Kinderen moeten zelf kunnen ontdekken
Ze zit al bijna dertig jaar in het vak en als ze er niet zo fris en monter uitzag, zou je haar terecht de éminence grise van de jeugdliteratuur durven te noemen. Maar Joke van Leeuwen is niet enkel leeftijdloos wat haar verschijning betreft. Ook met haar werk overschrijdt ze grenzen: tussen kinderen en volwassenen, maar ook tussen tekst en beeld, Vlaanderen en Nederland.

Joke Van Leeuwen (foto Jimmy Kets)Uw debuut in de kinderliteratuur dateert van 1978. Hebt u nooit eens het gevoel: nu heb ik verteld wat ik te vertellen had.
    "Nee, het blijft toch almaar doorgaan. Ik heb veeleer het gevoel dat er zich telkens nieuwe mogelijkheden aandienen. De associaties of ideeën komen meestal naar me toe. Die behoorlijk vermoeiende maar soms ook wel prettige gedrevenheid om iets te maken laat me, vrees ik, niet meer los. Het is verweven met de essentie van mijn bestaan."


U bent vooral bekend om uw kinderboeken, ook al hebt u een roman en nogal wat poëzie voor volwassenen gepubliceerd. Kunt u verklaren waarom uw werk kinderen zo sterk aanspreekt?
   "Ik denk dat de verklaring ligt in de combinatie van schrijven en tekenen. Als ik schrijf voor kinderen, kies ik een ander perspectief, het perspectief van een beginnend mens dat meestal nog fris en verwonderd tegen de dingen aankijkt. Ik vind het belangrijk om ook in mijn volwassen leven iets van die frisheid vast te houden, niet cynisch te worden. Na mijn studie aan de kunstacademie ben ik beginnen schrijven en schilderen voor volwassenen, maar ik merkte dat het zo zwaar en somber was. Als ik voor kinderen schrijf, heeft het iets springerigs."

 

Springerigs?
   "Ja, dat heeft te maken met dat perspectief, namelijk niet in het midden gaan staan maar vanaf de zijlijn naar de dingen kijken. Het heeft ook te maken met het afpellen van vanzelfsprekendheden, proberen onbevangen naar de dingen te kijken. Dat doe je ook als je poëzie schrijft, dan bekijk je woorden en formuleringen ook op een heel nieuwe manier."

 

Dus toch ergens nog kind kunnen blijven?
   "Dat wordt zo vaak verkeerd begrepen, als je dat zegt. Mensen halen kinderlijk en kinderachtig makkelijk door mekaar, of ze denken dat je hopeloos naïef bent, maar dat is natuurlijk onzin. Je kunt trouwens beter over verliefdheid schrijven als je er niet middenin zit. Dat geldt ook voor je kindertijd. Maar ik hou wel graag iets open van die tijd, ik denk echt dat het zin heeft om de dingen van de kinderjaren niet te vergeten of te veronachtzamen.
"Ik hoop en denk ook dat veel volwassenen van mijn zogenaamde kinderboeken kunnen genieten, omdat er meerdere lagen inzitten. Ik weet uit ervaring dat het niet zozeer met leeftijd te maken heeft, maar met het feit of mensen door mijn manier van schrijven of door mijn humor worden aangesproken."

 

U wordt vaak geprezen wegens uw veelzijdigheid. Misschien is er één constante in uw hele oeuvre: de kracht van de verbeelding.
   "Ik geloof in de noodzaak om ook voor kinderen de verbeelding open te houden. En dat is niet zo vanzelfsprekend, omdat kinderen bestookt worden met films en spelletjes die al helemaal ingevuld zijn. Ik ben bang dat kinderen iets levensnoodzakelijks als verbeelding dreigen te verliezen als ze te veel opgevoed worden met van die louter te consumeren dingen. Ik denk ook dat het belangrijk is om kinderen ruimte te geven om te ontdekken, en dat hun denken als lezertje een beetje wordt geprikkeld. Als we niet uitkijken worden kinderen erg getraind om voorbeeldige consumerende kuddes te worden. En kuddes zijn gevaarlijk op den duur, omdat je niet zelfstandig meer kunt denken of je eigen denken niet even een slag kunt geven om ook eens van een andere kant naar de dingen te kijken."

 

Komt daar ook die lichte anarchie vandaan in veel van uw verhalen? De personages geven vaak blijk van een zekere frictie met de realiteit. Ze zijn een beetje 'onaangepast'.
   "Ik denk dat dat ook te maken heeft met de verhuizing van mijn familie van Nederland naar Brussel toen ik dertien was, waardoor al het gewone ineens speciaal werd. Toen leerde ik om dingen niet zo klakkeloos aan te nemen, of om vanzelfsprekendheden ter discussie te stellen. Ik herinner mij nog heel goed de lerares die me zei, toen ik mijn huiswerk niet had begrepen: 'Als je het beter denkt te weten zoals al die Hollanders, dan ga je maar terug naar je eigen land.' Maar uiteindelijk heb ik er wel mijn voordeel mee gedaan. Door soortgelijke ervaringen weet je tenminste echt hoe het voelt om gestigmatiseerd te worden op basis van een cliché. Ook mijn taalgevoeligheid is er door gegroeid. Ik heb daarom met veel plezier het boek Waarom een buitenboordmotor eenzaam is over de taal gemaakt, omdat ik voeling heb met zowel het Vlaams als het Nederlands.
"Maar het allerbelangrijkste is wel dat je een soort mengvorm wordt van twee culturele invloeden, dat je beseft dat een of/of-denken niet klopt, want je houdt het niet meer uit mekaar. Die mengvorm wordt je nieuwe identiteit. Je valt niet in één hokje te stoppen."

