Magie in de lucht
De Engelse auteur Tim Bowler schrijft geen vrolijke jeugdboeken. Zijn eerste
roman voor tieners, Mirakelman, is het intrigerende verhaal van
een gehandicapte jongen die door zijn oudere broer geplaagd en mishandeld
wordt. Het boek kreeg een Vlaamse Boekenwelp voor het beste jeugdboek in
vertaling. Voor zijn derde, Riverboy, onlangs bij uitgeverij Averbode
verschenen als De jongen in de rivier, werd Bowler onlangs bekroond
met de Carnegie Medal, de meest prestigieuze onderscheiding voor jeugdliteratuur
in Engeland. Alweer geen vrolijk, spannend boek, maar een wat magisch geladen
verhaal over sterven en afscheid nemen. Bowler laat het de lezer meebeleven
met het meisje Jess, pas vijftien geworden, en een fanatieke zwemster.
Jess heeft een joviale, energieke moeder, een wat teruggetrokken
vader en een bijzondere grootvader, een schilder met wie ze een nauwe band
heeft. Opa krijgt een hartaanval en wil, voor het te laat is, terug naar
zijn geboortedorp, dat hij op zijn vijftiende verliet na een brand waarin
zijn ouders omkwamen. Tegen elk medisch advies in vertrekt het gezin met
de koppige, eigenzinnige, knorrige oude man naar een vakantiehuis bij een
rivier. Daar wil hij verbeten het schilderij Jongen in de rivier
afmaken. Jess helpt hem daarbij. De rivier groeit in het boek uit tot een
betoverend personage met een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Jess raakt
in de ban van de kracht, de diepte, het ruisen van het water en voelt voortdurend
een geheimzinnige, lijfelijke aanwezigheid. Een mysterieuze jongen duikt
geregeld op en laat zich, naarmate de gezondheid van de grootvader slechter
wordt, steeds langer en duidelijker zien. De rivierjongen daagt Jess tenslotte
uit om samen met hem een zwemtocht te ondernemen vanaf de bron tot aan
de zee. Die uitputtende, urenlange krachtmeting valt samen met de laatste
levensdag van opa. De rivier, en de kronkelige loop ervan, wordt symbool
voor leven en dood. "Hier wordt hij geboren en hij legt de hem toegewezen
afstand af, soms snel, soms langzaam; soms recht, soms krom; soms kalm,
soms woest; en hij blijft stromen tot hij zijn einde vindt in de zee...
En ook als hij zijn einde bereikt, is hij al begonnen met zichzelf hier
te vernieuwen. Dat vind ik ook troostend," laat Bowler zijn rivierjongen
zeggen. Sterven doet pijn, verdriet is heel gewoon, maar het maakt allemaal
deel uit van het leven. Alles kan altijd opnieuw beginnen, en dat is hoopgevend.
De jongen in de rivier is geen tranerig meloverhaal,
maar een aangrijpende lofzang op leven en dood en op de kracht van de natuur.
Bowler bouwt zijn roman zorgvuldig en met het nodige understatement
op. De altijd aanwezige rivier, het komen en gaan van de mysterieuze bezoeker
uit het water en de krachtige zwemslagen van Jess en de jongen bepalen
mee het ritme van het verhaal. De haast magisch-realistische symboliek
ervan blijft toegankelijk voor aandachtige lezers. Jammer alleen dat de
Nederlandse vertaling het boek onrecht doet. Het klinkt allemaal nogal
stroef en te letterlijk omgezet. Voor enige stilistische bewerking was
er nauwelijks aandacht ('De lucht was mild', 'Er ging zoiets als een uur
voorbij', 'Zijn frustratie was tot het uiterste beproefd' (?). Averbode
weet interessante buitenlandse auteurs binnen te halen. Die hebben recht
op een behoorlijke vertaling. Riverboy is een aan te bevelen boek,
maar dan misschien liever op een Engelse literatuurlijst voor het middelbaar
onderwijs.
In De bezwering, de eerste roman van
Tjibbe Veldkamp, hangt er ook behoorlijk wat magie in de lucht. Die wordt
opgeroepen door de jonge held, een wat allenige, tobberige jongen die de
voor hem chaotische wereld van alledag wil ordenen door er wel erg bijzondere
wetmatigheden in te leggen. Met ingenieus verzonnen proefjes en formules
wil hij de dingen en hun beloop naar zijn hand zetten. Als een lantaarn
op het pleintje bij zijn huis aan en uit blijft knipperen, ook al wil hij
dat ze uit blijft, wordt hij bang en onrustig: "Opeens werd ik bang, omdat
dat zomaar gebeurde, omdat in de wereld daarbuiten alles zomaar gebeurde,
zonder dat ik het wilde, en zonder dat ik er iets aan kon doen."
In zijn ongebreidelde fantasie, duidelijk mee gecultiveerd
door televisiehelden en personages uit spannende jeugdboeken, ziet hij
de vreemdste verbanden en gevaren. Niets gebeurt bij toeval, alles is geregeld.
Maar dat regelen wil hij liever zelf doen. Desnoods met bezweringsrituelen.
Een vakantie op een eiland en de ontmoeting met het meisje worden bedreigende
ervaringen. Tot het doodgewone meisje hem bevrijdt uit het onontwarbare
net van leugens en verbeelding waarin hij zichzelf gevangen heeft.
Tjibbe Veldkamp maakte van dit simpele gegeven over kinderlijke
fantasieën een boeiende en soms beklemmende thriller waarin zelfs
de volwassen lezer behoorlijk verstrikt raakt. Dit is alweer een boek over
de eenzaamheid waarmee kinderen, ondanks goedbedoelende volwassenen om
hen heen, te maken hebben. Net zoals in Van Doorselaers De wraak van
de marmerkweker en in Mansoor van Bart Moeyaert wordt in De
bezwering een kinderwereld gecreëerd met eigen wetmatigheden,
machtsverhoudingen, intriges en geheimen. Ook hier wordt gevoeld, geroken,
geproefd en gesmaakt. Ook hier bieden magische rituelen een tijdelijke
oplossing.
Veldkamps vertelstijl is economisch en klinkt authentiek.
In de dialogen en het relaas van de feiten imiteert hij meesterlijk het
bondige, wat gehakte idioom van een jonge verteller. Maar het boek mist
soms duidelijkheid. Voor jonge lezers kan het daardoor allemaal wat warrig
overkomen en dat dreigt dan de betovering te verstoren.
Annemie Leysen
Tim Bowler, De jongen in de rivier,
Averbode.
Tjibbe Veldkamp, De bezwering, Querido.
Copyright ©
28 augustus 1998.