Op
4 oktober is Harmen van Straaten de opener. Hij is familie van cartoonist
Peter van Straaten, en al jaren bekend als zeer begenadigd illustrator van
kinderboeken. Hij tekende bij verhalen van Carry Slee, Jacques Vriens, Paul
Biegel en andere Nederlandse topauteurs; alles samen 225 boeken. Hij won prijzen
met zijn onovertroffen illustraties in Een opa om nooit te vergeten
van Bette Westera. In 2001 is het eerste boek verschenen dat hij helemaal
zelf heeft gemaakt: De liefste kusjes zijn voor jou (Van Goor). Pas
verscheen zijn eerste boek voor volwassenen: Wonderland, volgens uitgeverij
Vassallucci een boek dat "een brug slaat tussen een jeugdroman en een
roman bedoeld voor alle leeftijden". De vraag of dit nu werkelijk een
zogenaamde cross-over roman is of niet, doet misschien niet echt ter
zake. Van Straaten zelf heeft het niet bedoeld als een jeugdroman, het was
de uitgever die dit lezerspubliek erbij wilde betrekken. De simpele reden
daarvoor is de leeftijd van het hoofdpersonage: de 15- of 16-jarige DJ Cool
(eigenlijk David John Coombs die zichzelf een glorieuze en avontuurlijke toekomst
toewenst). Wonderland bestaat in grote lijnen uit één
lange 'puberlitanie', zoals Hanneke Groenteman het goedbedoeld uitdrukte in
Boeken op zondag. DJ Cool zit op een honderd jaar oude pier, waarop
een bingohall, een piepende carrousel en een ooit gecrashte, nu tot een attractie
verheven spitfire staan. Allemaal vergane glorie, zo doet DJ Cool de lezer
uitvoerig en herhaaldelijk uit de doeken. Vanuit de cockpit van de spitfire,
waar hij de hele namiddag en avond op zijn vriend Slimy wacht, vertelt hij
zijn dromen, bidt hij tot zijn grote vriend God, schimpt hij op zijn grootouders
en vader, die hem allemaal weerhouden te beginnen aan zijn veelbelovende leven.
Meestal is dat allemaal zeer onderhoudend, vlot en grappig geschreven, maar,
en vooral de eerste 30 bladzijden, weleens te warrig en erg ver weg van de
zaak. Wonderland is maf en grappig, echt vaak werkt die humor echt,
maar meer dan eens is het flauw gezever. Vervelend zijn de herhalingen: voortdurend
wordt het "nu wel echt erg donker", of heeft het hoofdpersonage
veel zin in een sigaret, wil hij wegvliegen met zijn cockpit. De lezer wil
wel een tijdje meedraaien in de carrousel van de rondtollende gedachten van
een puber, maar niet tot in de eeuwigheid. Van Straaten kan schrijven, zoveel
is duidelijk. Het is nu al uitkijken naar zijn volgende roman, cross-over
of niet. "Dit is een stem die de jeugdliteratuur goed kan gebruiken",
zegt de Volkskrant over het nieuwe boek van Van Straaten. Klopt, alleen
mag het iets minder doordrammerig. (BK)
Nog
meer familiegeheimen in Itamars hemelpoort, een novelle van Heide Boonen,
die vorig jaar voor Duivelshanden, een intrigerend boek over pesten,
terecht de Boekenleeuw kreeg én een nominatie voor de Gouden Uil. Een
dun boekje, deze keer, met, vrees ik, ook een wat 'dunne spoeling'. Na de
dood van haar oma reist Jeanneke met haar moeder, redactrice voor een modeblad,
naar een klein vissersdorp in Portugal waar de tijd in alle opzichten is blijven
stilstaan. Ze gaan er tante Roos opzoeken die jaren jaren geleden, om voor
Jeanneke althans duistere redenen, plots verdween. Uit teruggevonden brieven
die oma aan haar dochter schreef en die ongeopend waren teruggestuurd kon
ze worden gelokaliseerd. De stugge tante Roos is perfect geïntegreerd
in het dorp, maar 'krast' en snauwt erop los tegen haar bezoekers en is vooral
allergisch voor haar niet-begrijpende nichtje. Mondjesmaat kom je, met Jeanneke,
meer aan de weet over een ongelukkige liefdesaffaire tussen Roos en Jeannekes
vader. Op het eind komt uiteraard de grote verzoening en de jonge heldin houdt
er ook nog een Portugees vriendje aan over. Heide Boonen bouwde haar verhaal
fragmentarisch op: herinneringen, zeer zintuiglijke en geslaagde beschrijvingen
van het Portugese landschap en confrontaties wisselen elkaar af. Vooral de
sfeer in het godvergeten dorp wordt mooi weergegeven. Toch valt het allemaal
wat mager en weinig overtuigend uit. De personages blijven te zeer van voorspelbaar
papier en sommige scènes in dit wat literair-soapige boekje komen ronduit
gekunsteld en rommelig bij elkaar geknutseld over. (AL)
Voor
Bart Moeyaert is dit een bijzonder jaar. Precies twintig jaar geleden verscheen
bij Altiora Averbode zijn eerste jeugdroman, Duet met valse noten.
