Sterke jeugdboeken die laveren tussen verfrissende humor en beklemmende tragiek
Als je het recente boekenaanbod voor wat oudere lezers bekijkt, lijkt het leven één oeverloze misère. Gelukkig zijn er nog wel Vlaamse jeugdschrijvers die met de nodige relativering en humor te werk gaan. André Sollie, Jan Simoen en Gerda de Preter, om er een paar te noemen.

Een raadsel voor RoosjeEen raadsel voor Roosje is helemaal een André Sollieboek. Het is een gevoelig verhaal over doodgaan en verweesd achterblijven, met prachtige, artistieke tekeningen en schilderijtjes en met versjes erbovenop. De schrijver/dichter/illustrator speelde al zijn troeven uit. Het boek zit slim in elkaar en vraagt ook behoorlijk wat slimmigheid van de jonge lezer, ook wegens de soms mysterieuze gedichten.
   Op de openingspagina word je meteen geconfronteerd met het probleem waarmee Roosje worstelt: een onafgewerkte kindertekening in kleurpotlood die een half meisjeshoofd voorstelt met rare, kriebelige haren, één oog en een lijf van niks. "Een portret van Pia, het lukt haar nooit." En haar "weer levend" tekenen kan al helemaal niet. Bladzijden en tien tekeningen lang maak je het moeizame scheppings- en verwerkingsproces mee. Roosjes oudere zusje Pia is een jaar eerder doodgegaan, zo blijkt. Het schrift met versjes dat ze Roosje voor haar tiende verjaardag gaf, wordt de rode draad door het boek heen. Het kreeg een cryptische opdracht mee die Roosje aan het dubben houdt:
Een uit een.
Tien uit tien.
Roosje zal het zien.


   Roosje leest de versjes aandachtig opnieuw, want ze las "te snel. En te jarig" toen ze die kreeg. En het raadsel moet dringend opgelost worden. Elk gedichtje roept herinneringen op aan een verdwenen kindertijd, die dan weer inspiratie geven voor een nieuw plastisch probeersel: waterverf, krijtjes, collages, gouache, kleurpotloden, pentekeningen in de zijlijn, alles wordt ingezet voor het perfecte portret. Tot Roosje de verlossende sleutel ontdekt tot Pia's bevrijdende boodschap, een acceptabele verbeelding vindt voor het dode zusje en ten slotte vrede neemt met verlies, herinnering en uitzicht op leven. Sollie tekent, schildert en schrijft, zoals steeds, zuinig en suggestief. Zijn stijl vraagt aandachtige kijkers en lezers. Wie die moeite neemt, wordt beloond met een bijzonder grafisch en stilistisch cadeau.


SlechtWaar ligt de grens tussen puberaal geklooi en crimineel gedrag, tussen een recupereerbaar 'schoffie' en een definitieve slechterik? In zijn nieuwe roman Slecht verkent Jan Simoen die schemerzone. Nathan Deweerdt (16) zit in een verhoorkamer bij de politie. Hij heeft wat uitgevreten en zijn agressie kan hij moeilijk onder controle houden. Wat zijn 'delict' precies is geweest, kom je in een ingenieus bedachte compositie mondjesmaat aan de weet. In zes hoofdstukken, alternerend mét en zonder flik Vuerinckx-met-de-zwarte-snor, laat Simoen zijn held in de passages waarin Nathan op zijn eentje zit, in een soort monologue intérieur, reconstrueren wat voorafging: een veraf gelegen kindertijd, met een dood zusje, een afvallige vader, een schat van een eenzame en te tolerante moeder, de 'speciale acties' met de kompanen op zijn twaalfde (van pissen in brievenbussen tot kleine brandjes), de sessies bij een therapeut... In de verhoorscènes krijg je dan weer een dubbel relaas van de feiten. Cursief lees je de ware toedracht: hoe Nathan wraak nam op zijn hartsvriendin Elke, omdat die het plots aanlegde met de gehate Raf ("de marginaalste idioot tussen hier en temptation island"). Door de gesprekken met de politie heen hoor je een andere, onschuldigere versie, want: "Als je goed wil liegen, lieg dan vlak bij de waarheid."
   Jan Simoen schakelt handig een paar constante achtergrondmotieven in, die de spanning opdrijven: de klok, bijvoorbeeld, die tergend traag van 15.15 tot bijna 18 uur met schokjes de tijd registreert in de verhoorkamer. Ook de spiegelruit als observatiepost voor de lezer én als hatelijk confronterend instrument voor de eenzaam tobbende Nathan is een slimme vondst. Simoen tekent zijn 'held' als een leeuw in een kooi. Stoerdoenerij en branie slaan geregeld om in wanhopige kreten om aandacht en affectie. Nathan probeert afwisselend zichzelf goed te praten en te minimaliseren wat er gebeurde, om daarna als een radeloos kind om zijn moeder te roepen en deuren in te trappen. "Mijn gedachten zwemmen in mijn hoofd als goudvissen in een veel te kleine kom." Er wordt een stevige vaart aangehouden in het boek. Dat heeft alles te maken met de - soms wat buitensporige - balorige en onstuimige vertelstijl van het hoofdpersonage. De uitroeptekens, scheldpartijen en woorden als 'fuck', 'shit' en 'pissed' zijn niet te tellen. Simoen beheerst het jongerenjargon perfect en kent de jeugdige fascinatie voor films als The Godfather en Scarface en voor hun hele cultuur als geen ander. Met veel inleving en begrip voor alle partijen, voor een ontspoorde jongen én voor een verstandige en echt luisterende politieman, schreef Simoen een boeiend en overtuigend portret, waarin ook rake geestige observaties een plek krijgen.


