Van jong en oud

Relaties tussen kinderen en ouders of grootouders, dood of springlevend: ze blijven een fascinerend thema uitmaken in de jeugdliteratuur.
De zee, altijd de zee

De zeeman en het meisje


  Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan zou een geschikte titel kunnen zijn voor dit kleine, poëtische boekje. Over Alfred gaat het, een oude stuurman die alle zeeën heeft bevaren. Na de dood van zijn vrouw en dochtertje blijven de herinneringen, de tijd en de eenzaamheid over en niemand om die te delen. Tot hij Lisa en haar aardige ouders ontmoet. Die nemen hem als vanzelf op in hun gezin. In de kleine Lisa herkent Alfred zijn vroeg gestorven dochtertje Anna. Net als hij is Lisa gefascineerd door de natuur. Zij googelt erop los op zoek naar egels, slangen en pinguïns. Hij vertelt haar uit zijn volle hoofd over de dans van de drie hazen, en over de knobbelzwanen die hun hele leven bij elkaar blijven tot er één sterft. Samen struinen ze door het bos en het park. En Lisa kan luisteren. Naar zijn nostalgische verhalen over vroeger, over zijn stugge oma, de grote oorlogen, het hart in de boom... Een typisch Dreesenverhaal is het. Rustig kabbelend, zonder spectaculaire ontwikkelingen en met de steeds terugkomende thema’s moet De zee, altijd de zee het hebben van weemoedige herinneringen, sfeerschepping en weinig woorden. Soms wat wollig, maar mooi opgeschreven. Jammer wel dat de starre zwart-witillustraties weinig aansluiting hebben met de gevoelige tekst.




Ik heet Olivia en daar kan ik ook niks aan doenDe as van de moeder

  Een meisje van tien met een dode moeder, een vader die het allemaal “even niet zo goed weet”, ver weg uit het vertrouwde Friese dorp in een vreemde stad, ook nog gepest op school en tot overmaat van ramp een nieuwe vriendin van de vader als kaper op de kust. Een tearjerker van formaat, op het eerste gezicht, maar dat is het niet. Vanaf pagina één wil je graag geloven wat Olivia opschrijft in een ‘Tresemméreclameschrift’ uit haar vaders marginale kapperszaak. Dat heeft alles te maken met de nuchtere, geestige en tegelijk pakkende toon waarin ze met veel branie haar verhaal doet. En met de op zijn minst bizarre setting: een morsig stuk braakland aan de stadsrand, daarop een volks kapperssalon en het ‘Moederschip’, de zeilboot van de dode moeder, op het droge. Daarin vond Olivia met haar vader tussen schimmelende kleren een tijdelijk onderkomen, in afwachting dat de urn wordt “nagestuurd”. Net als de as van de moeder zijn ze op doortocht, en “alles is tijdelijk”. Die tijdelijkheid wordt een rode draad door het boek. Olivia probeert in haar eentje overeind te blijven ondanks het oeverloze verdriet dat als een zee “achter haar ogen ruist”. De personages charmeren, ontroeren en intrigeren. Schmits schrijft rechttoe rechtaan met vinnige dialogen en haar verhaal is vakkundig gecomponeerd. Met zin voor understatement laat ze, door het puberale geklets en de grappige observaties van haar vertelster heen, de échte emoties doorschemeren.




 

De bovenkamer van Jakob

Drukke bommoeder

 