Een hele reeks druk bekroonde romans, verhalen, toneelteksten en performances
later, debuteert hij net nu ook als dichter. In Verzamel de liefde
selecteerde hij dertig gedichten in een fraai uitgegeven bundel met etherische
illustraties voor een niet nader genoemd publiek. De vrij directe en toegankelijke
stijl en de thematiek maken de gedichten alleszins leesbaar voor jongelui.
Over het tobberige van het schrijven gaat het, over opgroeien en de pijn die
dat kan kosten, over alleen of met z'n tweeën zijn, over verloren liefde
en doodgaan, over verrukking en verdriet, kortom over de dingen van het leven
en hoe de dichter die, heel persoonlijk vooral, ervaart. Het klinkt allemaal
erg ritmisch en er wordt vaak ingenieus en soms ook lichtvoetig met taal omgegaan.
In 'Laatste nacht', bijvoorbeeld: "Morgenochten/ na het ontbijt/ is mijn
moeder mij/ niet kwijt, maar/ word ik als de tafel/ afgeruimd en na de vaat/
schoon weggezet." Geen grootse of aangrijpende poëzie in deze bundel,
maar wel onderhoudend en goed gemaakt. Vreemd genoeg is Moeyaert in zijn gedichten
directer en explicieter dan in zijn laatste romans, waarin de lezer vaker
het raden heeft. (AL)
De
Schepping is dan wel niet aan de orde op Het Andere Boek, maar het zal
er, vers van de pers, wel te vinden zijn. Het werd een copieus prentenboek
met een prachtige hervertelling van het bijbelse scheppingsverhaal. Pure poëzie,
zowel in Moeyaerts meesterlijke en ritmische vertelde tekst als in de sublieme
illustraties van Wolf Erlbruch. Het verhaal begint met het niets: "In
het begin was er niets. Het is moeilijk om je dat voor te stellen. Je moet
alles wat er nu is nog niet laten zijn... Als je het begin van alles wil zien
moet je erg veel weglaten. Ook je moeder." Erlbruch laat op de begeleidende
prent een moeder langzaam in het niets van de bladzijde verdwijnen. Een subtiel
understatement in woord en beeld! De god die Erlbruch ruim op de platen neerzet
is hartveroverend: een aldoor geheimzinnig glimlachende, lichtblauw geschilderde
ronde ouweheer die blad na blad genereus de wereld schept met alles erop en
eraan. Zijn guitige minzaamheid heeft iets van de schepper in Jean Effels
Création du monde uit 1945. De ik, een klein korzelig ventje
met bolhoed op een stoel, bekijkt met zijn rug naar de rest die hele scheppingsdrang
met scepsis en achterdocht: "Wat had je aan alles wat geschapen was?
Licht en schaduw, geur en vuur, en een banaan om op te eten, maar voor zover
ik zag stond er nog nergens een andere plant met armen en benen als ik."
Als god hem dan uiteindelijk een eigen plek geeft "tussen de zon en de
maan en de sterren en de verste verte daarachter" draait de ik letterlijk
bij. Bij het boek hoort ook een cd met de bijzonder geslaagde uitvoering van
Die Schöpfung van Haydn door het Nederlands Blazers ensemble en
met Moeyaert als meeslepende verteller. De indrukwekkende voorstelling ging
overigens ook live op tournee in Nederland en is nu ook in Vlaanderen te zien.
