Er was eens...

Sprookjes, magie en fantasy zijn helemaal terug. Dat bewijzen Harry Potter, Tolkien, Philip Pullman en aanverwanten. Zij beheersen voor een groot deel het internationale literaire landschap voor kinderen en volwassenen. Oude vertelsels worden van onder het stof gehaald en gelijksoortige nieuwe verhalen verzonnen. En de filmindustrie speelt natuurlijk graag mee.

In het nieuwe boekenaanbod voor kinderen en jongelui zitten heel wat bewerkingen en hervertellingen van oude volkssprookjes en een reeks parodieën vol prinsen, kabouters, heksen en tovenaars. Over slimme 'underdogs' gaat het ook, die al wie macht heeft in de luren leggen. Dankbaar materiaal uiteraard, maar evengoed glad ijs. De valkuilen van melige grappenmakerij of artificieel literair constructiewerk zijn hier niet licht te omzeilen. Een grabbel uit wat net verscheen, ook al met het oog op de Voorleesweek die op 24 november (2003) begint.

Rood Rood RoodkapjeRoodkapje blijft een onuitputtelijke inspiratiebron. In deze rubriek (DM Boeken 15/10/03) kwam het intrigerende boek Roodlapje van Pieter Gaudesaboos al aan bod. De eigenzinnige interpretatie van Edward van de Vendel en de indrukwekkende prenten van Isabelle Vandenabeele in Rood Rood Roodkapje zijn al even raadselachtig. Het basisgegeven - een klein meisje met een rood kapje, een zieke oma en een gluiperige wolf - inspireerde het duo voor een verrassende en sombere vertelling. Beklemmende donkerte in de paginagrote prenten waarin zwart alterneert met rood. De prachtige houtsneden en litho's roepen geen aardig klein meisje op, geen gezellig zieke oma, geen hoop op beter. De expressie op de ruwe gezichten verraadt eenzame, koele afstandelijkheid. Het woud is vervaarlijk donker en ontoegankelijk, met een dreigende wirwar van takken en bladeren. De zwarte schim van de wolf vormt er haast één geheel mee. De uitwuivende moeder blijft een donkere schaduw zonder gezicht. Van de Vendel maakt van Roodkapje een verveeld kind, dat baalt van de grijsheid van het bestaan en van de dagelijkse bezoeken met volle, zware mandjes langs grijze modderpaden aan haar zeurderige grijze grootmoeder. Alleen rood kan haar gelukkig maken, "Van rood werd ze blij. Van rood moest ze lachen. Met open rode mond, met rode tong en rode lippen. Haar kleine wensen waren rood." Het verhaal loopt dan ook zeer rood af: geen grijze oma meer en van de zwarte wolf blijven enkel nog het dode lijf en een grote rode bloedplas over. Rood Rood Roodkapje staat, met de druipende bijl nog in de handen, naar een rode toekomst uit te kijken. Niet meteen een geruststellend verhaaltje voor het slapengaan, maar een boek dat zich op vele manieren laat lezen, bekijken en begrijpen, zoals dat met sprookjes gaat.
Klein Duimpje   Somberheid ook in Klein Duimpje van Wim Hofman, een heruitgave van een prachtig geïllustreerd en vormgegeven boekje dat in 1991 verscheen. Hofman geeft in Klein Duimpje toelichting bij zijn donkere interpretatie: "Het verhaal laat namelijk haarscherp, als door een vergrootglas zien hoe netelig en deerniswekkend de situatie van kinderen is. Ze zijn tot in al hun vezels en tot in het diepst van hun ziel afhankelijk van wat de volwassenen met hen uitrichten (...)   Alleen gewiekstheid, tegenwoordigheid van geest en Zevenmijlslaarzen kunnen helpen aan de hete adem van de volwassenen te ontkomen." Een visie die overigens ook erg toepasselijk is op Rood Rood Roodkapje. Wim Hofman herschreef het sprookje van Charles Perrault in een verrassend ritmische en epische taal, met nu eens geestige en levendige dialogen en dan weer hallucinante beschrijvingen. "De muren hadden de kleur van droefheid", bijvoorbeeld, of nog: "Doornen maakten krassen op zijn benen./ Ze schreven: au en ai en nou moe./ Maar Klein Duimpje liep toch door." Alleen de kinderen van de reus zijn braaf, zegt Hofman. Ze doen wat hun vader doet maar daar schieten ze niks mee op. Een meesterlijke hervertelling, met prachtige en beklemmende zwartwitillustraties en opvallende grafiek van Hofman zelf.

