Tweevoetige dieren

De droom van het brandende huisVandaag zei een Nederlander tegen een Turk omdat hij een hond die op de grond lag op z'n poot trapte: 'Kijk toch uit, beest.'
   De Turk zei: 'Sorry, ik zag hem niet liggen.'
   'Kijk dan toch uit je doppen, beest,' zei de Nederlander ondanks de verontschuldigingen.
   Er is iets wat ik niet begrijp. Die hondenliefhebber moet van Turken houden, want Turken zijn volgens hem dieren.

   Een stukje uit een recent kinderboek, geschreven door de Turk Haydar Eroglu, en onlangs vertaald. De droom van het brandende huis is door antropologe Sytske Breunesse niet alleen vertaald, maar ook bewerkt voor Nederlandse lezers. Vermoedelijk zit dat laatste werk vooral in de laatste pagina's, waar jonge lezers kennis kunnen opdoen over de Turkse cultuur. Je krijgt er uitleg over eten, verjaardag vieren, henna, thee en de islam.
   Haydar Eroglu is bij ons onbekend, maar in Turkije een gevierd kinderboekenschrijver. Met De droom van het brandende huis schreef hij een pakkend brievenboek dat in zijn land bekroond werd. Eser spreekt tot ons via brieven aan haar opaatje en via stukjes dagboek. Eser is negen en snugger. Ze woont in Nederland en doet haar best om te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit. In korte briefjes richt ze zich tot haar opa, die in Turkije woont, met vragen die moeten aankomen als natte dweilen. Zoals: Papa vertelde dat sommige Duitsers zeiden: 'Wij wilden arbeiders uit Turkije, maar er kwamen mensen.' Maar arbeiders zijn toch ook mensen?
   Duitsland is voor de kleine migrant het oord waar racisten en jodenhaters wonen, en ze vraagt zich af of het in Nederland ook zover kan komen. Met buurman Hans is het alvast al die weg aan het opgaan. Hans smeert zijn bekrompen denken over migranten over dat ene meisje uit. Zij krijgt de volle lading maar slaagt er meestal in hem even snel van antwoord te dienen. Eser is, hoe klein ze ook is, eigenlijk best wel opgewassen tegen dit soort bullebakken, ze laat het niet echt aan haar hart komen. Langzaamaan slaagt ze erin zijn blind en dom racisme te doorprikken.
   Omdat ik laat was voor school, holde ik snel de trap af. Hans, die net zijn vuilnis naar beneden bracht, sprong op. 'Sorry', zei ik. 'Schrok u?' 'Ja,' zei hij. 'Ik ben bang voor tweevoetige dieren.'
   Het wemelt in dit boek van dit soort brutale en wraakroepende uitspraken, en wat opvalt is vooral de vanzelfsprekendheid waarmee het gezegd wordt. Moeder en vader komen thuis met steeds nieuwe, platvloerse racistische moppen, die Eser aan het denken zetten. Ze heeft het over hoofddoeken, joden, nationaliteit, migratie, islamitische feesten, racistische aanslagen... Alle mogelijke kleine en grote verschillen tussen Nederlanders en Turken wikt en weegt ze, en ze vindt voor bijna alles een oplossing. Ze komt tot de conclusie dat de Nederlandse nationaliteit verwerven nog niet veel oplost, maar een blonde pruik misschien wel. Ze drijft dat idee ten top door verkleed als doorsnee Nederlands meisje naar een parkje te gaan. Ze noemt zich Marjolein en beeldt zich in dat ze zomaar vriendinnetjes zal krijgen. Eser experimenteert wel vaker in die zin, en probeert zo een zinnig antwoord te krijgen op de onmogelijke vraag 'Waarom houden sommige mensen niet van Turken?'
   Heel bijzonder aan De droom van het brandende huis is dat er niet alleen afschuw voor racisme uit spreekt, maar vooral verwondering. Dat nemen we omdat de verteller een kind is misschien wat gemakkelijker aan, maar evident is dat uitgangspunt toch niet. Het boek is niet gespeend van enige opvoedkundige bedoelingen, natuurlijk. Esers familie stelt zich erg open op, problemen doen zich slechts in één enkele richting voor. In elk geval is het resultaat dat iedere lezer wel een warme sympathie moet koesteren voor dit pientere meisje.
   De angst voor brandstichting en andere misdaden tegen buitenlanders zit er bij Eser diep in. Ze droomt van een onmogelijke sprong uit een brandend huis en kan het idee niet van zich afzetten. Eser kan er gaandeweg ook mee lachen. Zo verwerkt ze allerlei grapjes in haar kattebelletjes voor opa: 'Telkens als ik een brief van jou krijg ben ik zo blij als een buitenlander in Nederland die werk heeft gevonden.'

Annemie Leysen
Haydar Eroglu, Sytske Breunesse, De droom van het brandende huis, Leopold.


TerugCopyright © De Morgen                     17 juni 1999.