Neen kunnen zeggen is zo belangrijk

Edward van de Vendel is dichter, schrijft prentenboeken en romans voor kinderen en jongeren. Om de haverklap ligt er wat nieuws van hem in de boekhandel, en hij is nog lang niet uitgeschreven. Een gesprek met een literaire duizendpoot.

Edward van de Vendel (foto Hans van den Bogaard)Edward van de Vendel (1964) begint meteen enthousiast te praten over het geschenkboek voor vaders dat deze week uitkomt. "Het was oorspronkelijk niet echt bedoeld als kinderboek, maar door de illustraties van Sebastiaan van Doninck is het toch wel toegankelijk voor kinderen ook. Het is een lang gedicht over een giraffenvader die een lied zingt voor zijn ongeboren kind. Hij heeft twijfels, hij vindt het eigenlijk doodeng dat hij zo meteen vader zal worden."

 Dat soort twijfelachtige relatie tussen ouder en kind komt wel vaker voor in uw boeken.
Misschien zijn het geen standaard gezinnen, maar de volwassenen zorgen wel voor hun kinderen. Ik vind het erg belangrijk dat de kinderen in mijn boeken uit een warm gezin komen. Ik ben altijd bedroefd als ik een boek lees over een kind dat helemaal alleen is. Familiebanden zijn uniek. Een kind dat veel optrekt met zijn grootouders, dat vind ik interessant. Van grootouders kan een kind vaak meer afstand nemen, ze kunnen compromislozer met elkaar omgaan. Maar leeftijd is niet zo belangrijk: ik heb zelf een heel diverse vriendenkring, gaande van twintigers tot vijftigers, en dat geeft me nu ik veertig ben en er veilig tussenin zit, een gevoel van compleetheid."

Het gaat in Wat ik vergat of Anna Maria Sofia toch om meer dan een warme relatie tussen kind en grootouder. Vaak is het kind het geheugen van de oudere, en neemt hij of zij erg veel verantwoordelijkheid.
"Dat klopt. Kijk, ik vind het heel erg belangrijk dat je de volgende overweging maakt. Net zoals wij volwassenen ontroerd kunnen zijn, kunnen kinderen dat ook, in dezelfde mate. Zij maken dezelfde emoties mee als wij, alleen is het vaak voor het eerst. Kinderen voelen zich net zo verantwoordelijk voor een ander als wij. Ik doe het niet opzettelijk, maar ik merk wel dat dit het vertrekpunt is van al mijn boeken. Kinderen zijn ook mensen, ze zijn niet een categorie apart. Een warme achtergrond motiveert je om uit te maken wat klopt of niet klopt, en in hoeverre je jezelf en anderen voor de gek houdt of niet. Dat is een thema dat in mijn nieuwe roman aan de orde is (Gloeiende voeten, pas uit bij Querido, BK). Waar ik vroeger, toen ik Gijsbrecht schreef (een bekroonde bewerking van Vondels drama, BK) nog dacht dat je in je leven vooral een bewonderenswaardig mens moet zijn, en in alle, ook foute, situaties zo juist mogelijk moet handelen, vind ik nu eenvoudigweg dat je in de eerste plaats echt en oprecht moet zijn tegenover jezelf. Mijn Roodkapje is dat. De kern van het boek is eigenlijk dat Roodkapje heel hard 'nee!' roept tegen de wolf, en dat hij daarvoor terugdeinst. Ze gaat hem helemaal niks uitleggen, ze wil gewoon niet. 'Nee' kunnen zeggen is ontzettend belangrijk voor iedereen, ook voor kinderen. Sprookjes zijn gruwelijk, dus ik vind het geen bezwaar dat deze versie het ook is. Het is geen warm, maar wel een erg krachtig boek. Roodkapje gaat niet graag naar haar grootmoeder. Als ik dit boek aan kinderen ga voorlezen, laat ik hen eerst de prent van de grootmoeder zien. Dan schrikken ze en roepen ze hard: 'Oooohh', want dit is toch niet de oma die je verwacht."

Martha Heesen zei ooit dat ze haar boekenkinderen opzettelijk nooit naar school laat gaan. 'Ze gaan wel, omdat dat moet, maar je komt er als lezer niets over te weten.' Dat is bij jou net omgekeerd. Je schreef bovendien een non-fictieboek over de basisschool en je richtte zelf een schooltje op.
Edward van de Vendel"Kinderen brengen zoveel tijd door op school, het is voor mij logisch dat ik daar ook over schrijf. Ik zou me bovendien niet kunnen voorstellen dat ik zou schrijven over een kind dat niet graag naar school gaat. Ik heb zelf met veel plezier op een school gewerkt. In Slik gerust het krijtje in wilde ik aan kinderen laten zien hoe de school werkt. Ik heb kritiek gekregen dat ik te hovaardig ben. Dat ik in dat boek leerkracht sta te wezen die het nog aandurft ook om tips te geven voor leerkrachten. Dat was niet de bedoeling. Maar ik kan het niet helpen dat ik ervan overtuigd ben dat als er een plek is in de wereld waar talent belangrijk is, het wel degelijk op school is. Kinderen herinneren zich hun leuke leerkrachten heel hun leven. Een goede leerkracht kan je enorm positief beïnvloeden. Je moet oog hebben voor alle kinderen en warmte uitstralen. Dat begint al bij het prille begin: hoe de turnleraar groepjes indeelt, bijvoorbeeld. Ik vrees dat er veel talent verloren is gegaan in Nederland, omdat er te veel belang aan papier en vakken wordt gehecht. Getalenteerde leerkrachten voelen zich beknepen en haken af. Maar dat heb ik niet in dat boek gezegd, ik wilde positief blijven."