En ze leefden nog lang en gelukkigIn En ze leefden nog lang en gelukkig blijft Henri van Daele dichter bij de bron. Hij selecteerde veertig bekende en minder bekende sprookjes - vooral uit de verzamelingen van Grimm, Perrault en Andersen - en vertelde ze opnieuw in zijn eigen stijl, vlot en onderhoudend, zonder de originele plot geweld aan te doen. Geen flauwe, hurkend vertelde afkooksels dus, en evenmin knipogend naar volwassen lezers. Er worden flink wat hoofden afgehakt en andere gruwelijke straffen bedacht voor de slechteriken. Leuk zijn interventies als "Want zo zijn de mensen nu eenmaal" of het typisch Vlaamse idioom van de voerman "Ju en Ho. Djuk en Jeir". De grote kleurige illustraties van Thé Tjong Khing zijn zonder meer schitterend. Voor elk sprookje tekende hij één grote prent die de essentie voorstelt. Prachtig van compositie, kleurgebruik en expressie.
Glamp!   In Glamp! Of hoe Paddenwratje Kabouter opkikkerde (een vervolg op Heksje Paddenwratje, bekroond met de Boekenpauw 2003 voor de illustraties van Klaas Verplancke) verzint Van Daele zelf een verhaal vol sexy heksen, hitsige prinsessen, onnozele lakeien en betoverde kikkers of prinsen, bedoeld voor oudere lezers vanaf 13. Deze keer is Kabouter het hoofdpersonage: hij is wat moedeloos en gaat op aanraden van Uil naar zee om zijn bezwaarde hart te luchten. Alweer vlot verteld en goed geschreven, maar de eindeloze, grappig bedoelde verwijzingen naar hedendaagse herkenbare situaties en de soms flauwe woordspelingen gaan op den duur vervelen en geven het verhaal een hoog scoutsnummergehalte.
Het boek is bovendien erg wijdlopig en drijft op toevallige associaties. Net zoals in het eerste deel maken de bijzonder professionele tekeningen van Klaas Verplancke veel goed: geestige, knap gemaakte parodieën op middeleeuwse illustraties en tarotkaarten.
Heksenketel   Guy Didelez ging dezelfde toer op in Heksenketel, een wat warrig en nadrukkelijk geschreven verhaal over Trezebelle (sic) die als bloedmooi heksje haar ware aard moet verloochenen om door haar afschuwelijke omgeving te worden geaccepteerd. Wanneer zich een 'ontheksingsepidemie' voordoet en de Bloedmooie Fee ook nog op het toneel verschijnt, wordt de toestand wel erg benard. Een en ander lost zich uiteraard op en de moraal van het het verhaal - blijf vooral jezelf - krijg je er uitvoerig bij. Voorspelbare meligheid troef.
   Dat is ook het geval in het prentenboek De prins zonder prinses van Dirk Nielandt met illustraties van Nicole Rutten. Een kleine kikkerprins heeft wél een computer maar geen prinses. Op zoek, dus, naar de ware. Een Keukenprinses wordt het, Marjanneke genaamd, "en ze goot stroop in 't kanneke"! Zonde van de allicht dure uitgave.
Ridder Prikneus   Dan veel liever Ridder Prikneus van Daan remmerts de Vries (DM Boeken 11/6/03). Een heerlijk prentenboek waarin tekst en prenten een heel ander verhaal vertellen en zo ook de grenzeloze fantasie van de kleine held duidelijk maken. Wat een gewone, ordinaire dag met zusje Floortje is (afgebeeld op de grappige platen), wordt in het hoofd van Ridder Prikneus (en in de geestige tekst op rijm) een gevaarlijke queeste vol monsters en schurken die hij moeiteloos overwint. Op de laatste bladzijde vallen realiteit en fantasie ontroerend samen.
Het mooiste boek van de wereld   Tot slot nog een boek over een boek, waarmee Imme Dros en Harrie Geelen een aandoenlijke ode maken aan de vertel- en voorleeskunst. In Het mooiste boek van de wereld wordt kleine boekenwurm Ella opgevoerd, verslingerd op verhalen, en helemaal in de ban van het ultieme boek waar juf Lia elke dag uit voorleest. Over Cindy gaat dat, die een van haar rode schoentjes verliest. Het weekend duurt eindeloos, want het wachten op het vervolg valt zwaar. Als Ella dan ook nog ziek wordt en thuis moet blijven, is de ramp compleet. Inmiddels is het boek uit en weet ze niet hoe het afloopt met Cindy. Op het eind krijgt ze dan toch haar eigen 'mooiste boek van de wereld'. Mooi verteld en geschilderd. Als dat geen lees- en voorleesbevorderend boek is!

Annemie Leysen


Edward van de Vendel
Isabelle Vandenabeele (ill.)

Rood Rood Roodkapje
De Eenhoorn.
vanaf 6 jaar.

Wim Hofman
Klein Duimpje
Moon Press.
vanaf 4 jaar.

Henri van Daele
Thé Tjong Khing (ill.)

En ze leefden nog lang en gelukkig
Davidsfonds/Infodok.
vanaf 5 jaar.

Henri van Daele
Klaas Verplancke (ill.)

Glamp! Of hoe Paddenwratje Kabouter opkikkerde
Davidsfonds/Infodok.
vanaf 13 jaar.

Guy Didelez
Harmen van Straaten (ill.)

Heksenketel
Afijn.
vanaf 7 jaar.

Dirk Nielandt
Nicole Rutten (ill.)

De prins zonder prinses
Standaard Uitgeverij.
vanaf 4 jaar.

Daan Remmerts de Vries
Ridder Prikneus
Querido.
vanaf 4 jaar.

Imme Dros
Harrie Geelen (ill.)

Het mooiste boek van de wereld
Querido.
vanaf 4 jaar.


Terug Copyright ©  De  Morgen                     29 oktober 2003.