De magie van het voorgelezen woord

Voorlezen doet kinderen groeien   Zaterdag (28.11.98) werd in de UFSIA in Antwerpen de openingsdag van een nieuwe leesbevorderingscampagne gehouden. Onder het motto 'Voorlezen, het leukste kwartiertje van de dag' wil men het voorlezen op alle fronten gaan stimuleren. De hele campagne is een initiatief van de Werkgroep Kinderboekenuitgevers van de Vlaamse Uitgeversvereniging, samen met het Centrum voor Lezen en Informatie, het Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur en de promotiecommissie van de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen. De voorleescampagne maakt overigens deel uit van de met 10,3 miljoen frank bedachte leesbevorderingsactie 'Lezen is meer dan je denkt' van Minister van Cultuur, Gezin en Welzijn Luc Martens, die zich al eerder via allerlei initiatieven richtte op veertienjarigen die het lezen voor bekeken houden.
   Voor de studiedag kwamen ruim 180 deelnemers opdagen. Ze vertegenwoordigden zowat alle circuits waarin voorlezen een rol kan spelen: kinderdagverblijven, diensten voor opvanggezinnen en opleidingen kinderzorg; het basisonderwijs en de lerarenopleidingen; de openbare bibliotheken; de gezins- en ouderverenigingen.
   De voordrachten en referaten van de 'voorlezende' sprekers hadden alle een gelijklopende strekking: voorlezen is belangrijk, leuk, gezellig en echt niet moeilijk. Na een warm pleidooi door de minister zelf had Prof. Dr. Helma van Lierop-Debrauwer het over de rol van het gezin in de literaire socialisatie van kinderen. Als actief leesbevorderaar in Nederland ziet zij in het voorlezen binnen het eigen nest en in de basisschool het fundament voor de latere literaire ontplooiing. Herman Kakebeeke, onder meer initiatiefnemer van het Kinderboekenmuseum in Den Haag, haalde eigen voorleesherinneringen op en citeerde onder meer de Nederlandse auteur Willem Brakman en Tom Lanoye die, naar eigen zeggen, veel te danken hadden aan voorlezende meesters en leraars. Jan Van Coillie gaf een spoedcursus voorlezen aan de hand van fragmenten uit de 'grote' kinderliteratuur. Lezertje
   Hoe het met het voorlezen in de praktijk gesteld is, bleek uit de resultaten van een enquête van het ONUB (Overleg Nederlandstalige Uitgeverij en Boekhandel). Zo zou in Vlaanderen 29 procent van de respondenten kinderen van tien jaar en jonger elke dag voorlezen, terwijl 36 procent er zelfs niet aan denkt om dat te doen. Een voorleesbeurt kan voor de helft van de voorlezenden elf tot twintig minuten duren. Uit een kleinschalige enquête door boekenjuffen en -meesters in Vlaanderen blijkt onder meer dat kinderen zich graag laten voorlezen en dat dat zowel op school als thuis nog te weinig gebeurt.
   Om daaraan wat te doen wordt de derde week van oktober 1999 in Vlaanderen uitgeroepen tot 'Voorleesweek'. Voor elke doelgroep werden mooi ogende ideeënboekjes samengesteld met informatie over de evenementen en met suggesties voor voorleesactiviteiten het jaar rond. Zo worden kinderdagverblijven en opvanggezinnen uitgenodigd een hele week lang een voorleesmoment in het dagschema in te passen. De ouders van peuters wordt gevraagd dat ook op zaterdag en zondag te doen. Voor de basisscholen wordt 20 oktober 1999 'Voorleesdag'. Gezins- en ouderorganisaties houden die week een 'Voorleescafé' en in bibliotheken zullen voorleesmarathons en andere activiteiten op touw worden gezet.
   Een uitgebreide mediacampagne moet ervoor zorgen dat tijdens die Voorleesweek ouders, leraren, kinderverzorgers, grootouders, bibliothecarissen en kinderen zelf, ieder op hun eigen plaats, met een boek in de aanslag zitten om kinderen met rode oortjes te laten luisteren en met de magie van het woord te betoveren.
Annemie Leysen
Terug
Copyright © De Morgen                      30  november 1998.