Koeien
vind ik maar niks. Ze lijken me behoorlijk sloom en saai, ze stinken uren
in de wind en er is ook altijd wel wat mis met die beesten de laatste tijd.
Het koeienboek, het eerste in een nieuwe informatieve reeks van Querido,
heeft, tot mijn verrassing, mijn gevoelens tegenover de soort ten gunste veranderd.
In dat koeienboek wordt in tien hoofdstukken uitvoerig en bijzonder onderhoudend
over koebeesten verteld. Dat 'vertellen' is op zich al uitzonderlijk in informatieve
of zakelijke kinderboeken. Doorgaans zijn die vervelend, te belerend en te
vol met 'weetjes' voor leergierige kinderen. Of ze zijn te overdadig en oogverblindend
met blitse foto's en tekeningen volgestouwd. Vaak zijn ze dan ook nog slecht
geschreven op de koop toe, of ziet de lay-out er niet uit. Niet zo in dit
gezellige en interessante Koeienboek.
De schrijfster Bibi Dumon Tak heeft zich duidelijk in haar
'studieobject' verdiept en steekt haar sympathie voor vaarzen, pinken en stieren
niet onder stoelen of banken. Ze ging de boer op, bezocht slachthuizen, liep
mee met veeartsen en informeerde zich ook nog over de geschiedenis van de
Hollandse melkkoe en haar Amerikaanse zusjes. In het eerste hoofdstuk heeft
ze het over 'Koppige koeien', over ene Claartje bijvoorbeeld, die uit het
slachthuis van Koudum in Friesland ontsnapte en na een lange en uitputtende
draf in de etalage van een kunstgalerij belandde. Ze werd opgevangen door
Bert, een oudavonturier in een caravan, die er inmiddels zijn levensvervulling
in vond om 'dakloze' koeien met tedere zorgen te omringen. Victoria, die na
zes dagen lopen de pers haalde en ten slotte geen kant meer uit kon, maakt
ook deel uit van zijn opvangtehuis.
Over de herkomst van de melkkoe gaat het in 'Van oer tot
boer'. Vijfhonderd jaar geleden liep ergens in Polen het laatste oerrund rond.
Net zoals de moeflon een schaap, en de bezoar een geit werd, raakte ook die
koe gedomesticeerd om voortaan voor de sedentaire mens te gaan werken. In
het hoofdstuk 'Romantiek in een rietje' wordt haarfijn maar geestig en toegankelijk
uitgelegd hoe kunstmatige inseminatie in zijn werk gaat. "De romantiek
op stal is verdwenen, want er zit tegenwoordig een mens tussen en een rietje."
Bullopers, die vroeger met hun stieren hun diensten aanboden, zijn er niet
meer bij. Kunstkoeien, rubberen ballonnetjes een rietjes om het zaad op te
vangen kwamen in de plaats. Prachtig is het verhaal over Sunny Boy, de ongeëvenaarde
Friese stier die wel twee miljoen van die rietjes vulde en overal ter wereld
familie heeft rondlopen en er een standbeeld bij kreeg. Voorts gaat het ook
nog over geboortes, over de spijsvertering, over de oude en nieuwe stallen,
over rassen en ziektes. Heel het boek is in een verrassend luchtige en geestige
stijl geschreven. Nooit wordt het zwaar op de hand. Over een zieke koe, bijvoorbeeld,
in het hoofdstuk 'Fabriekjes op hoeven': "dan herkauwt ze maar een beetje
slap voor zich uit zodat het een rotzooi wordt in al die magen... Ze is net
een melkfabriekje waar de stroom uitvalt." Of over die koeien die een
spijker hebben ingeslikt, die dan met een magneet wordt aangetrokken om geen
onheil aan te richten aan de binnenkant. Die magneet blijft gewoon met spijker
en al in de maag zitten. Geen probleem "zolang ze niet door de poortjes
van het vliegveld moet".
Ontroerend poëtisch haast wordt beschreven hoe koeien
reageren wanneer ze na een lange winter op stal eindelijk de wei op mogen:
verblind en onwennig door het felle licht bedenkt Greetje zich. Ze loop dan
maar eigenzinnig terug naar de vertrouwde stal. In dit boek krijgen koeien
een eigen karakter en een eigen leven mee. En dat schept, voor je er erg in
hebt, een band met die beesten en evengoed met de mensen die ermee te maken
hebben. Zelfs de slachters worden aardige kerels ("Slachten is niet een
beroep dat je zomaar kiest. Je zegt als je van school komt niet gauw: ik ga
voor de rest van mijn leven dieren bedwelmen, villen en in stukjes zagen.")
Toch blijft het een instructief boek, met register en bibliografie en met
interessante informatie, nuchter in de marge. Door de prachtige zwartwittekeningen
van Judith Vanistendael raak je helemaal gewonnen voor "de koningin van
het platteland" in al haar vershijningsvormen en ga je ze met nieuwe
ogen bekijken.
Deze nieuwe informatieve IQ-reeks van Querido wordt, zo blijkt, nog uitgebreid
met een boek over heksen, een over Frankrijk en een boek van Edward van de
Vendel over alles wat met de school te maken heeft. Een tweede deel, Zwarte
peper, scheurbuik, ook weer mooi geïllustreerd door Tom Eyzenbach,
is net uit. Hier gaat het over kinderen die meereisden met de Verenigde Oost-Indische
Compagnie. Vipeke Roeper reconstrueerde hun levensverhalen aan de hand van
historische documenten. Op zich een boeiend idee en ee aardig alternatief
voor de geromantiseerde heroïsche romans waarin onfortuinlijke scheepsmaatjes
en konsoorten wel eens erg melig worden opgevoerd. Je komt meer te weten over
waargebeurde muiterijen, schipbreuken, scheurbuik, maar ook over Hollandse
weesmeisjes die naar de overzeese gebieden werden getransporteerd om de continuïteit
te verzekeren. De toon is hier heel anders: erg zakelijk, met te weinig leuke
franjes, wordt alles nuchter geregistreerd en meegedeeld.
Voor
De prijs van poep schreef Rindert Kromhout de teksten, waarin zakelijke
informatie over het mestoverschot werd verwerkt. Eric Smaling, hoogleraar
in de bodemkunde, leverde de wetenschap. Stukken over het probleem van te
veel poep in het westen en het gebrek daaraan in Afrika wisselen af met korte
fictieve portretten van Nederlandse, Belgische en Afrikaanse kinderen. Die
verhaaltjes zijn wat flauw moraliserend en belerend en missen de luchtige
humor van Het koeienboek. Al te uitleggerig ook zijn de informatieve
fragmenten. Het boek zit ongetwijfeld vol goede bedoelingen en stelt het probleem
van de absurde kloof tussen het rijke noorden en het arme zuiden bijzonder
scherp: waarom kan onze poep niet gewoon naar Afrika getransporteerd worden?
Dan zou iedereeen uit de problemen zijn. Het hele politieke en economische
spel wordt duidelijk uit de doeken gedaan. En dat is alvast verdienstelijk.
Maar 64 bladzijden 'poep en pies', stikstof en fosfaten lijkt me wat veel.
Rindert Kromhout
Eric Smaling
De prijs van poep
Leopold, Amsterdam, 64 p., 15,94 €.
vanaf 12 jaar.
Bibi Dumon Tak
ill. Judith Vanistendael
Het koeienboek
Querido, Amsterdam, 84 p., 11,95 €.
vanaf 12 jaar.
Vibeke Roeper
ill. Tom Eyzebach
Zwarte peper
Querido, Amsterdam, 119 p., 12,95 €.
vanaf 10 jaar.