Kunst en katten
Kijken is de kunst in drie aantrekkelijke boeken
voor wat oudere kinderen. In Wat is een kat? ontpopt bioloog Midas
Dekkers zich als kunstkenner. In opdracht van Kunsthal Rotterdam schreef
hij een boek over katten. Min of meer bekende schilderijen, tekeningen
en beelden van poezen zijn telkens de vertrekpunten voor vijftien hoofdstukken
over wat zijn lievelingsbeest blijkt te zijn.
Midas Dekkers kan bijzonder aardig en gezellig over dieren
schrijven. Dat deed hij eerder al in een aantal kinderboeken. Nooit overdreven
uitleggerig, altijd met goed gekozen geestige details en leuke weetjes.
Katten hebben een wit voetje, dat wordt duidelijk. "Een mus kijkt pienter.
Dat is leuk. Een slang kijkt schuw. Dat is eng. Maar een beetje saai is
het ook wel. Net zo saai als iemand die altijd lacht... Mussen en slangen
hebben maar één gezicht. Een kat heeft duizend gezichten."
Katten weten altijd een houding aan te nemen, zegt Dekkers,
en dat merk je meteen op de begeleidende prent met kattenstudies van Leonardo
da Vinci. "Poezen zijn om lief te hebben." Ze zijn er niet om te
waken, om te zingen of om melk te geven. Omdat ze niet in het wild leven,
hoeven ze ook niet van die saaie schutkleuren. Hun bonte kleurigheid inspireerde
heel wat kunstenaars, zo blijkt. Dekkers maakt vaak originele vergelijkingen
tussen mensen en dieren. Katten hebben veel van mensen, en zo hebben mensen
dat ook graag. Ze gaan ze kleertjes aantrekken en ze praten er mensentaal
tegen. Tussendoor wordt in het boek ook wat historische informatie meegegeven,
over de heilige Egyptische katten bijvoorbeeld, die 's nachts het daglicht
in hun ogen bewaarden, of over het bondgenootschap tussen katten, heksen
en duivels. Poezen zijn nog niet zo lang populair in de sofa's van gezette
burgers. Ze waren aanvankelijk een vast attribuut op de zolderkamers van
artiesterige Parijse vreemde vogels.
Wat is een kat? is een hoogst onderhoudend boek
dat je met nieuwe ogen naar dat soort beesten laat kijken. Daar zorgen
ook de goed gekozen illustraties voor met poezen in alle soorten en stijlen.
De Nederlandse dichter, romancier en essayist K. Schippers laat in NRC
Handelsblad kinderen elke week meekijken naar het een of andere plaatje,
waarbij hij allerlei bedenkingen formuleert of waarrond hij verhalen weeft.
Een eerste reeks van die 'kindervoorstellingen' werd eerder al gebundeld
in 's Nachts op dak, waarvoor Schippers in 1995 een Zilveren Griffel
kreeg. In Sok of sprei werden er vijftig nieuwe verzameld. Rond
een schilderij, een ansichtkaart, een foto, een tekening of een cartoon
wordt gefantaseerd of gespeculeerd. Schippers spreekt de jonge kijker aan,
nodigt hem uit om samen met hem op zoek te gaan naar betekenissen, contexten,
soms ook historische achtergronden van de afbeelding. Zo wordt een detail
uit het schilderij De bedrieger met de ruitenaas van Georges de
la Tour het vertrekpunt voor allerlei gissingen over de blozende wangen
en de scheef wegkijkende ogen van het voorgestelde meisje. "Probeer een
beetje mee te schilderen in de stijl van het plaatje. Dan wordt alles in
onze gedachten zichtbaar," zegt Schippers. Met zijn publiek stelt hij stilaan
het hele schilderij samen. In 'De reiziger' reconstrueert hij een stukje
verleden van ene Moïse Martin aan de hand van snippers papier die
uit een oude reisgids uit 1888 dwarrelden toen hij hem kocht. Een tramkaartje
van 's Gravenhage, "gedurende den rit te bewaren en op het verlangen te
toonen", een rekening van het Brusselse Hôtel de la Poste. Het regende
toen, want een paraplu werd ook in rekening gebracht. In het schilderij
Tweetal op een trap uit 1795 van Charles Wilson zet Schippers, met
de maker van deze trompe-l'oeil, ons op het verkeerde been.
In Sok of sprei wordt op een speelse, soms guitige
manier aan echte kunstinitiatie gedaan. K. Schippers leert kinderen geconcentreerd
naar iets kijken. Goed kijken wordt dan als vanzelf de aanzet tot artistiek
genot. Bovendien geeft hij zijn lezers ook nog een rist faits divers en
boeiende inzichten mee en zet hij hen spelenderwijs en ongemerkt aan het
denken.
In Wat zie je dan? biedt Angela de Vrede in tekst en prenten een
kennismaking met de optica. Wetenswaardigheden over schaduwen en spiegelingen
zitten verpakt in een wat tuttig verhaal over een dag uit het leven van
kip Kriel. De zon staat uiteraard telkens ergens anders en levert de hele
dag door verschillende schaduwen op. Een weerspiegeling in het drinkbakje
en in de metalen voertrommel zorgt ook voor de nodige commotie in de kippenren.
In de sloot wordt geëxperimenteerd met kijkcirkels van vissen en met
het merkwaardige gezichtsveld van een eend. Een wat pedante kikker geeft
uitleg over luchtbellen waarin de hemel te zien is en over dubbele schaduwen
onder water. Op de schutbladen worden al die ervaringen als makkelijke
experimenten voor kinderen voorgesteld. Psychedelisch aandoende prenten
zijn soms wat warrig, maar het boek kan nieuwsgierige kinderen veel laten
ontdekken van wat op het eerste gezicht niet te zien is.
Annemie Leysen
Midas Dekkers, Wat is een kat?, Waanders.
K.Schippers, Sok of sprei. Vijftig kindervoorstellingen., Querido.
Angela de Vrede, Wat zie je dan? Schaduwspelen en spiegelingen.,
Leopold.
Copyright ©
3 september 1998.