Sabine.De.Vos@fantasia.com

'De andere wereld' van een omroepster

Schrijven is schrappen? Niet voor bezige televisie- en radiobij - en nu ook moeder van twee bengels - Sabine De Vos. Voor ze het zelf goed en wel besefte had ze alweer een jeugdboek van bijna 200 bladzijden bij elkaar gecomputerd. De Vos debuteerde vorig jaar met Godin van de wieg, een bundel multiculturele kinderverhalen. In haar tweede boek, de roman De andere wereld, gooit ze het inhoudelijk over een andere boeg, maar stopt ze de lezers wel opnieuw een paar korte verhalen toe.

Sabine De Vos   Sabine De Vos: Ik kan het blijkbaar niet laten. Achter mijn schrijftafel komen ze veel dingen in mijn hoofd, dat ik de verhaallijnen steeds verder ga uitwerken. Invallen noteer ik zijdelings snel op papiertjes. Aan het eind krijg ik dit soort raamvertelling met nog een paar andere verhalen erin. Die probeer ik dan zo gevarieerd te maken, dat alle lezers er iets aan hebben.
   Heb je altijd graag geschreven?
   De Vos:  Op school maakte ik al de opstellen en boekbesprekingen van mijn klasgenoten. En ik had altijd goede punten. Cursussen heb ik er niet voor gevolgd. Het is iets wat in mij zit en dat er gewoon uit moet.
   Waarom kinderboeken?
   De Vos: Je speelt net iets meer op veilig. Volwassenenboeken zijn vaak zo serieus en worden ook zo kritisch gelezen. In een kinderboek kan je dingen kwijt die in 'grote boeken' niet meer kunnen. Maar ook volwassenen kunnen dit boek makkelijk lezen. Die halen alle dubbele bodems eruit.

Zintuigen prikkelen

   Wat is voor jou een goed kinderboek?
   De Vos: Het moet spannend zijn én er moet humor in. Ik hoop van harte dat kinderen met mijn boek kunnen lachen. En dat ze vragen stellen. Nadat ze het verhaal van Remi gelezen hebben, zullen ze misschien uit het raam kijken en plots veel meer dan een sterrenhemel zien. En wie zegt dat er dààr ook niet meer is? Misschien hebben we bepaalde zintuigen nog lang niet ontdekt. Leuk om kinderen op die manier te prikkelen.
   'De andere wereld' getuigt in elk geval van een grenzeloze fantasie, tot in de namen toe.
   De Vos: Het is zo leuk hé, fantaseren. Maar let wel: wat moet kloppen, zoek ik allemaal op. Voor het astronomische luik van het boek heb ik me bijvoorbeeld laten bijstaan door Frank Deboosere. Als je kinderen fenomenen wil uitleggen, moet dat toegankelijk en correct gebeuren.

Verscholen engagement

De andere wereld   Hoeveel heb je er van jezelf ingelegd?
   De Vos: Weinig eigenlijk. Ik ben een kreeft en dus van nature nogal 'fantaserend'. Vroeger viel ik daar andere mensen mee lastig, nu kan ik het in een boek kwijt. Een aantal interessepunten zitten er ook in: het 'buiten' en wat zich 'aan de andere kant' afspeelt. Als kind keek ik vanuit mijn slaapkamer uit op een kerkhof en fantaseerde ik daar al over. Het idee om daar iets mee te doen, is tien jaar oud. Iemand heeft me dit boek zelfs ooit voorspeld.
   Mijn engagement vind je veeleer tussen de regels: niet voor niks is Remi's vriendinnetje Indisch en zijn moeder een oppervlakkige kapster, voortdurend bezig met haar uiterlijk.
   Hoe reageren kinderen op jouw boeken?
   De Vos: Op het eerste boek kreeg ik heel positieve reacties. Dit tweede boek lezen de meesten in één ruk uit. Ik heb trouwens kinderen de titel laten kiezen, uit drie mogelijkheden. Wat ze leuk vinden, leer je gauw genoeg. Jongens verkiezen het verhaal van de zeerover, meisjes hebben het meer voor het liefdesverhaal van Valentijn.
   Jij blijft graag met zoveel mogelijk verschillende dingen bezig?
   De Vos:  Het komt allemaal nogal op me af. Dikwijls neem ik me voor om eens rustiger te gaan leven, maar dan is er dat ene telefoontje waardoor ik weer vertrokken ben...
   Ik heb tijd tekort. Nu schrijf ik tussendoor, zo'n twee à drie dagen per week. Ooit hoop ik er fulltime mee bezig te zijn. Mocht dit boek bijvoorbeeld kunnen vertaald worden... Er komt zeker een vervolg.
Annelies De Waele

Sabine De Vos
De andere wereld
Standaard Uitgeverij, 175 p., 495 fr.
Omslagillustratie van Koen Schepens
vanaf 10 jaar.


TerugCopyright ©  Het Volk                     oktober 1999.