Snippers van een plattegrond

Oorlogsliteratuur voor kinderen en aankomende adolescenten blijft een populair genre. Auteurs en illustratoren blijken daarbij bijzonder inventief in het verzinnen van vertelperspectieven en benaderingen. Voor jonge lezers worden meestal allegorieën opgehangen over geweld en disputen, waarbij de vrede aan het eind steevast hersteld wordt. Het wat oudere lezerspubliek krijgt informatie over echt gebeurde conflicten uit lang vervlogen tijden of uit het nabije verleden, doorgaans verpakt in een min of meer geromantiseerd en verteerbaar omhulsel en met jonge helden als protagonisten in de strijd of als slachtoffers van geweld. Het is opvallend hoe jeugdboeken over de Grote Oorlogen van deze eeuw een onmiskenbaar nationale signatuur dragen. Britse auteurs hebben het vooral over de grote evacuaties naar het platteland, over de Londense blitz en over de war efforts wanneer ze over de Tweede Wereldoorlog schrijven. In Nederlandse jeugdboeken zijn nostalgische herinneringen aan de oorlogswinter met tulpenbollen op het menu of verhalen over Joodse onderduikers geliefde onderwerpen. De loopgraven van Flanders Fields en de collaboratie met de vijand komen dan weer in de Vlaamse oorlogsromans ter sprake. Enige heroïek of nationale trots is nooit veraf. Dat zorgt soms wel voor een beperkte en gekleurde visie op de gebeurtenissen.
Alan en Naomi   Dat de Tweede Wereldoorlog in Europa ook voor Amerikaanse jeugdschrijvers een bron van inspiratie blijft, mag blijken uit twee recent verschenen romans van Amerikaanse origine. Lily's leugen van Patricia Reilly Giff en Alan en Naomi van Myron Levoy. Allebei geven ze een verrassend beeld van de betrokkenheid van de Verenigde Staten in dat wereldconflict en van de manier waarop de multiculturele New Yorkse gemeenschap die oorlog meemaakte - geografisch van op afstand maar emotioneel van dichtbij. Alan en Naomi verscheen al eerder in Nederlandse vertaling en is nu aan een vierde druk toe. Het boek werd herhaaldelijk internationaal bekroond.
   Het verhaal is gesitueerd in een multiculturele wijk van New York in 1944. De sfeer van Amerikaanse Hollywood-producten is meteen voelbaar: op straat wordt druk honkbal, stokbal en voetbal gespeeld door joodse, Italiaanse en Ierse macho-jongens die ervan dromen ooit als gevierde sporthelden toegejuicht te worden. De bioscoop is een andere vaste ontmoetingsplaats. Alan Silverman is wat zijn vrienden spottend "een zacht eitje" noemen: niet echt een kerel en niet helemaal thuis in die stoere jongenswereld, eerder zo eentje die liever in boeken neust en modelvliegtuigjes bouwt. De oorlog in Europa is ver weg en wordt hooguit door de bange joodse ouders op landkaarten en via het nieuws in de bioscoop gevolgd. De komst van een joodse vrouw met haar vreemde dochtertje Naomi confronteert Alan plot met wat er in Europa omgaat. De Kirschenbaums zijn weggevlucht uit Frankrijk en belanden nu, na vier jaar onderduiken en ellende, in het flatgebouw waar Alan woont. Het meisje Naomi raakte totaal overstuur toen ze zag hoe de Gestapo haar joodse vader, een verzetsman, vermoordde. Ze versnippert urenlang stukken papier en weigert te spreken. Alan wordt ingezet om toegang te zoeken tot het getraumatiseerde meisje.
   Het boek vertelt met grote omzichtigheid alle stappen die Alan, aanvankelijk tegen zijn zin, onderneemt om Naomi uit haar isolement te bevrijden. Zijn buiksprekerpop Charlie McCarthy zorgt voor een eerste voorzichtige doorbraak. NaomiEerst blijft het bij kinderlijke conversaties en liedjes tussen Charlie en Naomi's Franse pop Yvette, in een mengeling van Frans en Amerikaans. Op aanraden van de arts die Naomi verzorgt, neemt de echte Alan geleidelijk aan de plaats in van zijn 'medium'. Met vallen en opstaan krijgt hij stilaan echt contact met Naomi. Wat Alan eerst een belachelijke en vervelende onderneming leek, wordt voor hem in de loop van het boek een zaak van eer, een opdracht die hij verbeten en met groeiende genegenheid voor zijn 'patiëntje' tot een goed eind wil brengen. Tussen de twee kinderen ontstaat een bondgenootschap met eigen codes en afspraken, en een eigen taaltje. Mondjesmaat krijgt Alan inzicht in het obsessionele gedrag van Naomi. Het aan snippers scheuren van papier heeft alles te maken met plattegronden die ze van haar vader moest verscheuren voor de nazi's ze zouden vinden. Ze kreeg dat niet tijdig klaar en verwijt zichzelf dat daardoor haar vader werd omgebracht.
   Alan en Naomi is in alle opzichten een prachtig boek. Myron Levoy maakte geloofwaardige portretten van de twee kinderen. Het dubbelleven van Alan - obligate stoerdoenerij met de vrienden en de stiekeme therapeutische sessies met Naomi - gaat hem soms erg zwaar wegen en brengt zijn vriendschap met Schaun in het gedrang. De trage en toch spectaculaire evolutie van Naomi wordt met veel psychologisch doorzicht en humor geëvoceerd. Ook de jongenswereld met haar wetmatigheden en de volwassen joodse omgeving worden bijzonder raak getypeerd. Het boek zit knap in elkaar. Het dubbelleven van Alan bepaalt de alternerende structuur. De langzame genezing van Naomi en haar schuifelende terugkeer naar de werkelijkheid brengen de nodige spanning in het verhaal. De dialogen klinken herkenbaar en geloofwaardig.
   Alan en Naomi is een aangrijpend verhaal dat zonder tranerig sentiment of melodrama vertelt wat de oorlog kan aanrichten. En zo'n boek kan in deze tijden wel eens van pas komen.
Annemie Leysen
Myron Levoy, Alan en Naomi, Querido.
Terug Copyright © De Morgen                     29 april 1999.