De
kinderboekenproductie neemt almaar toe. Dit jaar zijn er opvallend veel heruitgaven
en sequels, nu en dan gepresenteerd op een fraaier bedje. Zo gaf Querido dierenverhalen
van Toon Tellegen uit in kleine aantrekkelijke, thematisch opgevatte cadeauboekjes
(Met hart en ziel. Dierenverhalen voor elk feest (8+), Een hart onder
de riem. Dierenverhalen vol troost (8+), Na aan het hart. Dierenverhalen
vol vriendschap (8+)). Er verschenen ook nogal wat bundelingen van eerder
verschenen losse afleveringen. Het grote boek van Hannah (Querido, 6+)
bijvoorbeeld, waarin de vier echt wel leuke en eigentijdse verhalen van Kaat
Vrancken over een ondernemend en slim meisje van zes een nieuw leven kregen.
Of Het grote boek van Klein-Mannetje (Leopold, 4+), met drie oude verhalen
over een innemende kale kerel van Max Velthuys. Prentenboeken zijn er in overvloed.
Vaak zijn ze prachtig uitgegeven en geïllustreerd, maar soms zijn ze al
te artistiekerig, gaan ze weleens helemaal boven de petjes of moeten ze het
met een melig en onnozel verhaal stellen. Jammer dan voor de illustratoren.
Een boekje dat de goedheilig man alle eer aandoet, is een mooie uitgave van De heerlijkste 5 december in vijfhonderdvierenzeventig jaar (Querido, 4+), een verhaal van Annie M.G. Schmidt dat voor het eerst verscheen in 1960 in Het Parool en nog altijd onovertroffen geestig en genietbaar blijft. En dat geldt ook voor de tekeningen van Fiep Westendorp. Wat mij betreft is dit het mooiste Sinterklaasverhaal ooit, en een verademing naast alle flauwekul die al rond de man is verzonnen. Overigens verscheen er vorig jaar ook een dertiende druk van Ziezo. De 347 kinderversjes (Querido, 4+) van Annie M.G. Schmidt met tekeningen van de fine fleur der Nederlandse illustratoren. Onmisbaar in elk huis!
Klein
beginnen kun je met de Knisperboeken van Piccolo (Van Goor, 0+): zachte
stoffen babyboekjes met leuke, in textiel uitgevoerde afbeeldingen, die gesabbel
en betterfoodhandjes verdragen en een gezellig knisperend geluid maken als je
ze vastneemt. Een schitterend eerste boek, dat meteen ook op een ontwapenende
manier de vraag naar de zin van het bestaan stelt, is Waarom jij er bent
(Querido, 4+) van de Duitse illustrator Wolf Erlbruch. Op elke pagina geeft
iemand of iets wel een antwoord op die prangende vraag. Vooral de afwisseling
tussen filosofische diepzinnigheid en nuchtere constateringen is geestig: "De
drie: Zodat je op een dag tot drie kunt tellen", "De vogel: Om het
hoogste lied te zingen", "De dood: Je bent er om van het leven te
genieten", "De eend: Absoluut geen idee hoor!" De collagetekeningen
zijn alweer prachtig.
Nog zo'n uitzonderlijk tekentalent is de Duitse Rotraut Susanne Berner. Voor kleine ongeletterden maakte ze een lekker ouderwets kijk- en zoekboek. Wat een winter (Lannoo, 3+) heet het en de overvolle gekartonneerde bladzijden beloven urenlang speurplezier. Amusant is het hoe dezelfde personages op elke pagina weer terug te vinden zijn, telkens in een iets andere situatie, zodat de aandachtige kijker eindeloos zijn eigen verhalen kan samenstellen. Van dezelfde R.S. Berner is er ook Kareltjes voorleesboek (Querido, 3+), met negenentwintig heel korte verhalen uit het leven van een kleuter gegrepen. Gezelligheid troef in dit mooi uitgegeven en prachtig geïllustreerde boekje. De conversaties tussen konijn Karel en zijn ouders zijn levensecht en grappig. Nog een erg geslaagd zoek- en kijkboek is Waar is de taart (Lannoo, 3+) van Thé Tjong-Khing, de illustrator van Sylvia Vanden Heedes Vos en Haas-boeken. Er zit veel humor in dit copieuze boek-zonder-woorden, waarin niet enkel een gestolen taart de plot uitmaakt.
De Engelse Lucy Cousins werd met haar talloze boeken over Muis inmiddels een begrip. De reeks is commercieel van opzet maar tegelijk smaakvol en goed gemaakt. In De schatkist van Muis (Leopold, 4+) zitten onder allerlei flapjes en luikjes schatkaarten en sleutels verborgen. Interactie gegarandeerd dus, en bovendien erg kleurig en amusant. Ingrid Godon illustreerde in Mijn papa is een reus (Leopold, 4+) een aandoenlijk eenvoudig verhaal van Carl Norac. Het prentenboek verscheen oorspronkelijk bij het Engelse MacMillan. Een klein jongetje heeft een grenzeloze bewondering voor zijn vader: "Als ik hem wil knuffelen moet ik op een ladder klimmen. En als de wolken moe zijn, komen ze uitrusten op de schouders van mijn papa..." De prenten zijn bijzonder mooi en stralen veel warmte uit.
