Regen is plezant
Waarmee
kan een mens in een belabberd lenteseizoen beter beginnen dan met een sneeuwman
die niet smelten wou? Van een sneeuwman die niet smelten wou, vertelt
Henri Van Daele, een man die veel en vaak vertelt en die in het boekje
over de sneeuwman enzovoort hier en daar wat weetjes rondstrooit, bijvoorbeeld
over het verschil tussen trekvogels en standvogels, over de levenswandel
van de egel, over wat een wak is, dat soort dingen. Henri Van Daele publiceert
bij Averbode.
En Averbode heeft behalve het boekje
van Henri Van Daele nog meer van die zo goed als vierkante boekjes met
hardkarton covers, mooi tot zeer mooi van uitzicht. Daar is deze keer zelfs
nog een verhaal bij van de vroegtijdig overleden Gregie De Maeyer, "een
verhaal dat heel anders afloopt dan je verwacht." Ja, een verhaal dus,
met een pointe, iets wat in kinderverhalen niet zo vaak voorkomt. Reuze!
van Gregie De Maeyer is nu eens een niet experimenteel werkstuk. Integendeel,
het is een soort verhaal waarin je op volgehouden wijze ongemerkt en heel
klassiek op het verkeerde been wordt gezet en pas helemaal op het einde
krijg je de ware toedracht te lezen en je zucht van opluchting, want de
hele inhoud leek eng en blijkt het dan niet te zijn.
Een derde Averbode-boekje is van Sylvia vanden Heede. Even om kan
je lezen als een illustratie van het gezegde dat oost west thuis best is.
Maar ook van het gezegde dat regen plezant is. En wanneer het jongetje
Stijn op het einde van het boek de maan boven zich ziet en hoort dat ze
"Kom, kom" zegt, net zoals de molen dat heeft gezegd en het bos en de boot
en de berg, merk je aan de afsluitende tekening van Ingrid Godan hoe sterk
het jongetje Stijn ernaar verlangt om ook de maanreis aan te vatten.
Van een andere uitgeverij is er een
heel ander type boek, voor beginnende lezertjes: De goeie broek
van Marie Delafou. De figuren in dat boek zien eruit alsof ze houten koppen
hebben. Er zit bijvoorbeeld een vaderfiguur bij wiens kop langgerekt is
als de snuit van wijlen Fernandel. En de neus is dun en lang, een soort
worstvormig aanhangsel. De ogen houten stippen. De mond een opening, alsof
er een grote hap uit het hoofd is weggebeten. Zeer expressief.
En ook de andere figuren vertonen markante expressies.
Zodat het verhaaltje van niets dankzij de expressieve werking van de tekeningen
toch iets wordt, iets moois zelfs. En de soms stroeve versvorm waarin het
is gesteld, neem je er maar bij.
Graag had ik de Franse verzen van Marie Delafou naast
de Nederlandse van Bart Moeyaert gelegd. Of naast het oorspronkelijke pygmeeënsprookje,
waarnaar het boekje is gemaakt. Maar zover ben ik niet geraakt.
Ook verzen in Een stinkdier is een prachtig beest van Daniil Charms.
U herinnert zich wellicht nog de uitgave van een aantal schitterende verhalen
van deze Russische schrijver van absurdistische bedenksels onder de titel
Nietes Welles, bij Querido. Nu heeft Querido dus een aantal lange,
verhalende rijmteksten van Daniil Charms op de markt gebracht. En wie genoten
heeft van de ontwapenende en frisse teksten uit Nietes Welles hoopt
op meer genot bij lezing van de nu pas uitgegeven verzen.
Maar er zijn tegenvallers; En dit is er een. Want Charms
slaagt er zelden in de woorden van zijn aparte geest om te zetten in gedichten
die niet alleen spielerei zijn, maar ook nog iets meer dan dat. Te vaak
blijft het bij "Ha-ha-ha en hè-hè-hè, hi-hi-hi en
boeg-boeg-boeg! Boe-boe-boe en bè-bè-bè, din-din-din
en troeg-troeg!" (Manier waarop Charms het lachen van een oude man weergeeft).
Zelden is de smaak van karamellen, afkomstig van de overal
bekende karamelleverzen, ver weg, zodat je je toevlucht neemt tot het sterkere
element in deze uitgave, namelijk de tekeningen van Gerda Dendooven, die
erin slaagt met brutale lijnen verfijnde illustraties te maken.
En dan een boek vol brood. Circus Bollebrood vertelt het verhaal
van Bo, het kind van een stel circusartiesten. Wegens te veel werken slaan
die stelselmatig het ontbijt over, niet beseffend dat het ontbijt volgens
allerlei deskundigen een belangrijk en onmisbaar moment zou moeten zijn
in het dagelijks leven der gezinnen. Wel zorgen de ouders van Bo ervoor
dat er elke ochtend brood op de plank is. Op een bepaalde dag is dat rond
en hol, een soort ring, waarmee Bo en zijn circusvrienden - de hond, de
beer, de kameel, de olifant, de aap, de kat, het varken; ik hoop dat ik
niemand vergeet - allerlei kunstjes uit gaan halen.
Op het einde van het verhaal zit het circusgezin mooi
verenigd om de ontbijttafel, want "samen eten is veel leuker dan alleen",
wat de moraal van het verhaal is, maar of die echt broodnodig is, laat
ik in het midden.
Bert Van Molle
Henri Van Daele / Klaas Verplancke, Van de sneeuwman
die niet smelten wou, Averbode.
Gregie De Maeyer / Wouter Krokaart,
Reuze!, Averbode.
Sylvia vanden Heede / Ingrid Godan, Even om, Averbode.
Maria Delafou, De goeie broek, Querido.
Daniil Charms / Gerda Dendooven,
Een stinkdier is een prachtig beest,
Querido.
Kristien Aertssen,
Circus Bollebrood, Leopold.
Copyright ©
15 april 1999.