Meer kaf dan koren vond de jury van de Gouden Uil Jeugdliteratuurprijs in het aanbod van 2006. Gemopper over schabouwelijk geschreven en/of geredigeerde en dus overbodige kinder- en jeugdboeken wordt stilaan een maarts ritueel. De boek.be-jury, die onlangs de Boekenleeuw, Boekenwelpen en Boekenpauw uitreikte, deed daar niet voor onder, met uitvoerig geweeklaag over te veel en ondermaats. Terecht gejammer, overigens. De oogst was mager, en de uitschieters gauw geteld. Sommige uitgevers én schrijvers voor de jeugd houden het zogenaamde 'elitaire' kinderboek met literaire aspiraties blijkbaar stilaan voor bekeken. Gewoon is vaak weer meer dan goed en lucratief genoeg...
Hoe dan ook, koren en kaf blijken relatieve categorieën, als je er de twee amper vergelijkbare short- en longlists op nakijkt. Geen Gouden Uil in het verschiet voor Boekenleeuwlaureaat Marita de Sterck en haar opmerkelijke roman Kwaad bloed, om er toch één te noemen. Allergisch voor kommer-en-kwelboeken als ze is, koos de jury van de Gouden Uil resoluut voor 'lichter verteerbaar', voor niet-evident en voor Nederlands talent.

Hip tijdsdocument met groeipijnen
In zijn eerste adolescentenboek rapporteert Stan van Elderen over een week uit de puberlevens van twee jongens, tegen de achtergrond van het Manhattan van na 9/11. In elk opzicht elkaars tegenpolen zijn ze: Jonathan, enige zoon van een dweperige arty-farty moeder en een al even bezige businessvader, met weinig aandacht voor hun getraumatiseerde, contactgestoorde en depressieve zoon. Die zoekt dan maar zijn heil in de grote literatuur en in het apenuniversum van de dierentuin. Charlie Wallace, net gearriveerd in de Big Apple, is een uitgesproken vlotte jongen, zit goed in zijn vel, is alert voor alles en iedereen in zijn entourage, ontwapenend argeloos en heeft naïeve wereldverbeteraarsambities. Samen struinen ze door de stad, kletsend over films, pizza's, muziek, tv, literatuur, Dar-win en politiek. De ontdooiing van Jonathan, onder de stimulerende warmte van Charlie en diens joviale familie, wordt overtuigend opgeroepen en de 'messen in zijn buik' worden haast lijfelijk botter. Stilistisch is dit boek geen meesterwerk. Het blijft soms hangen in eindeloos geëmmer, overbodige herhalingen en storende taalslordigheden. De voorspelbare tekening van de ouderpersonages en de nadrukkelijk coole namedropping gaan al vlug irriteren en het slot lijkt al te snel bedacht.
De kansen: een mooi portret van een merkwaardige vriendschap en een interessant tijdsdocument, vol hippe intertekstualiteit, die een jury als deze allicht kan inpakken. Maar gezien het slenterende ritme, de soms rammelende compositie en de bloedarmoedige stijl kan Charlie Wallace bezwaarlijk tot hét jeugdboek van het jaar worden uitgeroepen.

Een verfrissend geluid in oorlogstijd
De vader van Kiek raakt vermist op een missie als arts in oorlogsgebied. Het worden zenuwslopende weken van bang afwachten, tot de 'held' weer terecht is en herstelt van een ingrijpende beenwond. Marjolijn Hof weefde rond dit toch wel morbide gegeven een lichtvoetig, soms hilarisch en tegelijk pakkend verhaal. Door het een en ander vanuit het nuchtere perspectief van een dubbend en verbazend inventief kind te laten bekijken, omzeilt ze melodramatiek. Om haar obsessionele angst over het lot van haar vader te bezweren zet Kiek een masterplan in kansberekening op: een meisje met én een dode vader, én een dode muis én een dode hond kom je niet gauw tegen. Ze bedenkt dan ook de mafste manoeuvres om alvast tot de twee laatste gevallen te behoren, zodat de kans op een dode vader verwaarloosbaar wordt. Tot ze helemaal verstrikt raakt in haar wonderlijke magische denken. Moeiteloos verplaatst Marjolijn Hof zich in het hoofd van haar jonge personage. Met humor en begrip registreert ze de razende rondjes van Kieks gedachten. De korte, krachtige zinnen, de zuinige stijl, de levensechte en vinnige dialogen en de geestige en ontroerende observaties geven De kleine kans een verfrissende stem.
De kansen: een verrassend en geloofwaardig verhaal, en een verademend geluid. Geen kleine maar een zeer grote kans op een Gouden Uil, dus. Heeft deze jury een neus voor overtuigend nieuw talent?

