Nieuwe vriendjes

Illustratie Fiep WestendorpDe eerste dagen van september gonst het in de scholen als in een bijenkorf: er wordt druk bijgepraat, vakantieverhalen worden uitgewisseld en veel kinderen zijn toe aan een hernieuwde kennismaking met elkaar en met de leerkracht. Maar het is ook een tijd van voorzichtig aftasten of er in die hele zwerm nog nieuwe vriendjes te vinden zijn. Als dat niet meteen lukt, helpen de vriendjes op papier wel een eindje.
   Pietertje Pet is een behoorlijk ondeugende kleuter, die vindt dat hij al heel wat kan en het zijn moeder soms behoorlijk lastig maakt. Na de reeks kleine versboekjes die enkele maanden geleden verscheen, schreven Marianne Busser en Ron Schröder nu een vrolijk eerstewoordjesboek: Dolle pret met Pieterje Pet. Tien avonturen in versvorm, tien vrolijke paginagrote illustraties van Marijke Duffhaus en zo'n 140 geïllustreerde woordjes, dat is het concept. Petertje Pet duikelt vrolijk uit zijn bedje, kleedt zich aan en zet de boel op stelten. Zo plukt hij alle bloemen uit de voortuin, stort emmertjes met zand uit in de woonkamer en maakt soep van koekjes, drop en snoep. Rond elk verhaal, dat steevast eindigt met een boze mama, staat een waaier van voorwerpen en dieren die er een rol in spelen. Op een speelse manier kunnen peuters en kleuters zo de voorwerpen leren benoemen. Een heel leuk boekje waarin kleine kinderen zeker hun eigen stoutigheden herkennen. Alleen vraag ik me af of Pietertje niet één keer iets goeds had kunnen doen in de ogen van zijn ma. Zij lijkt tegen het eind wel op de rand van een zenuwinzinking te staan.
Floddertje   Floddertje is een maatje groter, maar even vindingrijk in haar ondeugendheid. Dit troetelkind van Annie M.G.Schmidt werd zesentwintig jaar geleden op de wereld gezet en dit jaar verscheen de vijftiende druk. Het is een mooie uitgave,op dik papier en met grote letters. Voor wie Floddertje nog niet kent, wordt de toon meteen gezet: "Er was eens een meisje dat Floddertje heette, omdat ze altijd vuil was en altijd vol met vlekken zat. Behalve als ze pas in bad was geweest. Maar nooit kon ze langer dan een half uur schoon blijven." Floddertjes hond heet Smeerkees, dat zegt ook al genoeg. Net als Astrid Lindgren verstond Annie M.G.Schmidt de kunst om voor haar kleine helden de juiste mengeling te vinden van stoer, grappig, stout en lief. Enn net als haar Zweedse zuster bleef zij voortdurend met een kleine stormram bonken op de hoofden van moeders en vaders die vonden dat kinderen alleen maar stil en braaf mochten zijn. Floddertje hoort net als Pluk en Pippi en Otje in elke boekenkast thuis. Kunnen ze samen de tent op stelten zetten.
Illustratie Fiep Westendorp   Kleuters houden van raadseltjes en van fantasie. Dat inspireerde Dominique Maes, leraar aan het Brusselse Sint-Lucasinstituut, voor zijn tweede prentenboek, Hoedje af!. Een klein jongetje droomt van de hoedjes die hij op zou kunnen zetten, en wat hij dan allemaal zou kunnen zijn: een tuinman, een tovenaar, een kok. Op halve pagina's zie je eerst een bepaalde hoed. Als je ze omslaat, gaat de wereld achter die hoed open. Op het hoofd van de jongen verschijnt dan een stukje gras vol bloemen, of schotels met gebraden kippen en worsten, een konijn met een toverhoed of een piratenschip. Van de gelaatsuitdrukking van het kind kun je afleiden hoe hij zich in die fantasiewereld thuisvoelt. En als je geen speciale hoed hebt, kun je beleven wat je wilt met een hoedje van papier.
