Mark
Haddons prijsboek zal deze zomer volgens Britse critici in ieders koffer slingeren.
Hoewel Haddon al veel schreef (tv-series en avonturenverhalen voor kinderen,
poëzie en cartoons) is dit zijn debuut voor volwassenen. Dat dan wel prompt
bij twee uitgeverijen tegelijk is verschenen. Ook in vertaling bestaat er een
versie voor kinderen, en een versie voor volwassenen. De auteur zegt erover
in een interview dat hij Het wonderlijke voorval met de hond in de nacht
heeft geschreven voor de volwassen veertiger die hij nu is, wat hem een
bijzonder vrij gevoel gaf bij het schrijven. Dat hij teleurgesteld was toen
hij hoorde dat het halvelings toch nog een boek voor de jeugd zou worden.
Bij de uitreiking van de Whitbread Book of the Year vroeg
menige criticus zich af waarom Mark Haddons emotional roller coaster
met de autistische tiener in de hoofdrol zoveel mensen fascineert. "Ik
vind mensen verwarrend", zegt Christopher ergens. Vinden we dat niet allemaal?
Misschien is het daarom dat zoveel lezers zich graag identificeren met de gekke,
maar innemende en dromen najagende 15-jarige, die de volwassen lezer bovendien
heel wat bijleert met zijn opvattingen over het verschil tussen dieren en mensen,
over de verschijningsvorm van buitenaardse wezens, over de noodzaak van het
vangen van de tijd.
Daan
Remmerts de Vries 'debuteerde' onlangs met een roman voor volwassenen. Het boek
vervolledigt 's mans veelzijdigheid: hij schreef al heel wat fascinerende kinder-
en tienerboeken. Hij maakt illustraties voor de Volkskrant en ook sprankelende
prentenboeken zoals het onnavolgbare Ridder Prikneus. Ook zijn kinderboekje
Godje blijft in het geheugen hangen. IJspaleis, zijn eerste roman
voor volwassenen, is, hoewel de uitgever helemaal geen melding maakt van een
jong publiek, zeker een boek dat een brug slaat tussen twee lezerspublieken.
Het thema alleen al: de 19-jarige Max begint een relatie met een goede vriendin,
Lena. Zij is stug, terughoudend en verward. Hij wil haar tot de zijne maken,
dringt aan op meer nabijheid, maar hij komt niet veel verder dan een vrijwel
onverschillige instemming van haar kant. Het hele boek door probeert hij haar
te ontdooien en te verwarmen. Hun vrijpartijen zijn aanvankelijk aandoenlijk
houterig, waarbij hij van de spanning geen erectie kan krijgen. Lena kan zich
niet aan het genot overgeven, iets wat Max wanhopig maakt. Zij staat voor koelheid,
hij voor engagement, maar een of ander onfortuinlijk noodlot zorgt dat ze niet
zonder elkaar kunnen. Hij heeft de idee dat hij zich "bij haar naar binnen
moet dringen". Vooral figuurlijk dan, zich opdringen aan haar aandacht.
Lena is een vreemd meisje, dat wordt al snel duidelijk, misvormd als ze is door
teruggedrongen emoties en frustraties, zwaar onder de invloed van haar tirannieke
vader. Ze is zelfdestructief en kan niet kiezen voor de warmte die Max haar
biedt. Beiden worden ze niet gelukkig, integendeel. Lena's onverschilligheid
groeit als een kanker uit tot een groot verlangen naar de dood. De passie van
Max voor haar ontspoort tot hij haar mishandelt. Liefde wordt in dit boek door
het hoofdpersonage verward met het sluipend gif van obsessie. Het verhoopte
geluk wil maar niet lukken.
Daan Remmerts de Vries kiest voor uitgebreid en indringend
schrijven. Hij wil met alle mogelijke middelen de lezer overtuigen van de echtheid
van de personages. Hij kleurt om die reden psychologische portretten nauwgezet
in. De lange trieste dans van het koppel zal niet alleen volwassenen bekoren.