(AL)
Karla
Stoefs schreef met Voor altijd bij jou een veelbelovend debuut. De
titel mag dan wat melig klinken, het boek is het niet. Meteen valt de jonge
ik-vertelster Hannah met de deur in huis. Ze beschrijft broodnuchter, beetje
schamper zelfs, wie er op een foto staan die samen met een brief uit Amerika
arriveerde: haar corpulente tante Zoë, haar Italiaanse oom Fredo met
kunstenaarsambities en het breekbare neefje Gill. Ze kondigen hun terugkomst
naar het vaderland aan; wegens slechte tijden in de pizzabusiness van oom
Fredo en wegens Gills gezondheidsproblemen, zo blijkt. In de eerste bladzijden
wordt de belangrijkste voorinformatie op een originele manier en zonder ellenlang
geëmmer (een euvel waaraan nogal wat jeugdboeken lijden) meegegeven.
Ook krijg je meteen de aanzet mee tot een wat avontuurlijke zijplot over ondergrondse
reddingsactiviteiten tijdens de Tweede Wereldoorlog van grootvader René
en over de geheimzinnige sfeer daarrond, een verhaal waar Hannah's vader na
zijn dagtaak al jaren moeizaam een boek over schrijft.
Alweer een boek over te ontrafelen geheimen dus, en zo zijn
er wel (veel) meer. Karla Stoefs bouwde de twee verhaallijnen vrij evenwichtig
parallel op. De nuchtere observaties van Hannah zorgen voor de nodige vaart
en de dialogen klinken doorgaans geloofwaardig. Vooral het ontdooiingsproces
tegenover het neefje wordt met veel zin voor understatement opgeroepen. Hannah's
aanvankelijke nijdigheid gaat over in fascinatie voor de ziekelijke, intelligente
en ondernemende jongen, om tenslotte in ontroerende affectie om te slaan voor
de stervende Gill. Stoefs ging de valkuil van melodramatiek, niet ondenkbaar
in een verhaal als dit, handig uit de weg door wisselend geestige en poëtische
fragmenten strategisch in te bouwen. Hier en daar wil de plot wel eens rammelen
(Hannah's vriendje Peter voegt weinig toe aan het verhaal, en de oplossing
van het oorlogsraadsel heeft al te makkelijke haken en ogen)). Bovendien wordt
een en ander nogal voorspelbaar. Stilistisch klinkt het soms nog wat stroef
en stram. Toch houdt dit debuut ongetwijfeld beloftes in: hier is duidelijk
een getalenteerde verteller aan het woord. (AL)
In
januari van dit jaar ging Calypso in première in de Kopergieterij.
Een productie van Vincent Bal (die vooral bekend werd voor zijn verfilming
van Minoes) en regisseur Johan de Smet. Het boek bij de voorstelling
verscheen bij Lannoo. De stukken dialoog en de korte innerlijke monologen
zijn speels gelayout. Die bijzondere, onderhoudende vormgeving zorgt ervoor
dat je geen moeite hebt om je alles wat er staat toch in te beelden. Door
de dialogen heen staan bovendien naïeve stripachtige tekeningen van de
personages (van de hand van Vincent Bal zelf), en foto's van de Amerikaanse
fotograaf Weegee (Arthur Fellig) die de basis vormen van het verhaal. En dat
verhaal is een heel filmisch avontuur van fotograaf Tommy, wiens donkere kamer
een veilige biotoop is. Hij heeft een omvangrijk foto-archief, en dat interesseert
Susy wel. Zij wil één fotorolletje dat haar vriend in diskrediet
kan brengen uit Tommy's doka stelen. Hij wordt verliefd op haar en trekt om
haar te helpen de boze wereld in. Naar de Calypso bar met duistere tooghangers,
en naar een circus waar hij onverwachts een levende kanonskogel wordt. Je
waant je in een Amerikaanse misdaadfilm met verdachte koffertjes, een pistool
tegen de slaap en achtervolgingsscènes. Het verhaal van Calypso
is sterk overdreven dramatisch, maar het werkt wel. Koldereske pseudo-krimiscènes
worden afgewisseld met subtielere momenten. Vooral opmerkelijk aan dit boek
is de manier waarop een theatertekst een tweede leven krijgt op papier. Theater
laat zich doorgaans niet zo gemakkelijk lezen. Calypso is het bewijs
dat het kan werken, mits door beelden en vormgeving wat sfeer toe te voegen.