Een
hoog Amélie Poulain-gehalte heeft Waar ik van hou (Lannoo,
6+) van Minne en de Canadese illustratrice Natali Fortier, oorspronkelijk een
Franse uitgave. Op de cover zie je een sprieterig meisje evenwichtsoefeningen
doen op de hakken van haar moeder. Bladzijden lang somt ze op waar ze zoal van
houdt. En dat gaat van alledaagse dingen als het tikken van de regen op haar
rode paraplu of de geur van geroosterd brood, tot "oude kauwgum die ik
per toeval ergens terugvind. Hij is helemaal hard en droog. Ik kauw net zo lang
tot hij weer zacht is." De tekeningen zijn zonder meer prachtig: het zijn
stuk voor stuk miniatuurtjes met scènes uit een kinderleven. Een hartverwarmend
boekje, zoals ik er in tijden geen zag. Of hoe het doodgewone plots ook heel
bijzonder wordt.
Tony Ross en Jeanne Willis maakten eerder al erg geslaagde prentenboeken. Nu is er Droevige Dora (Sjaloom, 4+), over een intrieste, neerslachtige koe en over de hardnekkige pogingen van haar vriend, lammetje Jan om haar op te vrolijken. Als steeds zijn de prenten van Ross geestig en springerig, met overtuigende expressie op de dierengezichten. Een hoogst origineel dierenverhaal is dit, én een ontroerende ode aan de vriendschap.
In het bijzondere prentenboek Ik val op jou! (Davidsfonds/Infodok, 5+) van de al vaak bekroonde Franse Rebecca Dautremer draait alles om de ontdekking van de liefde en om de uitdrukking 'op iemand vallen'. De kleine Salomé wil begrijpen wat dat 'vallen' mag betekenen en krijgt de vreemdste interpretaties aangereikt van haar vrienden. Die worden op de zeer mooie, hoofdzakelijk roodgekleurde en wat surrealistische prenten hoogst origineel en met veel tedere humor in beeld gebracht.
Nog meer woordspelletjes vallen er te rapen in Tim op de tegels (Van Goor, 5+), een rechttoe rechtaan repeteerverhaal van Tjibbe Veldkamp met tekeningen van Kees de Boer. Kleine Tim neemt de instructies van zijn drukke vader om "op de stoeptegels te blijven" wel heel serieus en dat leidt tot hilarische gebeurtenissen die vooral op de grappige gedetailleerde prenten te volgen zijn.
Voor
aankomende geletterden brengt uitgeverij Zwijsen sinds jaar en dag aangepast
leesvoer op de markt dat de kinderen en hun enthousiaste ouders op de voet volgt
in hun ontdekking van het geschreven woord. Het grote maan roos vis voorleesboek
(6+) biedt een leuke afwisseling, met stevige en aardig geïllustreerde
verhalen en het legt meteen ook de link naar de wat povere eenlettergrepige
woordjes die op school worden ontcijferd. Dat het met korte woorden en zinnen
ook spannend en zelfs 'literair' kan worden, bewijst Edward van de Vendel in
Zootje was hier (De Eenhoorn, 6+). Tepper is aan het woord. Hij vertelt
een nieuw meisje in de klas hoe hij, als eenzaat wegens te slim, een lap voor
zijn oog en een ramp in gym, uit zijn isolement raakte door een vreemde en geheime
ontmoeting. Aangrijpend mooi en ritmisch geschreven en magistraal geïllustreerd
door Carll Cneut, die ook hier weer perfect aanvult wat niet geschreven staat.
Voor wat meer bedreven en avontuurlijke lezers is Hoe tem je een draak (Vassallucci, 8+) van Cressida Cowell. Grappig en ook een tikkeltje ontroerend zijn deze vermeende memoires van ene Stikkum Stoere Steurkop III, toekomstig hoofd van de stam van de Harige Hufters, een ruig Vikingvolkje. Hij vertelt hoe hij op zijn tiende, als een kleine angsthaas het Drakeninwijdingsexamen moest afleggen en hoe het hem lukte zijn wat miezerig uitgevallen draak 'Tandloos' te temmen. Wie niet sterk is moet slim zijn, is hier de boodschap.
Een
prachtige jeugdroman voor kinderen vanaf een jaar of acht is De ijzeren hemel
(Querido, 8+) van Martha Heesen. Een artistieke opa die de gekste dingen uitvindt
en zijn kleindochter Loor begrijpen elkaar perfect. Wanneer een nieuwe vrouw
in opa's leven opduikt, die wel andere ambities heeft met zijn 'kunstwerken',
doet koppige Loor er alles aan om die plannen te verijdelen. Het resultaat is
een geestig, pakkend, toegankelijk, goed geschreven en écht verhaal.
Kunstinitiatie op kindermaat vind je in M is van Meisje (Lemniscaat, 5+), door Wim Pijbes uit het Engels in het Nederlands bewerkt. Het is tegelijk een abc-boek, waarin elke letter van het alfabet verwijst naar een detail uit een min of meer bekend schilderij. Zo staat S voor de snor op een portret van Renoir en zie je voor A een stilleven met appels van Paul Cézanne. Achteraan staan de zesentwintig kunstwerken voluit afgedrukt. Een speels procédé om kinderen te leren kijken, dat overigens ook in de zesde druk van het prachtige kunstboekje Het kleine museum (Querido) van Alain Le Saux en Grégoire Solotareff nog overtuigender werd gehanteerd.
Tot slot nog een indrukwekkend verzenboek, samengesteld door Edward Van de Vendel, met tekeningen van Rotraut Suzanne Berner. Al mijn later is met jou (Querido) is een boek voor alle leeftijden, om te hebben, eindeloos te herlezen en te koesteren.