 

'Herkomst' en 'ontheemd zijn' (niet alleen in de letterlijke zin) zijn vaak terugkerende thema's in uw boeken. Heel wat van uw personages maken een reis door, een soort queeste: het vogelmeisje Iep dat naar het Zuiden wil, het wezentje Kweenie dat zijn eigen verhaal kwijt is,...
   "Ja, maar dat 'reizen' is ook de manier waarop ik wil leven en waarop ik het leven ervaar. Ik wil het permanente gevoel hebben dat op weg zijn belangrijker is dan een of ander aangeschoffeld erfje bezitten. Ik geloof niet dat je ooit gearriveerd bent. Dat is ook een manier van denken die energie geeft, hoor, want ik begin nu opnieuw met cabaretoptredens terwijl ik toch al over de vijftig ben. Als je niet oppast zou je geloven dat de jaren tussen dertig en vijftig de spil van je leven moeten zijn. Terwijl elke leeftijd zijn belangrijke fases heeft. De zin van mijn leven zit in dat onderweg zijn, in dat zoeken."

 

Er is bijna altijd sprake van een bijzonder levendige, geestige en originele symbiose tussen de tekst en de illustraties in uw werk. Soms lijkt het wel alsof u uit het boek wil breken, alsof de bladspiegel driedimensionaal wordt. De vorm als spiegel van de lichte anarchie die ook in de inhoud terug te vinden is?
   "Ik maak mijn boeken erg associatief, de illustraties zijn vaak zijsprongen, een afbeelding van een droom of een gedachtesprong van een personage. Of de beelden komen gewoon in de plaats van de tekst omdat ze beter uitdrukken wat ik bedoel. Ik heb ook vaak gemerkt dat kinderen die moeite hebben met lezen, steun kunnen vinden bij de tekeningen. Alsof ze eerst door het bos van letters gaan en dan uitrusten op het bankje van de tekeningen om er dan weer in te springen."

 

U hebt nu ook een echt prentenboek voor peuters gemaakt, Heb je mijn zusje gezien? Een enigszins nieuwe format voor u.
    "Klopt. Er zitten elementen in zoals herhalingen en ritmische opbouw. En ik speel ook met het plezier dat kinderen beleven als ze zich ergens achter verstoppen en dan telkens weer 'koekoek' roepen als ze tevoorschijn piepen. Er zitten halve en uitklapbare pagina's in. Ik heb geprobeerd te denken vanuit zo jong zijn, en vanuit die super basale ervaringen die je dan nog hebt."

 

Taal is vaak een soort (kinder)spel voor u. Alsof u de woorden ontrafelt, er een loopje mee neemt, nieuwe of verborgen betekenissen blootlegt. Er gaat een grote vrijheid vanuit, wat nog het meest blijkt uit uw poëzie.
   "Ik vertrek voor mijn kinderpoëzie inderdaad vooral vanuit datgene waar het mee begint, namelijk de muziek, het ritme, het rijm, de klanken. niet zozeer vanuit thema's als bedplassen of zo. Ik merk ook dat kinderen vaak worstelen met taal. Ik wil hen laten zien dat zij ook de taal zelf een loer kunnen draaien of er grappen mee kunnen uithalen. Dan krijg je zelf meer macht over de taal. In Ozo heppie bijvoorbeeld, heb ik Engels vernederlandst, waardoor sommige kinderen die tweetalig zijn, zich eigenlijk bevrijd voelden. Die vrijheid vind ik wel mooi, want ook al is taal altijd aan regels gebonden, je mag toch niet het gevoel hebben dat je helemaal bezwijkt onder die regels, dat je niet meer kunt communiceren."

 

Er zit ook opvallend veel humor in uw boeken, maar het is nooit alleen maar lachen, hè.
    "Humor krijgt voor mij pas diepgang als er een andere kant aan zit. Ik ben helemaal niet zo'n 'hahaha grappig mens', maar ik denk dat humor een soort kracht kan zijn in je bestaan, een vorm van overleven. Ik was als kind al geen vlindertje, veeleer een tobberig observeerhoofd. Maar volgens mij is het een vergissing te denken dat ernstige dingen alleen maar met een ernstig gezicht en met ernstige woorden kunnen worden gebracht."

 

Geeft het schrijven u nog steeds dezelfde voldoening als zoveel jaren geleden?
   "Ja, en ik kan nog op dezelfde manier vastzitten en denken: wordt het wel wat? en als er een boek uitkomt, zie ik altijd eerst de fouten. Maar na een tijdje ben ik toch blij dat er weer wat is, ja. Het is tegelijk ook heel mooi om na al die jaren nog te horen wat het voor mensen heeft betekend, kinderen die nu volwassen zijn en me zeggen dat ze ermee opgegroeid zijn en dat het hun denken heeft beïnvloed. Dat is natuurlijk prachtig."

Patrick Jordens

 

Joke van Leeuwen
(° 1952, Den Haag)

> Geboren als dochter van een dominee-theoloog.

> De familie Van Leeuwen verhuisde naar Brussel toen
Joke 13 was.

> Studeerde grafische kunst in Antwerpen en Brussel, en
geschiedenis in Brussel.

> Is zowel illustrator als schrijfster van kinderboeken.
Ze schreef ook een roman voor volwassenen, en poëzie voor
kinderen en volwassenen.
Daarnaast treedt ze regelmatig op met haar eigen cabaretprogramma's.

> Won talloze literaire prijzen.

 

>>> Op 2 december 2006 vindt de première plaats van 'En/En',
een cabaretprogramma met de Bosnische gitarist/zanger Mario Paric.

 


Joke van Leeuwen
Heb je mijn zusje gezien?

Querido, Amsterdam, € 13,50.
vanaf 4 jaar.

Copyright © De  Morgen   .::.  4 oktober 2006