Op de wip

Do van Ranst en An van 't Oosten mikken met hun jeugdromans op een wat verwaarloosd publiek, dat van kinderen tussen tien en twaalf, 'te groot voor de poppen, te klein voor de kerels'.

RavenhaarVan Do van Ranst (vorig jaar nog bekroond met de Prijs Knokke-Heist) verscheen Ravenhaar. Een clubje jongelui bij elkaar, twaalf zijn ze en dus op de wip tussen kind en puber, zit als vanouds in hun schuurtje een nieuw spel te bedenken. "Ik zie ons in de schuur op de grond zitten... We zitten als reuzen, geklemd in een kabouterhuisje. Het hout kraakt en zal het spoedig begeven onder de druk van onze veel te grote lichamen."
    Spelletjes verzinnen, daar zijn ze al die jaren erg goed in geweest: brandweerkazerne naspelen, bijvoorbeeld, of een rusthuis voor bejaarde kippen opzetten, of een beautysalon, of een oversteekplaats voor kikkers aanleggen... Maar dit keer moet het "iets groots" zijn, vinden ze, beter dan wat ze ooit deden: "omdat het misschien het allerlaatste spel zal zijn dat we ooit zullen spelen". Beter dan die Italiaanse kusfilm ook, die ze zouden overdoen, en waar ze spijt van kregen...
   Meteen zet Do van Ranst in zijn nieuwe boek al wat onbestemde lijntjes uit, en wordt er een en ander gesuggereerd dat pas aan het eind een plaats krijgt. Een procédé dat hij ook in Mijn vader zegt dat we levens redden gebruikte, en dat overigens in de jeugdliteratuur van vandaag steeds drukker wordt aangewend.
   Fatima brengt uitsluitsel: trouwen, dat moesten ze maar eens 'spelen'. Zij wordt de bruid, en Bram, de ik-verteller, de bruidegom. Maar een spel "dat in het echt gewoon kan", lijkt plots tegen de regels. Wat voor de autochtone vrienden gewoon is, is dat niet voor het Marokkaanse meisje. Een wat vreemd meisje is ze, met haar obsessie om blootsvoets de schuur binnen te komen, met dat rare vasten, en met die boze vader van haar, die een ander spel al in de war heeft gegooid. Maar toch is ze helemaal iemand van hen geworden. De bijnaam Ravenhaar kreeg ze van haar kompanen wegens haar prachtige zwarte haren, die ze na enig aandringen vanonder haar hoofddoek liet zien.
   Ieder krijgt zijn vaste plek in wat een bizar rollenspel wordt, waarin de grenzen tussen verbeelding en werkelijkheid, tussen 'echt' en spel voortdurend worden verlegd. Een pseudo-volwassen spel met kinderen in de hoofdrollen. Voor Fatima is het een poging om de werkelijkheid te bezweren die haar boven het hoofd hangt. Ravenhaar staat immers een gearrangeerd huwelijk te wachten, net als haar twee oudere zussen.
   Do van Ranst schreef alweer een erg filmisch boek, dat het vooral moet hebben van de knap gedoseerde stemmingswisselingen, van onuitgesproken gevoelens en flarden van zinnen, van blikkenwerk en 'binnensmonds lachen', van het onwennige aftasten van de nog onbekende grote gevoelens en ervaringen binnen bereik. Een boek ook dat met veel understatement en inleving de aarzelende overgang van kinderjaren naar volwassenheid illustreert.
   Jammer wel dat het al te expliciete exposé aan het eind, over de islam en de bijbehorende huwelijkspraktijken van de overigens plots wel erg spraakzame Ravenhaar de zorgvuldig opgebouwde sfeer en dubbelheid voor een stuk ondergraaft. Ook de personages missen weleens het nodige vlees en bloed.

Dans in de brandingDe Nederlandse schrijfster An van 't Oosten verraste eerder met twee bijzonder gevoelige en goed geschreven verhalen, Madame Sarah en De oorlog van Sophie. De setting en de historische verwijzingen hebben ook in haar nieuwe boek Dans in de branding, alles in huis voor alweer een boeiend en bijzonder verhaal: het eiland Texel - voor een keer niet als toeristische biotoop opgevoerd - en de Georgische kerkhoven uit de Tweede Wereldoorlog als getuigen van een weinig Bekend stuk Nederlandse oorlogsgeschiedenis. En toch overstijgt dit boek maar zelden het niveau van een middelmatig en voorspelbaar verhaal-van-dertien-in-een-dozijn.
    Joris verschilt grondig van mening met zijn vader wat 'eilanden' betreft. Zelf is hij er - om een of andere onduidelijke reden - door gefascineerd. Voor zijn vader, een bittere cynicus na de dood van zijn vrouw, leveren eilanden alleen maar "geïsoleerde, stugge mensen op". Tot zover het wat onwaarschijnlijke uitgangspunt van de roman, dat verder moeizaam wordt uitgesponnen. Joris trekt naar Texel, ontmoet er niet alleen het obligate Nienke-van-zijn-hart, maar stoot ook op een raadselachtige, warrige en bejaarde Tonia, die hem voor een bedreigende spion aanziet. Een kluif voor een ondernemende Sherlock Holmes als deze jonge knaap. En ja hoor, u had het geraden: familiegeheimen over een lang vervlogen oorlogsverleden komen als bij wonder aan het licht, worden moeiteloos ontrafeld, en vader en zoon vinden ten slotte niet enkel elkaar, maar ook nog een moeder en grootmoeder terug. Een wat melige Opsporing verzocht-aflevering met losse eindjes, een soms warrige plot met een snel afgeraffeld slot, hortende dialogen, weinig overtuigende karakters en ongeloofwaardige toevalligheden. In de beschrijvingen van de oude Tonia, die als bezeten in de aarde van het Russenkerkhof woelt om er elke dag een rozenstruik te planten voor haar grote liefde Georgius, en die als een gekke vogel over het winderige strand dwaalt is Van 't Oosten dan weer op dreef. En dat doet hopen op volgende keer beter.

Annemie Leysen


Do van Ranst
Ravenhaar
Davidsfonds/Infodok, Leuven, 84 p., € 13,50.
vanaf 10 jaar.

An van 't Oosten
Dans in de branding
Davidsfonds/Infodok, Leuven, 96 p., € 14,95.
vanaf 12 jaar.

Terug Copyright ©  De  Morgen                     11 mei 2005.