleur van elke maaltijd een feest. De groenten leggen
ook uit hoe zij het liefst worden bereid, met tot de verbeelding sprekende
recepten.
Maar wat als je moeder helemaal niet geïnteresseerd is in gezonde
groentjes maar alleen taartjes wil? Dat achtervolgt het jongetje in Moeder!
van Kim Fupz Aakeson en Mette-Kirstine Bak. Zijn moeder is niet een beetje
dik zoals de moeders van sommige andere kinderen. Moeder is zo dik als
een olifant. " 'Misschien zou je af en toe een worteltje kunnen eten',
stel ik wel eens voor, want ik heb gehoord dat je van worteltjes zo mooi
slank wordt. 'Maar ik ben toch geen konijn,' lacht ze en knijpt in mijn
wang. 'Ik ben een moeder.' " De jongen durft amper op te kijken als moeder
in de bus of op het schoolfeest over eten begint, en zit de hele tijd beschaamd
de gedachten te raden van de andere mensen: "Eerlijk gezegd zou die wel
eens een kilootje of vijftien mogen afvallen, die dikke koe." Of: "Wauw,
zoveel vet heb ik nog nooit bij elkaar gezien." Om haar gedrag te compenseren
doet hij overal vreselijk zijn best. Op een dag kan hij het niet meer aan.
Hij belt aan bij de nieuwe buurvrouw, die slank en rustig is. "Wilt u niet
misschien een leuk jongetje hebben, zoals ik?" Vlekkeloos doorstaat hij
al haar vragen over braaf zijn, groente eten en goed leren op school, en
hij mag blijven. Alleen... het woord 'moeder' komt niet over zijn lippen.
Hoe ze samen ook proberen (m-m-m-mossel, m-m-makreel, muesli, meester,
maan, medicijn), moeder kan hij haar niet noemen. Daar is namelijk meer
voor nodig. Veel meer.
De nogal
wild getekende en geverfde prenten geven een uitbundige sfeer aan de wilde
vraatzucht van de dikke en altijd lachende moeder en de schaamte van de
kleine zoon, die haar niet kan tegenhouden. Moeder! handelt op een
originele manier over de liefde tussen moeder en kind, die niet altijd
op een suikerspin lijkt.
Kathy
Lindekens
Debi
Gliori
Ook
al ben je nog zo stout
Van Holkema en Warendorf, Houten, 26 p., 498 fr.
Paul
Verrept
God
Clavis, Hasselt, 28 p., 495 fr.
Anneke
Portier
Groenteboek
voor jonge spruiten
Standaard, Antwerpen, 36 p., 595 fr.
Kim
Fupz Aakeson
Moeder!
Querido, Amsterdam, 24 p., 559 fr.
Copyright
©
19 januari 2000.