"De
beste kinder- en jeugdboeken van het afgelopen jaar" werden ze gistermiddag
genoemd en de gewoonte wil dat daar Boekenleeuwen, -welpen, -pauwen en -pluimen
aan verbonden zijn. Jeugdauteur Ed Franck pakte met zijn Abélard
en Héloïse goud, terwijl ook Klaas Verplancke de hoofdvogel
afschoot met zijn illustraties bij Henri Vandaeles Heksje Paddenwratje.
Gaan rentenieren zit er niet in, maar tegenover "het
beste kinder- of jeugdboek van 2002" staat de niet onaardige som van
2.500 euro en een gouden Boekenleeuw-speld. Onsterfelijke roem en een pluchen
leeuw niet te na gesproken. Laureaat Ed Franck heeft het beest na ontvangst
niet meer losgelaten. "Eindelijk een vader voor de vier krijsende welpen
die ik al had!", triomfeerde hij en voegde eraan toe dat de rust nu eindelijk
in zijn huis weder kon keren. Het was geen leven sinds zijn vrouw, Heide Boonen,
vorig jaar de Boekenleeuw kreeg voor Duivelshanden. Kortom, een grappige
en blije Ed Franck, die zijn moment de gloire ook onmiddellijk relativeerde:
"Zet vijf andere juryleden bij elkaar en je krijgt een ander bekroning."
Nochtans wil het juryrapport dat de leden, hoe divers ook, zijn boek "zonder
discussie" aanwezen.
Verder stipte de jury kort aan dat er te weinig goede boeken
voor de leeftijdsgroep tussen 9 en 12 verschijnen. "Dat wijt ik aan het
feit dat bepaalde jeugdauteurs leuke, maar multipliceerbare verhaaltjes schijten.
Er is te weinig normbesef. Het zuiverste criterium waaraan je een goed jeugdboek
herkent, is dat het ook volwassenen boeit. Enkel kinderen aanspreken, vind
ik te weinig als ambitie" aldus nog Franck.
Goed ingeschat, want de hopeloze liefde tussen Abélard
en Héloïse heeft álle volwassen juryleden weten in
te palmen omdat "het je meeneemt als een wilde rivier, soms rustig stromend
tussen brede oevers maar meestal bruisend tussen scherpe rotsen". De
hopeloze liefde tussen een veelbelovende studente en een kanunnik-filosoof
neerschrijven, vond Franck "schitterend". Want "kunst leeft
van drama en ook in de praktijk zijn de meeste liefdes hopeloos. Ik ben er
dol op!"
Bij
de illustratoren was het Klaas Verplancke die met de Boekenpauw en de 2.500
euro aan de haal ging. Redenen daartoe genoeg volgens de jury omdat hij "al
jarenlang zoekt, zichzelf vernieuwt, (...) maar in Heksje Paddenwratje
het beste heeft getoond van zijn kunnen". Akkoord? "Met alle prachtige
prentenboeken die gemaakt worden, schatte ik mijn kansen steeds surrealistischer
in", zei Verplancke gisteren, "maar ik vind het een geweldig compliment
om een pauw te krijgen voor mijn gehele oeuvre. In elk boek tracht ik immer
met beeldtaal te spelen en het zo een eigen signatuur mee te geven. Omdat
ik niet terugval op een trucje dat eerder werkte, is het resultaat telkens
anders."
Heksje Paddenwratje, het verhaal over een hip sexy
heksje, dat - ook al! - zo hopeloos verliefd wordt op de jonge duivel Iscariot
dat ze al haar toverspreuken vergeet, is geen prentenboek maar een jeugdroman.
"Fantastisch dat ik net voor dit boek bekroond word! Het betekent dat
twintig prenten op een totaal van tweehonderd bladzijden het boek een identiteit
hebben gegeven. Bovendien haalt het de illustraties uit hun cliché
als zouden ze enkel kleine kinderen dienen. Of ik graag eens een roman zou
illustreren? Zeker. Ook volwassenen kunnen plezier beleven aan mooie illustraties,
niet?"
De troostprijzen dan. Boekenwelpen gingen naar Henri Vandaeles
Woestepet, Sylvia Vanden Heedes Het woordenboek van Vos en Haas
en Kaat Vranckens Wimperwensen, klavertjesvier. Janne Lundström
kreeg er eentje voor haar vertaling van De geest van Oom Kwesi, terwijl
de twee Boekenpluimen naar Sabien Clement voor Jij lievert van Geert
De Kockere en Steve Michiels voor Baby Pop en Billyboef van Pascale
Platel gingen.