(BK)
Met
haar debuut Witte pijn toonde Vandewijer zich al een prima researcher
die documentair materiaal geloofwaardig tot leven kan brengen. Merg en
bloed is net als dat debuut ontleend aan het harde leven van de Inuït.
Deels mythisch, deels werkelijk is het leven van Anana, een meisje met de
gave van een ziener. Inuïtmeisjes werden indertijd, bij grote ontbering,
gedood bij hun geboorte. Anana's moeder weigert dit ritueel. Anana groeit
op als een schande voor de vader. Naarmate ze ouder wordt boezemt ze, door
haar bijzondere krachten, zowel mannen als vrouwen, kinderen als volwassenen
ontzag en angst in. Dit is een verhaal van sterke, spirituele vrouwen die
zich boven de barre onmenselijke omstandigheden zetten en het leven van de
familie bepalen. Het boek is in een bijzondere, aan de mythe ontleende en
wat afstandelijke stijl geschreven, een stijl die het bizarre, wereldvreemde
van het verhaal benadrukt. Net als in Witte pijn ontmoet de primitieve
beschaving de hedendaagse en hebben beide een onuitwisbare invloed op elkaar.
Vandewijer heeft alweer bewezen hoe goed ze is in het blootleggen van de tegengestelde
kant van de dingen. Zo is de beschaamde vader van Anana een slachtoffer van
de heersende traditie, want hij kan zijn warme gevoelens voor zijn dochter
niet laten blijken. Even dubbelzinnig is de gesloten Anana zelf, die een spiritueel
leven leidt, maar ook hevig oplaaiende seksuele verlangens niet kan onderdrukken.
De koele beschrijving van vaak mensonterende situaties doen je huiveren. Terecht
wordt Merg en bloed op de achterflap omschreven als "ingehouden
emotioneel". Die subtiele contradictie maakt de rijkdom van dit boek
uit.
Hartsteen is een historische roman met een Vikingmeisje
in de hoofdrol. Ook hier is de vrouw het sterke geslacht, ook hier een dosis
symboliek en mythische wijsheid, maar alles in de stijl van een vlot vertelde
liefdesgeschiedenis. Hartsteen is filmischer en toegankelijker, een
overtuigende documentaire met beschrijvingen van rituelen, maatschappij en
politiek van die tijd. (BK)
Zaterdag
4 oktober 2003: 14 uur Harmen van Straaten 16 uur Bart Moeyaert 17 uur Vincent Bal (Letterbak) Zondag 5 oktober: 14 uur Karla Stoefs 16 uur Heide Boonen 17 uur Ina Vandewijer (Letterbak) |
Harmen van Straaten
Wonderland
Vassallucci, Amsterdam,
144 p., € 15,95.
vanaf 10 jaar.
Heide Boonen
Itamars hemelpoort
Querido, Amsterdam, 70 p., € 11,95.
vanaf 13 jaar.
Bart Moeyaert
Verzamel de liefde
Querido, Amsterdam, 48 p., € 11,95.
vanaf 15 jaar.
Bart Moeyaert
ill. Wolf Erlbruch
De schepping
Querido, Amsterdam, 32 p., € 13,95 (€
23,96 met cd).
vanaf 4 jaar.
Karla Stoefs
Voor altijd bij jou
Davidsfonds/Infodok, Leuven, € 14,95.
vanaf 10 jaar.
Vincent Bal, Johan de Smet
Calypso
Lannoo, Tielt, 78 p., € 12,95.
vanaf 13 jaar.
Ina Vandewijer
Merg en bloed
Afijn, Hasselt, 92 p., € 13,50.
vanaf 14 jaar.
Hartsteen
Afijn, Hasselt, 86 p., € 13,95.
vanaf 12 jaar.