De koningste koning

De koningste koning   Midden in de zomer overleed plots Gregie De Maeyer, de creatiefste en eigenzinnigste ster aan het Vlaamse prentenboekenfirmament. Drie maanden later is postuum zijn laatste cadeau voor (grote en kleine) kinderen verschenen: De koningste koning, een prentenboek over macht en verval dat hij samen met cartoonist Karl Meersman realiseerde.
   Het boek begint als een echt sprookje. Alle koningen en koninginnen zijn baas in hun eigen land. Maar zelfs de baas zijn over je onderdanen gaat vervelen. Dan wil je gewoon nog meer. De koningste koning zijn, bijvoorbeeld, dus heersen over alle andere koningen. Daar dromen ze allen stiekem van. Ook koning Bill wil wel de knapste, de machtigste, de slimste koning zijn in het rijkste rijk. Daarom geeft hij een feest voor alle collega's in zijn paleis, waar de verkiezing van de koningste koning en koningin zal plaatshebben. De vorsten stromen toe vanuit alle eeuwen en vanuit alle hoeken van de wereldbol. Ergens in de schaduw slaat een klein jongetje het gebeuren gade. Hij ziet hoe de weledelhooggeborenen na het dessert met elkaar gaan kibbelen om voor zichzelf de koningste kroon op te eisen. Koning Albert begint anders aardig: "Ik ben de koning van een erg klein land. Daarom wil ik graag de koningste koning zijn," spreekt hij plechtig en met een bibberstemmetje. De anderen komen niet meer bij van het lachen. Dan is Queen Elisabeth wat anders: "Ik heb de meeste soldaten, ik heb kanonnen, kogels en granaten," zegt zij beslist. Eerst zijn de andere koningen bang, maar dan wordt ergens "Boe!" geroepen en begint het tumult. De Engelse koningin slaat haar handtas op het hoofd van Kabila en koning Mao mept met zijn schoen op tafel. Ondertussen tast een vorst onder tafel naar de blote knieën van Nefertari. Koning Bill tracht boven dit geruzie uit te stijgen, want van alles heeft hij toch het meest, maar hij wordt bijna onderuitgehaald door koning Yasser, die aan een kroonluchter is gaan slingeren. "'Kaaskop!" brulde koning Hirohito. 'Spleetoog!' gilde koningin Marilyn. 'Zwarte!' 'Mof!' 'Bleekscheet!' 'Nul!' De kleine jongen is nog steeds een onverstoorbare toeschouwer. Wanneer de koningen elkaar verdringen om het eerst op de troonste troon te komen, botsen de koppen van koning Bill en koning Boris hard tegen elkaar. Het hele zootje dondert naar beneden en een vreemde stilte begint te regeren.
   Voor cartoonist Karl Meersman, die eerder al samen met Gregie De Maeyer schitterde met Ach.. en met enkele bijzondere prenten aanwezig was in de Vlaamse reuzen-tentoonstelling, moet deze revue (sic) van gekroonde hoofden een erg leuke opdracht zijn geweest. Onder meer onze koning is aandoenlijk vrolijk geportretteerd achter zijn glaasje Duvel en met een piepklein kroontje op zijn hoofd. Wat de illustrator mooi heeft uitgewerkt, is het contrast tussen het karikaturale van de macht en het schimmige, poëtische maar ook beschuldigende van het kind dat toekijkt.
   Net zoals de andere boeken die we de laatste jaren van Gregie De Maeyer hebben mogen lezen, nodigt ook dit laatste prentenboek weer uit tot reflecteren over onszelf en de wereld. Iets wat Gregie ongetwijfeld vanaf zijn ster op de melkweg zal blijven doen.