  Jakob is wereldvreemd en klein voor zijn elfde. Een rare einzelgänger ook, een beetje warrig in zijn hoofd en door zijn drukke bommoeder overvloedig gepamperd. Wanneer die tot baas van de psychiatische instelling Leliehof wordt gepromoveerd, verhuizen ze samen naar een oud huis in het park van het ziekenhuis, tussen sombere sparren en mensen als vogelverschrikkers. Maar algauw vindt Jakob een geestesgenoot in patiënt Radboud. Een reus van een vent, bezeten door boeken. Samen gaan ze op sluiptocht door het park op zoek naar “de vijand”. En er is ook Mira, dochter van een depressieve patiënte, een vroegwijs en marginaal anorectisch meisje en het enige kind in de wijde omtrek. Tijdens de obligate bezoekuren probeert ze hem met haar kusverhalen en haar nuchtere kijk de dingen van het echte leven mee te geven. Evelien De Vlieger laat de lezer de wereld bekijken door de argeloze ogen van Jakob. Op een paar inconsequenties na lukt dat ook aardig. Mét hem raak je steeds meer verstrikt in een ingewikkeld web van gebeurtenissen, relaties en gevoelens. Het Leliehof, en de hele zieke sfeer eromheen, slokken Jakob beetje bij beetje op. In haar boek zet de schrijfster de psychiatrie én de pedagogische aanpak van de moeder subtiel in hun hemd. Toch is het niet allemaal kommer en kwel. Met veel zin voor humor relativeert ze het teveel aan sérieux met dubbele bodems, taalgrapjes, geestige misverstanden en absurde situaties. De gevreesde spreekbeurt over het Leliehof die Jakob op school zou geven is slim bedacht als leidmotief. Door het boek heen schrijft hij aan de tekst, tot hij hopeloos stokt bij het ‘Patiënten’-hoofdstuk. Net als in haar vorige - erg geslaagde - boeken schrijft De Vlieger vlot en snedig, al worden de dialogen hier weleens overbodig wijdlopig. De bovenkamer van Jakob is hoe dan ook een boeiend, verrassend en pakkend boek over groeipijnen in een bijzondere biotoop.




 

Een vader voor altijd

Vaders en zonen


   “Overal vlaggen en mijn vader had kanker.” Uitgerekend op bevrijdingsdag wordt de vader van Ruben door de drukke feestelijke straten voor een spoedoperatie naar het ziekenhuis gebracht. In een verhaal zonder franjes en in zijn eerlijke no-nonsensestijl laat Dolf Verroen Ruben aan het woord. Over de eerste paniek, de hoop op beter, het hele verloop van de ziekte, tot het overlijden, de crematie en de dagen daarna. Ondanks het loodzware onderwerp wordt het nooit tranerig en blijft er ruimte voor luchtigheid. Je krijgt het leven zoals het is, met details over lekke stoma’s, wisselende stemmingen, opdringerige familieleden en het leegmaken van de kleerkast. Maar het is vooral een prachtig boek over vaders en zonen. De groeiende vriendschap tussen Ruben en zijn wat onvoorspelbare vader wordt treffend en ingehouden gesuggereerd. Tijdens de fietstochten samen, de concerten, de wandelingen en de “grotemannengesprekken” leert Ruben een andere man kennen dan die “een beetje rare”. “Alles over mijn vader had ik in een paar schriften opgeschreven. Waarom wist ik zelf niet”, zegt Ruben aan zijn vriend. “Zo was hij toch, of niet?” Echt klinkt het in elk geval.





De jeugdboekenweek loopt van 19 maart tot 3 april
www.jeugdboekenweek.be


Annemie Leysen

 

Jaak Dreesen
Elsje Dezwarte (ill.)
De zee, altijd de zee

De Eenhoorn, 72 p., € 13,95.
ISBN: 9789058386526
vanaf 8 jaar.

 



Jowi Schmits
Ik heet Olivia en daar kan ik ook niks aan doen

Lemniscaat, 180 p., € 14,95.
ISBN: 9789047703495
vanaf 10 jaar.

 


Evelien De Vlieger
De bovenkamer van Jakob

Lannoo, 200 p., € 13,99.
ISBN: 9789020995893
vanaf 12 jaar.

 


Dolf Verroen
Een vader voor altijd

Leopold, 100 p., € 12,95.
ISBN: 9789025857349
vanaf 10 jaar.

 

Copyright © De  Morgen   .::.  30 maart 2011

 


TH Boekenbos - Besprekingen/boekbesprekingen/recencies van kinderboeken, jeugdboeken, poëzie


Valid CSS!