Ontroerende ode aan de vriendschap
Bijzondere vriendschappen en rare kinderen met vreemde fantasieën, niet echt thuis in de normale wereld. Een al vaker beproefd en geslaagd recept van Harm de Jonge. In Josja Pruis is dat niet anders. Alweer een mysterieus kereltje, die Josja: een eigenzinnige, hyperintelligente eenzaat met een litteken dat 'als een sliert kaarsvet' over zijn voorhoofd loopt. Plots duikt hij op uit het niets, in het najaar van 1956, in een ingedommeld godverlaten vissersdorp. Hij zet er in géén tijd dingen en mensen op hun kop, en verdwijnt dan weer uit ieders bestaan. In een slim bedachte compositie laat De Jonge Josja's verweesd achtergebleven vrienden Homme en Ada de voorbije maanden reconstrueren, in een poging om te begrijpen hoe het een en ander kon gebeuren. Door drie verschillende verhalen heen, elk met een eigen stijl, idioom en lay-out, krijg je stilaan toegang tot het drukke hoofd van Josja Pruis, waar, beweert hij, ook de hersens van zijn Siamese tweelingbroer Kai een plek hebben.
Josja Pruis is een rijk en toch sober verteld boek, over hoe onwetendheid kinderen onnoemelijk eenzaam maakt. Over de eindeloze heimwee ook naar warmte en een beetje geluk. Een ontroerende ode aan vriendschap die nooit overgaat.
De kansen: Josja Pruis is een aangrijpend en knap geschreven en gecomponeerd boek. De Jonge werd al drie keer genomineerd voor de Gouden Uil, maar dit keer staat hij het sterkst. Het boek kreeg al de Woutertje Pieterse Prijs. Verrassend uit de hoek komen zit er voor de jury niet meer in.

Een exuberante beestenbende in rijm en kleur
Een hoogst origineel abecedarium, dit prentenboek waarin woord en beeld perfect samengaan. Voor elke letter van het alfabet passeren beesten buitelend de revue. Dichter Ted van Lieshout trekt hier alle registers open. Zijn poëzie klinkt guitig, dan weer geestig anekdotisch en soms ook regelrecht pakkend en verstild. Ook stilistisch gaat het er gevarieerd aan toe: zo zijn er evengoed minuscule taal- en klankgrapjes op rijm, als limericks, raadsels of langere ritmische gedichten en vrije, minder toegankelijke verzen. In zijn kleurige illustraties doet Sieb Posthuma meer dan het pure verbeelden van de tekst. Voor elk gedicht vond hij in passend kleurgebruik en compositie een geschikte toon, en verzon hij meesterlijke geestigheden. Alleszins een geslaagde joint venture van twee kunstenaars met vakmanschap.
De kansen: een Gouden Uil zit er voor dit duo allicht niet in. Meer dan de helft van de gedichten zijn eerder al verschenen. Te weinig nieuw werk dus om voor de prijs in aanmerking te komen. Of wil de jury enkel voor de illustraties gaan?

Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan
Lola en de leasekat is het vijfde prentenboek van de Nederlandse kunstenares Ceseli Josephus Jitta en een vervolg op het bijzondere Wat is er toch met Lola Fink, dat ook een theaterversie kreeg. Op copieuze dubbele pagina's, met als achtergrond een oud kasboek - een onmiskenbaar Wolf Erlbruchtrucje overigens - schildert, kleeft en plakt Josephus Jitta in een steeds wisselend kleurpalet een mensenleven bij elkaar. Over de liefde, gaat het, en over het onontkoombare afscheid. 'Op een dag valt Jan om. Zijn hart staat stil.' Na zesenvijftig jaar samen is oude Lola alleen. Haar eenzaamheid wordt ontroerend en subtiel opgeroepen in de grauwer wordende platen en in de expressief getekende lichaamstaal. www.leasekat.nl biedt uitkomst. Kat nr.313, alias Tim, wordt aan huis geleverd en vult met zijn slome gezelligheid de leegte weer op. In de suggestieve prenten en de summiere tekst worden herinnering aan wat was en hoop op wat nog komen kan vakkundig weergegeven.
De kansen: een aandoenlijk en authentiek verhaal over ouder worden en verlies, voor één keer zonder de gebruikelijke clichés, in een harmonieus samenspel van woord en beeld. Een, naar eerder traditionele Nederlandse illustratienormen, opmerkelijk gedurfd prentenboek, dat de vergelijking met heel wat niet genomineerde Vlaamse prentenboeken weliswaar niet echt doorstaat.
Annemie Leysen
Nieuw Amsterdam , 176 p., € 11,50.
ISBN: 90 468 0099 7
vanaf 14 jaar.
Querido, € 13,50.
ISBN: 90 451 0238 2
vanaf 10 jaar.
Van Goor, € 14,50.
ISBN: 90 000 3748 4
vanaf 10 jaar.
Sieb Posthuma (ill.)
Leopold, Amsterdam, 36 p., € 13,50.
ISBN: 90 258 5039 1
vanaf 6 jaar.
Zirkoon, 32 p., € 12,95.
ISBN: 90 5247 3730 1
vanaf 5 jaar.