Grof en fijn
Moet er nog baldadigheid zijn? Daar zal Babette Cole dan even voor zorgen,
want Babette Cole is een lief, niet meer jong Brits mevrouwtje dat het
al jaren geleden op zich heeft genomen stoute en baldadige boeken te schrijven
en te tekenen. Met het brede gebaar.
Zo ontstond dan nu onlangs Wilde Lucretia, een boek over een meisje
dat door haar gedrag en uiterlijk alles weg heeft van een monstertje. Dus
heeft ze een kop als een lekkende ballon en uit haar grijnzende mond hangen
twee konijnentandjes en een blaadje tong en de neus is als het speentje
van een zuigfles. Alles lekker grof getekend , en veel hilariteit om boeren
en winden en fluimen en gepeuter in lichaamsopeningen. Je pikt het, want
je weet dat Babette Cole de koningin van die dingen is, elk zijn specialiteit.
En lachen doe je, omdat je weet dat het als lachwekkend is bedoeld en soms
lukt het, maar lees niet het ene boek van Babette Cole na het andere of
je gaat naar Suske en Wiske verlangen.
Wilde Lucretia terroriseert haar ouders en wint aanhang
in de klas, zodat de juffrouw daar bijna tot ontploffing komt. De ouders
van de op het slechte pad gebrachte kinderen bidden en smeken de ouders
van Lucretia om hun dochter in toom te houden en dat doet haar vader door
allerlei bijzondere tuigen en producten uit te vinden, bijvoorbeeld de
boerenstopper en de brulstampdwangbuis en de brutalebekzeep. En toch zal
de oplossing van elders moeten komen. Tot Wilde Lucretia een voorbeeldig
engeltje wordt.
Wat een verhaal! denk ik dan bij mezelf en ik schrap het
en hou alleen de tekeningen over en bewonder soms de fijnzinnigheid waarmee
Babette Cole hier en daar een minder karikaturaal personage heeft weten
vast te leggen. En de kinderen? Ach, de kinderen gniffelen wat en kijken
ook meer dan ze luisteren en baldadigheid is waarschijnlijk prettiger als
ervaring dan als leesstof.
Ook niet meer van de jongsten is
Ernst Jandl (Wenen, °1925), dichter en toneelauteur van wie in ons
taalgebied ooit het stuk Aus der Fremde werd opgevoerd. Een speeldichter,
die zich zowel aan visuele als aan klankpoëzie begaf, bedrieglijk
eenvoudig en luchthartig.
Van Ernst Jandl is de minimalistische tekst van het prentenboek
Vijfde
zijn. Voor één keer zou ik een heel boek kunnen citeren,
zonder daarbij ook maar het minste gevaar te lopen deze recensie uit voegen
te laten barsten. De tekst gaat van "deur open / een eruit / een erin /
deur dicht / nu nog vier" en daarbij zie je op vijf stoelen vijf gehavende
speeltjes zitten: een pinguïn, een eendje, een teddybeer met ooglap
en omzwachtelde arm, een kikker en pinocchio met gekraakte neus. En - ik
liet toch wat herhalingen weg - zo eindigt de tekst: "deur open / een eruit
/ deur dicht / nu nog een / dan ben ik / deur open / een eruit / ik erin
/ dag dokter".
Hoofdfiguur is een pinocchio met gebroken neus. En op
de laatste plaat zie je een paar nieuwe neuzen liggen en de dokter is een
gezelligerd met een lieve en herstelling verlenende Engelse sleutel, geen
angst dus. En elk speeltje dat behandeld is, komt opgewekt en tevreden
buiten.
Beschouw de tekst als een basso continuo en de tekeningen
als een melodie, je in de tekeningen gebeurt het, maar wel heel onnadrukkelijk,
je moet dus goed kijken. Een zeer gaaf boekje, trouwens bekroond op de
internationale kinderboekenbeurs in Bologna en genomineerd voor een grote
prijs in Duitsland.
Ook van eigen bodem mocht ik een zeer gaaf boekje lezen, dat over Wubke
vertelt, een meisje dat lente, zomer, herfst en winter in een appelboom
woont, waarin een hutje is gebouwd. Staccato, in korte, soms herhalende
zinnetjes vertelt Geert de Kockere haar verhaal en dat de vader van het
meisje in de zomer boomlommer verkoopt en dat de buren op weg naar hun
werk onder de boom komen staan en dat ze Wubke niet zien zitten - letterlijk
en figuurlijk - en dat Wubke later in het circus wil. De fijnzinnigheid
van de tekst wordt aangevuld door die van de tekeningen, soms prachtig
van sfeer.
Omdat - en daarmee zitten we in
de dierenwereld - de bladluizen slecht zijn en de lieveheersbeestjes die
slechteriken opvreten, maakte Eric Carle een boek voor alle lieveheersbeestjes,
lang zullen ze leven! Maar ook bij goeie lieveheersbeestjes is niet alles
koek en ei en bladluis, want er zitten ook vervelende sujetten bij. Zo
is er het lieveheersbeestje dat steeds maar vechten wil. Op zeer uitgekiende
wijze laat auteur en tekenaar Eric Carle die vechtersbaas allerlei dieren
op allerlei momenten van de dag uitdagen tot een robbertje. Zodat de lezertjes
dieren van klein naar groot zien paraderen en tegelijkertijd het letterformaat
van de teksten zien toenemen. Zodat de lezertjes ook via boven op de bladzijden
aangebrachte klokjes de tijd waarin de handeling zich afspeelt, voorbij
zien gaan.
Zoals steeds moet Eric Carle het van de grote tekeningen
hebben. Met grote kleuren, groot aangebracht, als met een grove verfborstel.
Maar ondanks al dat grote werkt ook dit boekje fijnzinnig.
Bert Van Molle
Babette Cole, Wilde Lucretia, Davidsfonds/Infodok.
Ernst Jandl/Norman Junge, Vijfde zijn, Ploegsma.
Geert de Kockere/Philip Hopman, Wubke en de appelboom, Averbode.
Eric Carle, Het vervelende lieveheersbeestje, Gottmer.
Copyright ©
4 maart 1999.