Noodlottigheden, wat heb je daaraan?
De
Schaduw van Lupien van Anne Fine en Van uien schillen moet je huilen
van Wendy Orr hebben met elkaar gemeen dat het meisjesboeken zijn en dat
ze over noodlottigheden gaan die hun schaduw ver vooruitwerpen in het jonge
leven. Voor de rest zijn het elkaars tegengestelden. Lupien is een
bijzonder, nogal donker en intrigerend verhaal dat toch enige psychologische
afwikkeling mist. Van uien schillen moet je huilen is in wezen een
conventioneel verhaal, dat iets extra's krijgt door de uitwerking ervan.
En doordat het diepgravender is dan op het eerste gezicht lijkt. Het eerste
boek suggereert dus iets heel erg boeiends, je zelfs beklijvends, maar
dooft na enig slepen uit. Het liet me licht ge¨rriteerd achter. Mijns
ondanks was ik erin getuind. Het tweede boek dient zich nou net zonder
pretenties aan en heeft je in de ban eer je het beseft. Tot op de helft
was ik alleen al gecharmeerd van hoe de auteur vertelt: spits, knap en
alert. Verstand (en dus humor) en gevoel (zelden meligheid) evenwichtig
gedoseerd. Niet wat ze vertelt, maar hoe ze vertelt? Nee, zo oppervlakkig
is het niet. Ze gaat diep, Wendy Orr, ook al hanteert ze vaak de ironiserende
toffemeidentoon. Die heeft ze raak getroffen, en dat op zich is ak een
prestatie. Het is eigenlijk het verhaal van haar eigen, haast fatale auto-ongeluk
dat haar als 42-jarige vrouw overkwam, en waarvan ze het moeizame herstel-
en verwerkingsproces projecteert in de 17-jarige Anna. Na het winnen van
de karate-trofee rijdt haar vriend haar met de auto naar huis. Onderweg
krijgen ze een aanrijding die karate-fanate Anna aan barrels op de spoedafdeling
doet belanden. Daar begint een lijdensweg van pijn en frustratie en het
steeds weer bange afwachten na elke röntgen, elke scan, elke specialist.
Wat op de tv een heel erg melig weekend-melodrama op kan leveren, is hier
omgewerkt tot een op z'n minst markant boek dat alle stadia van je groot
houden, ontkenning, wanhoop, depressie, woede, verdriet en aanvaarding
beschrijft. Zelfs de grootmoedige geste aan het eind van het boek weet
Wendy Orr geloofwaardig te maken. Ze houdt ook precies goed de dosering
aan van het aanvankelijke sarcasme dat nodig is voor het overleven, en
van de lichtere ironie in de betere momenten. De voorspelbaarheid dat je
pas in je ellende echt je ware vrienden leert kennen, en dat verliefdheid
het beste en fijnste antwoord is op stress, nam ik daarbij graag voor lief.
Wat heb je anders aan zoveel noodlottigheid?
Zelden is een boek ook met zoveel empathie vertaald. Je merkt
dat vertaalster Bea de Koster, zelf jeugdauteur tenslotte, veel genoegen
aan haar taak heeft beleefd. Mijn gevoel is dat ze zich niet alleen plichtsbewust
van haar opdracht gekweten heeft, een slordigheidje niet te na gesproken,
maar dat ze het ook nog hier en daar een ietsje extra jeu heeft meegegeven.
Wat heeft me dan teleurgesteld in De schaduw
van Lupien? Lupien is een raar kind, met steeds ongekamd piekend haar,
onmogelijk, armoedige kleren waar steevast de zoom uithangt, of wat aan
mankeert. 'Een vogelverschrikker?', vraagt Natalie zich terecht af bij
de eerste ontmoeting. Maar Lupien is geen sukkeltje waar je meelij mee
krijgt. Ze blijkt een geharde pestkop te zijn, die bij alle anderen van
de klas vage vrees en afschuw wekt. Ze is rebels, maar op onsympathieke
wijze, veeleer een wilde, onaaibare kat dan een haantje-de-voorste. Haar
soort rebellie overschrijdt grenzen waar 12-, 13-jarigen voor terugdeinzen,
en dat ze een enverbeterlijke leugenaarster is met een soms angstaanjegende
fantasie neemt ook niemand voor haar in. Die fantasie hééft
ook gevaarlijke kantjes. ze bedenkt eigen spelletjes met onheilspellende
namen als Snoepies Snaaien, Wilde nachten, Chaos, Alle Grijze Mensjes.
Op de duur gaat ze zelfs oude en weerloze mensen schofferen, en dreigt
Natalie samen met Lupien te ontsporen. Hoe het met Lupien zover is kunnen
komen, wordt gauw duidelijk. Haar vader, een hatelijke bullebak, blijkt
over een stel losse handen en over de akeligste verbaliteit te beschikken
als het op dreigen aankomt. 'Ik zal je kop kaal krassen' is er een van.
Als dat een paar jaar kan duren, wordt zo'n kind vanzelf verknipt. Dat
het uit medelijden is dat die aardige, welopgevoede Natalie in de schaduw
van Lupien blijft, is één verklaring. Dat er ook schuldgevoel
bij zit omdat ze niets (meer) aan de zelfdestructiedrang van dat mishandelde
kind kan doen, is een tweede. Maar dat "niemand echt een hand uitstak naar
Lupien" laat de lezer samen met Natalie wat mismoedig achter. Noodlottigheden,
wat doe je eraan?
Aimée de Jaeger
Anne Fine, (vertaald door Huberte Vriesendorp), De
schaduw van Lupien, Fontein, 152p., 13 jaar en ouder.
Wendy Orr, (vertaald door Bea de Koster), Van uien
schillen moet je huilen, Houtekiet/Fontein, 176p., 14 jaar en ouder(s).
Copyright ©
31 juli 1998