De bekommernissen van beiden over uiterlijkheden, de vloek van het schoolleven,
de monsters van leerkrachten, allemaal stukjes van een kader waarin jongeren
zich bijzonder goed zullen herkennen. Niet dat de auteur bij het schrijven een
bepaald publiek voor ogen heeft gehouden. Nergens een spoor van trendy taalgebruik,
eerder zelfs zeer poëtische en tactiele bewoordingen. Hij beschrijft opgetrokken
schouders, een huid die zich strak trekt, een geliefd blond achterhoofd. Hij
gebruikt krachtige omschrijvingen als "schrikachtige onrijpheid",
of tere bespiegelingen als "haar afwezigheid lag als een schaduw over zijn
gestalte". Een soort proza dat gelukkig geen toegevingen doet.
De
Australische schrijfster Sonya Hartnett is bezig met schrijven sinds haar 15de,
ze geeft ongeveer jaarlijks een nieuw boek uit. Haar vorige boek (Het tunnelkind)
werd overal enthousiast onthaald, en bekroond met de Guardian Fiction prize.
Heel vaak schrijft ze voor adolescenten, maar vaak ook is de grens niet te trekken.
In Australië werd haar nieuwste boek De jongen voor volwassen lezers
uitgegeven, in vertaling plakt Houtekiet er geen leeftijd op, maar brengt het
discreet onder bij 'boeken voor jeugd en jong-volwassenen'. Net als in Het
tunnelkind speelt ook in De jongen een kind de hoofdrol. De 9-jarige
Adrian heeft het gevoel dat hij er evengoed niet had kunnen zijn. Net als de
andere kinderen in het boek is hij niet belangrijk, loopt hij zelfs in de weg,
hoe onzichtbaar, stil en weinig veeleisend hij ook is. Het nieuws dat hem via
de televisie bereikt over de ontvoering van drie kinderen vlakbij zijn eigen
wijk, raakt hem diep. "Adrian heeft nooit geweten dat iemand, behalve familie
of vrienden, iets bijzonders zou kunnen zien in een gewoon kind zoals hijzelf
of Clinton of dat meisje met die sproeten op haar neus. Dat een gewoon kind
een begeerlijk ding zou kunnen zijn, de moeite waard om mee te nemen."
Met z'n vermoeide oma vormt Adrian een stug koppel dat probeert samen te leven,
en rondom hen staan heel aparte, geesteszieke figuren. Een psychisch zeer zwaar
zieke moeder die niet meer voor hem kan zorgen, een oom die het leven niet aankan,
Het Paard, een zwakzinnig meisje in zijn klas. Adrian observeert die aparte
werelden van nabij, en laat daardoor ook zichzelf kennen: hij is angstig en
verstoten. Een nieuwe schoolweek wordt kort als volgt aangekondigd: "Maandag
lag als een hakbijl op hem te wachten." De psyche van het hoofdpersonage
wordt voor de lezer aanvullend door de auteur zelf geanalyseerd: "Adrian
is een kind voor wie het leven makkelijk in duigen valt. De kleinste moeilijkheden
en ergernissen kunnen hem compleet ontredderen. (...) Hij vraagt zich af hoe
hij het moet redden als hij eenmaal volwassen is, wanneer zijn angsten jaren
de tijd hebben gehad om welig te tieren." Die directe, onomwonden inzage
in Adrians hoofd lijkt misschien een weinig spannende manier om Adrians figuur
te schetsen, maar Hartnett wil ook wat kwijt over de psychologie van een kind,
en dus ook over hoe je met 9-jarigen zou moeten omgaan. Ze neemt duidelijk stelling,
in enigszins belerende, maar in het gehaal passende frasen als: "Kinderen
zien de wereld als een dierlijke samenleving met onbarmhartige wetten die ze
zonder slag of stoot accepteren." Geen idee of kinderen aan deze (trouwens
zeldzame) passages iets hebben, in ieder geval is de bloedmooie en intrieste
vriendschap met zijn buurmeisje, die zich noodlottig ontspint, een van de meest
ontroerende stukken proza die ik sinds lang las.
Mark Haddon
Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de
nacht
De Fontein, Baarn, 208
p., € 13,50.
Contact, Amsterdam, 288 p., € 14,50.
vanaf 13 jaar.
Daan Remmerts de Vries
IJspaleis
Prometheus, Amsterdam,
287 p., € 17,95.
vanaf 15 jaar.
Sonya Hartnett
Een jongen
Houtekiet, Antwerpen,
191 p., € 15,95.
vanaf 15 jaar.