Casablanca

BezoekjarenVoor haar nieuwste boek, Bezoekjaren, liet Joke van Leeuwen zich inspireren door de verhalen die Malika Blain haar vertelde. Malika Blain is Marokkaanse van afkomst en woont in Nederland. In de roman evoceert Van Leeuwen in vijfentwintig hoofdstukken het leven in Casablanca in de jaren zeventig.
Aan het woord is Zima. Ze doet het relaas van wat haar familie, en vooral haar oudste broer Amrar overkwam. Het hele verhaal bestrijkt een periode van een jaar of tien. In het eerste hoofdstuk is Zima een klein meisje dat voor het eerst naar de koranschool gaat en aan het slot is ze opgegroeid tot een geëmancipeerde adolescente. De taal die Joke van Leeuwen haar in de mond legt evolueert met haar leeftijd, van kinderlijk drammerig tot volwassen registrerend. Dar is meteen al een eerste meesterlijke strategie die Bezoekjaren zo bijzonder maakt en die de geloofwaardigheid ervan vergroot.
Zima woont met haar wat stille en ziekelijke vader, haar warme moeder ("Ze was niet groot, maar ze had veel in de breedte, een zacht kussen van borsten en veel schoot") en haar broers en zussen in een arme buurt van Casablanca. Het huis heeft geen ramen, geen water of electriciteit en een dak van golfplaat. Middelpunt is een grote, hemelsblauwe kast "waar de hele wereld in kon". Zima's vader sukkelt van de ene baan in de andere om zijn grote gezin van het hoogstnodige te voorzien. Ondanks dat geploeter hebben de kinderen het goed: er is de zon buiten en de warmte binnen, en er wordt vaak en uitvoerig gefeest: "En als we er allemaal waren, was er nog plaats over voor mensen die even binnen wilden komen, omdat ze opeens hadden bedacht dat ze dat wilden. Ons huis leek wel van elastiek. En even kon lang duren."
Het dagelijkse leven kabbelt gezellig voort rondom het huis, het badhuis en de straten in de buurt. Joke van Leeuwen beschrijft het allemaal met treffende, onvergetelijke details. Tussen de verhalen door kom je wat te weten over de islam - waarmee Zima's gezin het niet zo nauw neemt -, over Marokkanen die naar Europa vertrekken en flatgebouwen neerzetten, over de theerituelen, over de bezetting van de Sahara enzovoort. Voor je er erg in hebt zit je midden in een politiek verhaal. Amrar, de oudste zoon, wordt opgepakt, allicht vanwege zijn communistische sympathieën en activiteiten. Voor Zima heeft het allemaal te maken met papieren in de hemelsblauwe kast, waarvan niemand mocht weten ("Voorin stond een foto van iemand die zoveel baard had dat ik zijn gezicht er zelf onder moest bedenken.") De arrestatie verandert het leven van het hele gezin. Er volgen maanden van onzekerheid en zoeken, van vergeefse brieven, tegen betaling door publieke schrijvers geschreven, naar de koning en naar de ministers. Al even vergeefs en duur zijn de consulten bij waarzeggers met vreemde praktijken. "En toen opeens, twee seizoenen later, kregen we een brief van Amar. De brief was roze en kwam uit de gevangenis van Ain Borja."
Er volgen lange processen en een verdict: twaalf jaar. De eindeloze reeks bezoeken aan de gevangenis, met het obligate pannetje voedsel, de wissel van schone en vuile kleren, de optochten en stakingen, de vele brieven, de solidariteit met de gezinnen van de medegevangenen, de acties die Zima's moeder onderneemt, de arrestatie van een tweede broer worden in het boek tussen het relaas over het leven van alledag geschoven.
Het verhaal van BobbelBezoekjaren wordt op die manier geen pamflettaire politieke roman. Joke van Leeuwen laat de lezer alles meebeleven met Zima, die de feiten nuchter meemaakt en beschrijft en intussen doorgaat met haar eigen meisjesleven. De soms naïeve argeloosheid waarmee ze het verhaal doet, laat enkel vermoeden welke politieke machinaties achter de gebeurtenissen schuilgaan. De grote slogans worden uit het boek geweerd. Mondjesmaat verneem je - tussen de regels - wat je weten wil.
Net als in Iep!, of in De wereld is krom maar mijn tanden staan recht, in Deesje of in Het verhaal van Bobbel geeft Joke van Leeuwen kritiek op de samenleving hier impliciet mee, in een vaak vrolijke verpakking van milde humor, al is de aanklacht in Bezoekjaren dan heel wat schrijnender dan die in haar eerdere boeken.
Bezoekjaren is een indrukwekkend boek. Het geeft een jonge lezer op subtiele wijze een helder inzicht in wat onrecht aanricht en in de vaak genadeloze politieke machine. Het schildert een prachtig en authentiek portret van een andere samenleving dan de onze. Het voert - alweer - een heldin op die 'rechte tanden' heeft, ook al is de hele wereld krom. Bezoekjaren ontroert, vertedert, amuseert en informeert tegelijk, en dat alles in een perfecte dosering. En dat is de kunst. Terug

Joke van Leeuwen, Bezoekjaren, Querido, Amsterdam, 160p., 550fr. 

Annemie Leysen
Copyright © De Morgen                     15 mei 1998