Boeken van formaat

Lezer Soms zou je wensen dat je een vlotte, charmante en toch duidelijke formule had om in één klap alle uitgevers te wijzen op de overbodigheid van boeken die zij nodig vonden maar waar jij niet bij kunt. Geen zin om die dingen te bespreken behalve de kwaliteit van het papier, lijm, drukinkt, lettertype. Een hele stapel is het, ze zien er vaak uit als stationsromannetjes en zijn ook even flets en saai. Ik zal geen namen noemen, maar wat moeten kinderen ermee?
En laat ik nu maar een paar boeken goed vinden.
Overal vliegen bijvoorbeeld, een groot-formaatboek voor de kleinen. Die groot-formaatboeken vallen naar verhouding vaker mee dan de kinderboeken met echte boekallure. Dat zal wel hieraan liggen dat ze korter mogen zijn, met minder woorden en minder literatuur, met veel meer nadruk op illustratie of op de wisselwerking tussen illustratie en tekst. Vaak zijn het ook boeken van slechts één idee of ideetje. In Overal vliegen bijvoorbeeld dat er, inderdaad, overal vliegen zijn, zo mogelijk in grappige rijmpjes: "Alleen, per twee, of in een groep; in huis, of zwemmend in de soep." Of: "De tijd vervliegt, de herfst wordt mei, maar een vlieg denkt niets daarbij."
Heidrun Boddin, die tekst en tekeningen maakte, ziet vliegen zoals ze zelden worden waargenomen: met gestreepte sokken aan, met stoppelhaar op de benen, in trouwpak, maar nooit naakt, want "vliegendames, vliegenheren, dragen altijd mooie kleren".
Aaltje BrutaaltjeOok groot van formaat is Aaltje Brutaaltje, een soort volksverhaal waarin de niet zo slimme Aaltje huishoudster is en haar slimme meneer uitspeelt tegen een andere slimme meneer. Of: twee honden vechten om een been, en de derde loopt ermee heen. Een vondst is dat zowel Aaltjes loop als die van haar meneer voortdurend en obsederend wordt weergegeven door klanknabootsende werkwoorden: op hoge schoenen laveert Aaltje klakkerdeklak door het hele verhaal, terwijl haar meneer er met zijn stok doorheen bonkerdebonkt. Blijft bij voorlezen niet zonder effect. De naïeve tekeningen die Pierre Pratt bij het verhaal maakte zijn grof van contouren en fel en uitbundig van kleur; het oog is er blij mee.
Het neusje van PaulienHet neusje van Paulien is een boek dat de verleidingskracht van een fraai omslag bewijst. En het is niet onaardig, alleen niet zo goed als het oogt. "Schrijver Peter Slabbynck (Brugge, 1962) houdt," zo meldt het achterplat, "van absurde Britse humor en heeft een hekel aan verhalen die niet kloppen. Daarom schrijft hij nu zelf voor kinderen." Alsof zelf schrijven de garantie biedt dat de verhalen wel kloppen!
Al is er ook niet zo heel veel aan deze verhalen dat niet zou kunnen kloppen, daarvoor zijn ze te simpel. Ze gaan over de eigenzinnige Paulien, die stinkt omdat ze in een viswinkel woont, en over haar vriendje Bert, die in een slagerij woont. Jammer dat de mogelijkheden van die lokaties zo weinig zijn benut, zodat dit doodgewone huis-, tuin- en keukenverhalen blijven.
De mooiste titel is zeker deze van Wouter Klootwijk: Mogen wij u ophijsen, mevrouw?, een verzameling verhalen rond het thema van het hijsen. Er zitten dus nogal wat kranen in, en hefbomen, wipplanken, balansen en katrollen. Een beetje jongens en meisjes en wetenschap, maar heel terloops en onnadrukkelijk, het accent ligt op het spel en de avonturen van de personages.
Tom TippelaarEn dan een mevrouw die je nooit hoeft op te hijsen, ze staat immers al aan de top: Annie M.G.Schmidt. Haar Tom Tippelaar heeft zopas zijn vijfde druk beleefd. Je zou wensen dat je een vlotte, charmante en toch duidelijke formule had om in één klap op alle kwaliteiten van dat boek te wijzen.
Bert Van Molle
 
 

Heidrun Boddin, Overal vliegen, Clavis.
James Sage & Pierre Pratt, Aaltje Brutaaltje, Lannoo.
Peter Slabbynck & Klaas Verplancke, Het neusje van Paulien.Davidsfonds/Infodok.
W.Klootwijk & P.Hopman, Mogen wij u ophijsen, mevrouw?, Leopold.
Annie M.G.Schmidt, Tom Tippelaar, Querido.


Terug
Copyright © De Morgen                     22 mei 1998