Al
van in hun studententijd in Duitsland werken Ingrid en Dieter Schubert samen
aan illustraties voor kinderboeken. Ze kwamen in 1977 naar Amsterdam om aan
de Rietveld Academie te studeren en zijn in Nederland gebleven. Tot hun eigen
verbazing bleven ze bovendien in de wereld van de kinderboeken en hadden hun
eerste prentenboeken al een onnoemelijk succes. De Schuberts lijken zich letterlijk
te kunnen verenigen. Hoe dat precies in elkaar zit willen ze liever niet prijsgeven.
Volgens de tekenaars is er geen vaste rolverdeling. Ze denken samen een concept
uit, verdelen het tekenwerk en becommentariëren nadien elkaars werk. Het
resultaat is een wonderbaarlijke reeks boeken, waarvan de bekendste titels (Platvoetje,
Monkie, Woeste Willem) de "lievelingen van het kleuteronderwijs"
worden genoemd.
In hun eerste boeken kiezen ze al meteen voor kleurrijke verbeelding. Het uitgangspunt is vaak vergelijkbaar, een kind ontmoet monsters van alle slag en daarbij zijn er geen grenzen van wat wel of niet kan. Zo zit een krokodil met vlijmscherpe tanden gezellig bij Peggie op bed. Koosje loopt zonder aarzelen tussen de dikke poten van het beest Bloe. Nikkie ontmoet het kleine heksje Platvoetje achter het tandenborstelbekertje. In dat boek, Platvoetje, spelen Nikkies ouders voorzichtig mee, maar in het algemeen passen volwassenen niet in deze verhalen, die zich afspelen als het nacht is, of in de sprookjestijd van de hele vroege ochtend. "We werken volwassenen zo snel mogelijk het boek uit", zegt Ingrid Schubert in een interview. Ouders gaan uit of slapen nog, zodat het kind met het monster rustig op avontuur kan, zoals in Max en de maximonsters, de bestseller van de New Yorker Maurice Sendak. Maar anders dan bij die roemrijke voorganger kiezen de Schuberts voor een fantasierijke afloop. Dromen duren langer dan de nacht. Koosje komt terug met een echte Veelvraat, en ook Peggie weet dat krokodil Karel er echt is geweest. Met die wetenschap sluiten de kinderen een verbond met hun monsters of andere vriendelijke dieren, waar ouders lang niet bij kunnen.
Dieren
tekenen doen de Schuberts graag en goed. Ze streven daarbij een wetenschappelijke
juistheid na en kunnen bogen op een ontzettend goede technische bagage. "Een
kind moet in één oogopslag een geit van een hond kunnen herkennen",
beweerde Dieter Schubert al toen Monkie pas was verschenen, inmiddels
al bijna twintig jaar geleden. Monkie is een van de boeken die hij alleen
tekende, een woordenloos relaas van een speelgoedaapje dat verloren raakt en
waar dieren mee zeulen tot het door een poppendokter uit een beekje wordt gevist
en terug bij de eigenaar belandt. Monkie is tijdloos en talloze malen
herdrukt.
De dieren in Monkie en de andere boeken dragen geen kleren. Schubert: "Ik vind dat je de natuur daar geweld mee aandoet. In het echt draagt een egel toch ook geen broek? De tekenstijl van Beatrice Potter is prachtig, maar zoiets kan nu niet meer. We zijn daar overheen gegroeid." Ik vrees dat niets minder waar is. Maar wel in de boeken van de Schuberts dus. Ze blijven hun uitgangspunten trouw, maar er is natuurlijk wel een evolutie in hun werk te bespeuren. De tekeningen worden almaar mooier en fijner afgewerkt. De dieren zijn natuurgetrouwer dan in het begin. De landschappen, ook onder water en in de lucht zijn nog overweldigender dan vroeger. Maar ook: de monsters zijn schaarser, de kinderen zijn bijna helemaal weg en de gedurfde naïeve stijl (met lelijke papa's en mollige kindjes) is verloren. De lezer moet veel grappige details en invitaties tot zoeken op overvolle prenten missen. Die waren er bijvoorbeeld wel nog in overvloed in het sublieme Kijk mij nou, een uitgave van de Nederlandse schooltelevisie, over het verschil tussen jongens en meisjes. De gebundelde avonturen van Beer en Egel en het nieuwe boek over een muizenkoppel zijn grappig en lief en charmant, maar het 'anarchisme' waar de Schuberts zo achter stonden, vind ik niet meer terug. Ik wil gerust drie Beer en Egel-verhalen ruilen tegen één ouder maar pittiger boek zoals Wie niet sterk is... of Woeste Willem of Monkie.
Dieter Schubert, Ingrid Schubert
Alles bij Lemniscaat, Rotterdam.