   Onder die hoed kun je je ook prima verstoppen. Dat denken zowat alle kleuters. Als je je ogen dicht doet, ben je weg. Ook Kaatje Koe speelt verstoppertje met haar vriendje Sara Schaap. Ze gaat op de grond liggen achter een grasspriet en slaat haar poten over haar ogen. Prima plek. Van Sara leert Kaatje dat achter een grasspriet wel een lieveheersbeestje verborgen kan zitten, maar een worm heeft al een steen nodig om onzichtbaar te zijn, een kikker kan achter een bald en een konijn achter een struik. Zo kun je in Kiekeboe, Kaatje Koe mee op zoek naar steeds grotere dieren, die in de prenten verstopt zitten achter flapjes. Tot aan het eind Kaatje zichzelf weer gaat verstoppen. Kleine kinderen leren in dit boek omgaan met begrippen als klein-groter-groot en verdwenen-weer terug. Dat iets wat je niet ziet er nog kan zijn, is niet alleen voor Kaatje Koe een hele opluchting.
Stap maar in!  "Old Mac Donald had a farm, ee-aee-a-oo!" Een geweldig lied voor iedereen die het beest(je) in zich te voorschijn wil halen. Kinderen zin er verzot op. Misschien daarom verwerkte de Brit Ian Whybrow een heleboel geluiden in zijn prentenboek Stap maar in!. Klein Sofietje rijdt met haar kleine blauwe auto naar het water, op zoek naar een vriendje. Samen met eend houdt ze een picknick, en dan stapt schaap mee in. Een voor een komen de dieren aan boord van Sofietjes auto. In de diererntuin pikt ze een giraf op en omdat die naar huis wil, maakt ze een ommetje langs Afrika. Bij dit prentenboek hoort veel lawaai: mama's en papa's kunnen zich bij het voorlezen dus eens goed laten gaan.
   Onverwoestbaar, degelijk en romantisch zijn de verhalen van Beatrix Potter. Ik weet niet of zij zich zou vinden  in alle afgeleide prentenboekjes die de voorbije jaren het licht hebben gezien. Haar toch wel bijzondere dierenverhalen worden uit elkaar gehaald en in allerlei vormen aaneengelast. Tellen, kleuren leren, de klok lezen, koken: Pieter Konijn en zijn vrienden  passen er wel een mouw aan. De typische prenten van deze voorname dame blijven natuurlijk even mooi, maar toch... De nieuwste uitgave is een voelboek voor de allerkleinsten. Uit de kaft van Pieter Konijn en zijn vriendjes steekt een witte pluizige staart. Binnenin voel je nog het geweven riet van een mandje, de wol van een schaapsvacht of de schubben van een vis. Poekie Poes wordt gewassen met een echt washandje en het dons van de kinderen van Jozefien Kwebbeleend is geel en zacht. Toch opletten dat de prenten van Potter niet overgecommercialiseerd worden, want dat zou afbreuk doen aan de kracht van haar oeuvre.Illustratie Beatrix Potter
   Konijnen zijn, net als beren, sterk vertegenwoordigd in de Britse kinderboekenwereld. Ook Rob Lewis zocht het voor zijn prentenboek Nieuwe vriendjes in het konijnenland. In een reeks aantrekkelijke, intens gekleurde prenten met veel diepte vertelt hij het verhaal van Billy, die met zijn moeder in een nieuw huis is komen wonen. Hij zoekt in de nog vreemde buurt naar nieuwe vriendjes om mee te gaan zwemmen. Billy is echter een nogal kieskeurig konijn. Victor, die op de vuilnisbelt woont, stinkt. Wendy is te sterk, Hansje maakt te veel kabaal, Stefan is te slim en Daan te stom. Met Veronica kan hij helemaal niets aan, want die is te verlegen. Niemand voldoet aan zijn ideaalbeeld. Wanneer hij ziet dat de anderen het wel goed met elkaar kunnen vinden, voelt Billy zich heel alleen. Na een goed gesprek met moeder konijn gaat hij het nog eens proberen, met prima resultaat. Een duwtje in de rug dat nogal wat kinderen zullen kunnen gebruiken de komende dagen.
Kathy Lindekens
Marianne Busser, Ron Schröder, ( ill. Marijk Duffhaus), Dolle pret met Pietertje Pet, Van Reemst, 20p.
Annie M.G.Schmidt, ( ill. Fiep Westendorp), Floddertje, Querido, 96p. 
Dominique Maes, Hoedje af!, Clavis, 12p. 
Valerie Le Roi, Kiekeboe, Kaatje Koe, Clavis, 26p. 
Ian Whybrow, ( ill. David Melling), Stap maar in!, Van Holkema & Warendorf, 30p. 
Beatrix Potter, Pieter Konijn en zijn vriendjes, Van Reemst, 10p. 
Rob Lewis, Nieuwe vriendjes, Van Goor, 30p.



TerugCopyright ©  De  Morgen                     2 september 1999.