Links en rechts

Uit Links en rechts  Enkele weken na het begin van het schooljaar zijn er al slachtoffertjes te tellen in het schoolverkeer. Kleine kinderen kennen de verkeersborden niet en lopen zomaar de weg over. Ouders zijn dan ook bang om hun kinderen te leren fietsen op straat. Daar heeft Saskia Van Oversteeg wat op gevonden. Zij ontwierp samen met  Veilig Verkeer Nederland een prentenboek dat kinderen wegwijs wil maken in het verkeer.
  In Fietsende Flip wordt nagegaan wat al die vreemde borden langs de weg doen. Met knip- en collagetechnieken brengt ze Flip tot leven. Zij suggereert een jongetje met alleen maar twee oogjes en een piekerige haardos, bovenop een fiets. Flip gaat op pad en komt verschillende verkeersborden tegen. Soms moet hij kiezen, tussen het blauwe fietsbord en het rood omrande bijvoorbeeld. Dan wordt uitgelegd dat het ene een verplicht fietspad is en het andere een verboden weg voor fietsen en bromfietsen. Hij moet dis omkeren en de juiste kant kiezen. Achtereenvolgens komt Flip bij een gevaarlijke kruising, een rotonde, een voetpad en een voorrangsweg. Hij moet stoppen bij een stopbord en harder trappen op een helling. Telkens wordt bij het bord uitgelegd wat Flip moet doen of wat hij verkeerd doet. Het boekje zit heel eenvoudig in elkaar en legt duidelijk uit welke situaties je op straat kunt tegenkomen. Het enige wat jammer is, is dat enkele borden Nederlandse borden zijn. De meeste zijn echter universele verkeerstekens, zodat het belangrijkste wordt meegegeven.
 Het eerste wat je kleuters leert  als je de straat over moet, is links en rechts kijken om te zien of er geen auto aankomt. Links en rechts zijn geen eenvoudig aan te leren begrippen. Jet Boeke (Dikke Dik) en Arend van Dam doen er een heel prentenboek over. De aandoenlijke hond Gerrit wordt door zijn moeder met een brief op pad gestuurd. Zij legt hem de weg uit maar vergeet dat hij niet weet wat links is, en wat rechts. Ze probeert het hem uit te leggen aan de hand van een tekening van hem. De vaas staat er links op en de poes rechts. Dan laat zij hem zijn handen overtekenen. Uit Links en rechtsZo wordt hij vertrouwd met zijn eigen rechterkant. Mama doet een lintje rond zijn linkerpols, zodat hij het beter kan onthouden. De volgende les zit in het verkeer, waar links en rechts heel belangrijk is. Dan komt de piano aan bod. Links zitten daar de olifanten, rechts de muizen. Het begint wel wat ingewikkeld te worden als moeder de kraan en de klok er nog bijhaalt, en daarna uitlegt wat een spiegelbeeld is. Als ik in Links en rechts blijf lezen, weet ik het straks zelf niet meer.
  Het probleem is dat je de voorbeelden die in dit boek staan uitgebeeld met tussenpozen moet kunnen overbrengen, en zo werkt een prentenboek natuurlijk niet. Dat wil je in één ruk uitlezen. Het boek is prettig getekend maar maakt de zaak er voor kleuters niet eenvoudiger op, vrees ik.
 Leo en Lisa zijn een tweeling. Voor hun verjaardag krijgen ze ieder een fiets en een helm. Ze gaan meteen oefenen, maar dat blijkt niet zo gemakkelijk te zijn. Gelukkig wonen zij op een woonerf en kunnen papa en mama voorzichtig met hen aan de slag. Je kent het wel: vasthouden, lopen, lossen, vallen, vasthouden...  Na een paar weken kunnen Leo en Lisa fietsen. Ze gaan heen en weer door de straat. Dan komt het spannendste gedeelte, wanneer de tweeling samen met moeder door de stad gaat. Ook hier komen weer heel wat verkeersborden en -situaties aan te pas.
   Leo en Lisa leren fietsen is een prentenboek met een heel verhaal. De interactie tussen de twee kinderen is, in tegenstelling tot andere boeken in dit genre niet echt grappig te noemen, maar je kunt wel meeleven met het grote groei-avontuur dat ze samen beleven. Hier en daar wordt het echt educatief, zoals de pagina waarop de fietsen worden ontleed en waarop elk onderdeel wordt benoemd. Extra leuk is dan weer dat achteraan in het boek een uitneembaar spel is geplakt, een soort ganzenbord met fietssituaties, zodat je de avonturen van Leo en Lisa nog dikwijls opnieuw kunt beleven.
 Leren fietsen is fijn, maar dan moet je eerst al wel kunnen stappen. Daar zijn de allerkleinsten nog maar pas aan toe. Stappestap is een heel lief prentenboekje over een berenkindje dat leert lopen. De prenten zijn telkens over twee pagina's uitgewerkt, en onderaan staat in grote letters een stukje zin. Wanneer je het boek voorleest ontstaat er een soort cadans die kleuters prettig vinden. De situaties zijn voor hen ook heel herkenbaar: lopen aan de hand van mama of papa, op de knieën naar beneden glijden, of kruipend de trap op: "Linkerpootje, rechterpootje en nog twee erbij. Tjonge-jonge-jonge, wat een beer ben jij." De prenten van John Prater zijn pastelzacht en met veel tederheid getekend. Een boekje om samen met de allerkleinsten van te genieten, want "alle beren moeten lopen leren".

Kathy Lindekens

Saskia Van Oversteeg, Fietsende Flip, Van Buuren. 
Arend Van Dam en Jet Boeke, Links en rechts, Van Holkema & Warendorf. 
Angela Weinhold, Leo en Lisa leren fietsen, Standaard. 
John Prater, Stappestap, Van Holkema & Warendorf.


Terug
Copyright © De Morgen                    1 oktober  1998.