Gerda De Preter probeerde het, met wisselend succes. In haar vorige boeken (De schommel, een wel erg somber verhaal, en het al wat luchtigere Een koffertje voor opa) waren respectievelijk kindermishandeling en een stervende opa aan de orde. Een huwelijkscrisis, en hoe zoontje Tuur daarop reageert, daarover gaat Spookpijn, haar nieuwe boekje voor beginnende lezers. Ze laat Tuur in nuchtere, korte zinnen aan het woord en net als in Een koffertje voor opa relativeert ze een en ander door grappige misverstanden en verwarring tussen letterlijk en figuurlijk in te zetten. Zo hoort Tuur zijn moeder aan de telefoon vertellen dat zijn vader in het 'New York Hotel' even op zijn positieven komt en uitzoekt hoe het verder met zijn relatie moet. Meteen slaat Tuurs fantasie op hol, en stelt hij zich zijn vader voor in een of andere Amerikaanse woestijn, als een soort Billie de Kid, op zoek naar het geluk. Op die manier maakt hij zijn vaders afwezigheid acceptabel. Een slimme vondst, die door het boek heen wordt voortgezet. Grappig is hoe Tuur de president van Amerika in een brief vraagt om zijn vader op te sporen en, via de president, zijn vader advies geeft over eventuele confrontaties met een gevaarlijke poema. Ook de reactie van zijn wanhopige moeder, die soelaas zoekt in de fles, wordt met de nodige humor geobserveerd: "Van al dat wachten krijgt mama dorst. Reuzedorst." En nog: "Dat is dan aardig gelukt. Mama vergeet haast alles. Brood halen. De brievenbus leegmaken..." Soms worden de dubbele bodems weleens al te nadrukkelijk en onwaarschijnlijk. Gerda De Preter exploiteert haar - overigens aardige - invallen en woordspelingen tot in het oneindige. En dan wordt het procédé al te doorzichtig en ligt meligheid op de loer. Zo lopen de voorspellingen van buien, stormen en depressies van weervrouw Tante Koekie wel erg gezocht parallel met de gemoedstoestand van Tuurs vader. Met wat meer dosering zou dit een bijzonder vlot geschreven en origineel boekje zijn geweest.
Die precieze afweging tussen kinderlijke argeloosheid en onvermijdelijke tragiek is er helemaal in De zomer van de snoek van de gevierde Duitse schrijfster Jutta Richter. "Het was zo'n zomer waar geen einde aan kwam. En dat het onze laatste zou worden, had toen niemand geloofd." Drie kinderen, Anna, Daniël en Lucas, voeren hun eigen strijd tegen een snoek in de slotgracht van het kasteel waar ze wonen en meteen ook tegen de kanker van Gisela, de moeder van de twee jongens. Anna, het buurmeisje, vertelt het ontroerende en tegelijk nuchtere verhaal over die heel bijzondere maanden. Prachtig beschrijft Jutta Richter hoe de wisselende kleuren van de ontluikende bomen en het lentelijke koolzaadveld steeds rijper worden en hoe die noodlottige zomer niet meer tegen te houden is. Met veel zin voor understatement wordt de ziekte van Gisela gekoppeld aan het lot van de snoek. Het wordt een bezwerend spel, waarin het vangen en doden van de vis altijd weer wordt uitgesteld en ten slotte samenvalt met het sterven van Gisela. Een prachtig geschreven, onwezenlijk sfeervol en erg aangrijpend verhaal over het afscheid van een geliefde én van een bucolische kindertijd. En over hoe het leven daarna zijn onverstoorde gang gaat, alsof er niets is gebeurd.
'Nikki zit diep in een crisis, 't arme kind denkt dat niemand haar aardig vindt en dat ze oliedom is en dat ze geen wijs kan houden en..." Dat moet dan maar, besluit Nikki uit het telefoongesprek van haar moeder dat ze stiekem afluisterde. Nikki is het nieuwe boek van Peter van Gestel. In 168 bladzijden krijg je een overvolle dag uit het leven van een 11-jarig meisje, balorig, brutaal, erg welbespraakt en, als je goed leest, ook wel behoorlijk onzeker. Peter van Gestel schreef altijd al meesterlijke, springlevende dialogen. In dit boek exploiteert hij dat talent ten volle: het boek werd haast één lange dialoog, afgewisseld met Nikki's monologues intérieurs over haar warrige, prettig gestoorde familie, over de filmauditie waar ze naartoe moet en waar ze rode Sem ontmoet, over hoe haar moeder voortijdig bevalt van baby Luciano, over haar maffe oma en haar amoureuze perikelen, en - tussen de regels - over het warme gevoel dat Sem haar bezorgt. Soms wat al te veel en vermoeiend dovemansgeklets en getob: een gewoon, rustig kabbelend verhaal is het niet. En toch houd je aan het eind een perfect beeld over van wie en waar en waarom en hoe en wat. Met veel humor observeert Van Gestel, samen met Nikki, de wereld: het bekakte filmwereldje, een verstrooide vader die converseert met zijn nukkige computer ("de grijze dame"), een inwonende oma die de liefde niet kan laten, Sems snobberige huis dat veel duidelijk maakt over zijn melancholische blik, zijn obligate mobieltje en zijn deftige taaltje... Maar Nikki is vooral een boeiend en geloofwaardig familieportret, waarop ieder een vaste, heel verschillende plek inneemt, waarop de onderlinge relaties voor de aandachtige kijker/lezer levensecht zichtbaar en voelbaar zijn en waar gezellige nestwarmte van afstraalt. "'Ik wou dat ik 'n wees was die wordt geslagen en voor wie niemand aardig is', zei Sem opeens. 'Waarom in godsnaam?', vroeg Nikki. 'Nou', zei Sem en hij lachte, 'wat zou ik me dan verdomd gelukkig voelen hier.'" Zo'n boek.
Annemie Leysen
Querido, Amsterdam, 168 p., € 13,50.
ISBN: 904510203X
vanaf 10 jaar.
Lannoo, Tielt, 92 p., € 12,95.
ISBN: 9020960423
vanaf 10 jaar.
Lannoo, Amsterdam, 88 p., € 11,95.
ISBN: 9045101998
vanaf 7 jaar.