Toverkunst

Beesten: MuziekJa, daar gaan we. En ik probeer het kind in mij aan zijn trekken te laten komen en zou dus blij opgewonden moeten zijn bij het zien en doorbladeren van de drie kleinoodjes die Svjetlan Junakovic bij Davidsfonds/Infodok heeft laten verschijnen, nadat ze eerst al eens in Zürich waren uitgekomen. Telkens gaat het om voorstellingen van allerlei dieren, de ene keer gaat het om dieren en kleuren, de andere keer om dieren en kleren en ten slotte nog een keer om dieren en muziekinstrumenten. Voor deze boekjes - hoog en smal formaat, verrassend en kunnen ze wel op een kinderschootje? - moet ik wel het heel jonge kind in mij wakker maken.
   Maar tegelijk is het zo dat ook de volwassene zeer appreciërend zit te kijken en door te bladeren  en uit te klappen en te monkelen. Kijk, ik zie bijvoorbeeld een paarse paraplu, waarbij deze tekst: "Paars als een gekke paraplu, zo zijn mijn schubben, blubbert Victor", en ik klap uit en doe mijn petje af voor het talent van Svjetlan Junakovic. Want hoe die van een paraplu een vis maakt, dat lijkt toverkunst, doe je petje maar af.
   Een handigheidje zal je zeggen. Een pak handigheidjes. Maar berust niet ook het schrijvend openklappen van alle verhaalelementen en een echt en waar boek op handigheidjes? Laat niet ook de goeie schrijver bij manier van spreken eerst een paraplu zien, die dan treffend en geloofwaardig en verrassend over moet gaan in een vis? En als dat lukt, dan is de goeie schrijver blij en de goeie lezer evenzeer. Svjetlan Junakovic (die tekent en schrijft) man dus blij zijn en wij ook.
   Ook om Tekenwereld mogen we blij zijn en nog meer dan dat. Want zelden heb ik zo'n licht en hecht in elkaar gestoken verhaal gelezen. Een toonbeeld van inventiviteit.
   Moet je weten dat de vertellende hoofdpersoon in dit boek het jongetje Jelle is, die daartoe aangezet door het gezeur van zijn jongere broertje voortdurend verhaaltjes moet vertellen. En er ook plaatjes bij moet tekenen. En Jelle vertelt hoe hij op een avond het begin van een verhaaltje vertelt en dan moe wordt en belooft de volgende dag verder te vertellen. Doet dat dan ook na veel aandringen, zelfs van zijn mama.
   Opnieuw wil het kleine broertje dat er een plaatje bij wordt getekend. Maar Jelle wil slechts tekenen op voorwaarde dat hij een tekenboek krijgt. En in dat tekenboek tekent Jelle een wolf en verzint daarbij een verhaal dat niet de vorige verhaaltjes voortzet, iets helemaal anders dus.
   En later, wanneer toch het initiële verhaal verder loopt, wordt daarin als terloops aan elementen uit het wolvenverhaal gerefereerd. Een mooi dwarsverband.
   Het boek is trouwens een geheel van verbindingen. Kijk maar: het vertelt het leventje van verteller Jelle en van zijn gezinsgenoten en verbindt dat met de verschillende verhaallijnen die Jelle uitzet en verbindt en weeft daar de plaatjes doorheen die Jelle tekent en maakt én van de overige gezinsleden én van Jelle zelf personages die met in in het vertelde verhaal worden verbonden. En al dat in elkaar werken gebeurt licht, speels, vanzelfsprekend, natuurlijk, zonder nadruk.
   Ook merk je dat Jelle zelf meer en meer opgaat in zijn verhaal, zodat het geleidelijk aan meer omvang krijgt en niet meer zoals in het begin tien geschreven regeltjes bedraagt, maar vijf, zes, zeven bladzijden; nee, dan wordt Jelle niet meer moe, dan dreigt hij er niet meer mee het verhaal af te breken wanneer hij geen tekenboek krijgt. Want Jelle is dan verhaal geworden en elk verhaal loopt tot het zijn eindpunt heeft bereikt.
   Verdere eigenschappen?
   De afwisseling. Ja, van aan de ene kant de flitse dialoogtoon met aan de andere kant de andersoortige maar toch ook flitse toon van de verhaalbrokken. Zodat het boek een ritme krijgt dat je voortstuwt van toon naar toon. En ook - maar dat suggereerde ik al - van fantasie naar fantasie. En tijdens het voortgestuwde lezen bedacht ik voortdurend dat dit een boek is om te herlezen. Nee, het 'moet' niet, maar het is ervoor geschikt en dat kan niet van veel boeken worden gezegd.
Uit: Juffrouw Drie-Erwtjes   Dus heb ik het herlezen. Goed hoor! En als zoiets zou kunnen, dan besprak ik het ook een tweede keer. Alvast de namen van Stef van Dijk (tekst) en Sandra Klassen (illustraties) noteren.
   En bovendien die van Karlijn Stoffels, die met Juffrouw Drie-Erwtjes een geestig boek voor kinderen van een jaar of acht heeft geschreven. Over een schooljuf die bezeten is van hygiëne. Maar méér nog over een gezinnetje waarin de ouders nu eens niet het leven lijden, maar leiden.
   En ze amuseren zich.
   Er gaat een sfeer van water met belletjes en van schuimwijn uit van dit niemendalletje. En al zitten er in het boek heel wat grappig bedoelde situaties waar je als volwassene meteen déjà-lu bij denkt, toch kan er geen twijfel over bestaan dat de lachspieren van jongeren bij lectuur regelmatig in werking zullen worden gebracht.
   Ten slotte nog dit: de prijs van er-als-de-kippen-bij gaat naar het Davidsfonds/Infodok, dat nu al een sinterklaasboek voor ons klaar heeft. Jammer genoeg was ik er nog niet klaar voor.
 
Bert Van Molle
Svjetlan Junakovic, Beesten: Muziek, Beesten: Kleren, Beesten: Kleuren, Davidsfonds/Infodok, 495 fr./boekje. 
Stef van Dijk ( ill. Sandra Klaassen), Tekenwereld, Leopold, Amsterdam, 550 fr. 
Karlijn Stoffels ( ill. Monique Beijer), Juffrouw Drie-Erwtjes, Querido, Amsterdam, 299 fr. 
Ivo van Orshoven ( ill. Wout Olaerts), De dertiende Zwarte Piet, Davidsfonds/Infodok, Leuven, 445 fr.


TerugCopyright ©  De  Morgen                     7 oktober 1999.