   Ook de koning der dieren is maar een mens. Tot dit besluit komt Grégoire Solotareff in Jij groot, ik klein. Een kleine olifant ontmoet een grote leeuw, de koning van alle dieren. Hij is een weesje en volgt de koning naar zijn paleis. De leeuw wordt zenuwachtig en wil het olifantje niet binnenlaten. Maar de olifant, die niemand anders heeft op de hele wereld, blijft voor de poort liggen. De volgende morgen wordt hij toch binnengelaten door een bezorgde koning-vader, die hem te eten geeft en verhaaltjes voorleest. De kleine olifant staat vol bewondering en wordt de onafscheidelijke gezel van de koning, die hem alles leert wat hij weet en hem vertelt over de reizen die hij nooit gemaakt heeft. Zij spelen spelletjes, die snel zijn afgelopen als de kleine olifant zich amuseert, en lang duren als de grote leeuw ze heeft uitgevonden. "Koning der koningen" spelen bijvoorbeeld (de koningste koning dus), waarbij de olifant alles moet doen wat de leeuw in zijn kop krijgt. Op een dag is het allemaal voorbij, want de olifant is blijven groeien en de koning voelt zicht hem niet meer de koning. De olifant wordt weggestuurd. Jaren later ziet hij de leeuw op straat liggen en ontfermt zich over het staatshoofd, dat vanwege zijn trots is weggejaagd. De leeuw loopt met een stok en is oud en zwak. Samen zetten zij hun leven voort, de grote olifant en de kleine leeuw, die in zijn schaduw loopt.
   Ook dit is weer een filosofisch boek, dat je kunt beschouwen als de neerslag van de verhoudingen tussen generaties, tussen ouder en kind. Kind en ouder. Het kind komt, bewondert, moet op eigen benen lopen en herontdekt op volwassen leeftijd zijn oud geworden vader, die zorg behoeft maar toch de vader blijft. De prenten zijn zoals we ze kennen van Solotareff, ruw geborsteld in warme, felle kleuren.
De potloodprinses   De potloodprinses is het nieuwste prentenboek van Brigitte Minne met illustraties van Anne Westerduin. Emma is een klein meisje dat van tekenen houdt. Ze tekent overal: op school, in bed, in bad of in de tuin. Zelfs met een likje tomatensoep of met tandpasta, als ze haar kleurpotloden niet kan vinden. Op een dag tekent Emma een prinses. Ze is heel bijzonder. Tot haar verbazing ontdekt Emma echter dat de potloodprinses ook kan praten. En zij is niet tevreden. Emma heeft haar getekend met alle clichés die we kennen van prinsessen: prachtige jurk, lang blond haar, dure koets... De potloodprinses wil er echter uitzien als een gewoon meisje, en dus moet Emma voortdurend aan de slag om hier en daar wat te veranderen. Eindelijk, als de prinses er net zo uitziet als Emma, met kort piekhaar en jeansbroek, stapt ze uit de tekening en kunnen ze samen naar zee. Anne Westerduin heeft hier haar eigen potloodprinses met veel liefde en plezier neergezet in een twintigtal vrolijke prenten. Het boek is ontstaan uit een opdracht voor De boomhut, het kleuterprogramma van de VRT.
   Koningen en prinsessen genoeg ten slotte in Allemaal poppenkast, een aantrekkelijk ideeënboek voor ouders of leerkrachten die een poppenkastvoorstelling willen geven. Het werd geschreven door twee Nederlandse auteurs die hun sporen hebben verdiend: Jacques Vriens en Francine Oomen. Vriens spoorde zijn favoriete stukken op, zoals Jan Klaassen-verhalen en moderne sprookjes; Oomen bedacht zelf een aantal knotsgekke verhalen waarin dieren en griezelen een hoofdrol spelen. Elke voorstelling wordt nauwkeurig voorbereid. Je krijgt eerst het verhaal, onderverdeeld in speelscènes. Dan volgt een lijstje met de poppen en de voorwerpen die je nodig hebt, en het speelschema met per scène een korte samenvatting van de belangrijkste dialogen. Zo kan het eigenlijk echt niet meer misgaan. De auteurs voegen er overigens nog enkele speeltips aan toe, zoals de dialoog met het publiek die de aandacht scherp blijft houden. Ook om gewoon te lezen is dit een lekker boek. Verhalen als De mooie prinses Friedolien, Karate-oma en de wolf, Zwarte piet en de pakjes-dief of De billenbijter werden prachtig geïllustreerd door enkele meesters in hun vak: Alex De Wolf, Klaas Verplancke, Thé Tjong-Khing en Philip Hopman. Een boek waarmee je de lange, donkere winter wel aankunt.
Kathy Lindekens
Gregie De Maeyer & Karl Meersman, De koningste koning, Davidsfonds/Infodok. 
Grégoire Solotareff, Jij groot, ik klein, Lannoo. 
Brigitte Minne & Anne Westerduin, De potloodprinses, Clavis. 
Jacques Vriens & Francine Oomen, Allemaal poppenkast, Van Holkema & Warendorf.



Terug
Copyright © De Morgen                      5 november 1998.