Op
en neer met een boekje
Een
perstekst van uitgeverij Averbode leert mij dat 15% van de kinderen het
moeilijk heeft met leren lezen. Moet je mij niet zeggen: ik heb er zo een.
Ik schuif hem meteen drie nieuwe boekjes toe uit de reeks Lukas en Lora,
een reeks die door Riet Wille speciaal is geconcipieerd voor kinderen met
leesachterstand. En lees mee, want volgens de perstekst gaat het om echte
boekjes en aan echte boekjes heb ik mijn hart verpand.
Zie,
wij verslinden Een nacht op wacht, Zing mee met de cd, Een
zoen van meester Koen. De titels doen wellicht aan albums van Suske
en Wiske denken, maar onterecht, want het rijm wordt hier als een structurerend
element gebruikt. En dat hebben kinderen met leesproblemen hard nodig.
Echte
boekjes? Jawel, maar dan wel van het type en-dat-we-toffe-jongens-zijn-dat-willen-we-weten.
Ook de school waar alle verhaaltjes zich afspelen is van dat type en de
meester is van koekenbrood. Waarschijnlijk is al dat optimisme bedoeld
om de meestal faalangstige moeilijke lezertjes mee te slepen, alle ingewikkelde
lettertjes langs tot oef bij het einde.
Maar meteen na de boekjes uit de reeks Lukas en Lora komt mij De Schommel
in handen, een Querido-uitgave die niet speciaal mikt op kinderen met een
leeshandicap. Maar even geschikt. Het verhaal van een meisje dat zich overgeeft
aan schommelen, dat is hoogte en zwier en ver kijken en zucht tot vliegen
en nog veel meer. En het boekje vertelt het verhaal van het schommelende
meisje en van het eenkindgezinnetje dat naast de deur is komen wonen en
waar een en ander misloopt, wat je slechts fijntjesweg via goed gedoseerde
suggestie wordt meegegeven. Sylvia Weve tekent de twee meisjes uit het
boek alsof het poppetjes waren op dunne houtige beentjes, de oogjes als
twee dotjes watten. Heel bevreemdend.
De
Schommel is een verhaal vol alledaagse dingen en gebeurtenissen, maar
niet alledaags verteld: alsof je het gewone leest, maar je voelt dat het
alleen door het buitengewone leefbaar kan worden gemaakt. Eenvoud en traagheid
zijn verdere kwaliteiten van dit kleinnood boekje. Het liefst van al wil
ik het herlezen op een schommel, ergens achter in een tuin, op en neer.
En wat
vindt de geoefende lezer van deze inzet: "Prinses Adieu zou op reis gaan.
Niet dat zij daarom gevraagd had, maar zo stond de wind nu eenmaal"? De
inzet verraadt meteen de toon: er wordt een wereldje opgeroepen waar gebeurtenissen
niet door nationaliteit worden bepaald.
Geef je daaraan over en duik met plezier in Prinses op reis, alweer
Querido. "Op een dag riep prinses Adieu haar knechten en dienstmeisjes
bij elkaar. 'Het eerste wat ik niet meeneem', zei de prinses, 'is mijn
huis.' " Door deze toon van besliste vrolijkheid word je evenwel op het
verkeerde been gezet, want de reis van de prinses is een langzame reis
naar het sterven toe. Mooi is de geleidelijkheid, zodat je slechts mondjesmaat
gaat inzien dat prinses Adieu niet naar de tropen gaat of Benidorm en zelfs
niet naar de majesteit van de Mount Everest. Met grote vanzelfsprekendheid
zie je prinses Adieu afstand doen van alles wat ze heeft, zodat ze op den
duur nog slechts is en dan ook dat niet meer.
Pink
een traan weg en dit sterven is slechts mooi doordat het in een boek zit,
dat een sprookje is, dat goed en terecht afstand schept tegenover de realiteit,
zonder die daarom te verloochenen. Wat toch de opdracht is van het sprookje.
Leve prinses Adieu!
Ook sprookjesachtig is wat zich afspeelt in De kater en het vogeltje,
een Averbode-boekje van Els Pelgrom. Het verhaal draait om de kinderen
Florien en Wouter en om de vogel Pwiet en de kater Sinjeur en om een bruiloft,
die verknald lijkt door de vraatzucht van de kater, maar alles komt terecht.
Op het einde van het feest, wanneer iedereen moegedanst ligt te slapen,
zien de kinderen dat het hele voorwerpenrijk aan het dansen slaat: stoelen,
wijnglazen, tafels, messen, kaarsen, noem maar op.
Kom
ik nog eens teleurgesteld van een te stijve en chique bruiloft thuis, dan
laat ik Els Pelgrom komen en dan vertelt ze van de bruiloft uit De kater
en het vogeltje en dan is alles weer goed, op voorwaarde dat ze toch
wel wat stroop uit het verhaal verwijdert. Ik bedoel maar: een overtuigend
voorleesverhaal over hoe alles soms toch terecht kan komen. Voor kinderen
met bij voorbeeld - en dan zitten we opnieuw bij het begin van deze bespreking
- leesmoeilijkheden.
Bert
Van Molle
Riet Wille ( ill.Hugo
Van Look), Een nacht op wacht, Zing mee met de cd, Een zoen van meester
Koen, Averbode, 295fr..
Gerda De Preter
( ill.Sylvia Weve), De Schommel, Querido, 499fr..
Marjet De Jong
( ill.Els Van Egeraat), Prinses op reis, Querido, 495fr..
Els Pelgrom (
ill.Annemie Heymans), De kater en het vogeltje, Averbode, 395fr.
Copyright
©
16 september 1999.