Anna was hierEen schitterende combinatie van verfrissende humor en beklemmende tragiek ook in Anna was hier van Gerda de Preter. Over een dik meisje gaat het, en over de genadeloze pesterijen, de schrijnende eenzaamheid en de onmacht die ze als 'nijlpaard', 'kalf' of 'zeekoe' heeft te verduren. Thuis krijgt ze bij haar drukke ouders geen gehoor. Volwassenen komen hier overigens nog maar eens weinig 'volwassen' uit de verf. Hartsvriendin Em loopt tijdelijk over naar het kamp van pestkop Blondie en haar aanhang, "de geiten en garnalen". Anna neemt dan maar haar toevlucht tot een imaginaire vriendin, Laura, die haar niet als "zware lucht" negeert. Voor Laura schrijft ze haar boek, geïnspireerd door het wondermooie gedicht 'Erfelijkheidstheorie' van Blake Morrison dat een leraar in de klas voorlas. Haar verhaal en een hoop voorwerpen, "dingen die bewijzen dat het allemaal echt is gebeurd" stopt ze - voor je weet het maar nooit - in een zwarte doos (gezien op de tv naar aanleiding van een vliegtuigramp). In korte, kernachtige zinnen laat Gerda de Preter haar Anna sec verslag uitbrengen. Humor en nuchtere observaties worden haar wapens om de ellende te overleven, want "wie anders is of lief wordt opgegeten door de rest".
   Terwijl de geestigheden en de beelden in haar vorige boeken weleens geforceerd overkwamen, treft De Preter hier de perfecte toon. Anna's hilarische, soms cynische, bedenkingen en anekdotes camoufleren handig de onderhuidse wanhoop. Prachtig beschrijft ze ook haar aandoenlijke relatie met de dementerende prettig gestoorde oma. Een vindingrijk, aangrijpend en vakkundig gemaakt boek en tegelijk een hoogst originele en pakkende aanklacht tegen pestgedrag.

Annemie Leysen

 

André Sollie
Een raadsel voor Roosje

Querido, Amsterdam, 48 p., € 13,95.
ISBN: 978 90 451 0557 4
vanaf 9 jaar.

 


Jan Simoen
Slecht

Querido, Amsterdam, 96 p., € 12,50.
ISBN: 978 90 451 0588 8
vanaf 15 jaar.

 


Gerda De Preter
Anna was hier

Querido, Amsterdam, 150 p., € 12,95.
ISBN: 978 90 451 0590 1
vanaf 12 jaar.

Copyright © De  Morgen   .::.  7 november 2007

 


TH Boekenbos - Besprekingen/boekbesprekingen/recencies van kinderboeken, jeugdboeken, poëzie


Valid CSS!