Moet je als jeugdauteur rekening houden met je lezerspubliek?
"Ik vind dat er een bepaalde ethiek bestaat binnen kinderliteratuur. Je bent verplicht een situatie zo echt mogelijk neer te zetten, met alle nuances. Als je een probleem wilt aankaarten, moet je ook een geloofwaardige oplossing bieden en niet alleen somberte geven. Ik las eens een boek over een jongen wiens vader zwaar verbrand was. Lekker vet aangegeven. Er volgde wel een soort positieve evolutie, maar die was niet geloofwaardig. Je mag de lezer niet laten zitten met een naar basisgevoel. Als je een zwaar onderwerp niet genuanceerd kunt behandelen, moet je ervan afblijven. Ik vind niet dat kinder- en jeugdboeken gemakkelijker moeten zijn. Want dat is een rare discussie die in Nederland weer oplaait. Zo van: maak het niet te moeilijk, want anders kunnen de kinderen - alsof er zoiets bestaat als dé kinderen - het niet meer aan."

U schreef gedichten en een roman over ontluikende homoseksualiteit bij jongeren. Was dat vanuit de drang om die jongeren te steunen?
"Het idee is niet nieuw: er waren al schitterende boeken over dat thema geschreven, zoals Gebr. van Ted van Lieshout en Je moet dansen op mijn graf van Aidan Chambers. Ik wilde het anders aanpakken. Het was de bedoeling verliefdheid te beschrijven, in welke vorm dan ook. Ik denk ook dat dat wel gelukt is. Toen het boek pas uit was, kreeg ik vooral van jongens heel veel reactie, zo van, 'je boek ligt altijd naast mijn bed', en dat vond ik heel leuk. De uitgever en ikzelf hadden ervoor gekozen om op de omslag niets te verklappen over het thema homoseksualiteit. Titel, foto en flaptekst zijn vaag. Bij een eventuele herdruk zou ik nu toch opteren om duidelijker te zijn. Waarom moesten we dat toen eigenlijk wegstoppen? Is dat geen vorm van zelfdiscriminatie? Ja, want natuurlijk wilde ik met mijn boek meer begrip losweken. Maar toch wilde ik ook duidelijk maken dat niemand mag verwachten dat iedereen er zomaar overstapt, het altijd maar begrijpt. Het is ook niet zo erg om je te realiseren dat je tot een bepaalde groep behoort. Wat wel erg is, is hypocrisie, en daar schrikken de jongens in het boek wel heel erg van."

U was dertiger toen u dat boek, De dagen van de bluegrassliefde, schreef. Was het moeilijk om u in te leven in de wereld van jongeren van 18 jaar?
"Niet echt. Ik vind boeken met vaart en heldere beelden leuk. Ik schrijf ze zo en wil ze graag zo lezen. Ik wil dat het verhaal steeds maar doorgaat, ik ben als lezer ook altijd nieuwsgierig naar wat gaat volgen. Ik deel die voorliefde voor snelheid met jongeren en kinderen. Mijn dichtbundel Superguppie was om die reden zo leuk om te schrijven: na drie bundels met licht en zwaarder werk voor jongeren, had ik zin in ritmische, korte versjesachtige gedichten. Het was tijd voor vrolijkheid en lichtheid."

U won dit jaar de prestigieuze Woutertje Pieterseprijs met Superguppie. Was u blij?
"'t Is als een bak geluk die over je heenkomt! Superguppie was vanaf het begin een gezegend project, ook door de tekeningen van Fleur van der Weel. Het was nog nergens gerecenseerd in Nederland, voor we de prijs kregen. Nu is het al bijna een bestseller!"

Belle Kuijken

Selectie uit het werk van Edward van de Vendel
Anna Maria Sofia en kleine Cor

Querido, Amsterdam, 2004
ill. Ingrid Godon
€ 13,50

Lied voor een girafje De Eenhoorn, Wielsbeke, 2004
ill. Sebastiaan van Doninck
€ 11
Superguppie Querido, Amsterdam, 2003
ill. Fleur van der Weel
€10,95
Betrap me Querido, Amsterdam, 2001
€ 13,60
De dagen van de bluegrassliefde Querido, Amsterdam, 1999
€ 12,95
Gijsbrecht Querido, Amsterdam, 1998
€ 13,60
Rood Rood Roodkapje De Eenhoorn, Wielsbeke, 2003
ill. Isabelle Vandenabeele
€ 14,50


Terug Copyright ©  De  Morgen                     29 september 2004.