De geboorte van een breekbaar boek
Twee
weken geleden, op de werelddag van het boek, kwam de nieuwste creatie van
duizendpoot Gregie De Maeyer op de wereld tijdens het wereldcongres voor
fertiliteitsonderzoek in Genk. Geen kunstmatige inseminatie, hoewel de
auteur het deze keer bepaald ver ging zoeken. Manneke van glas werd
een kind van drie vaders. De eerste zaadjes kwamen aanwaaien tijdens een
wandeling die Gregie De Maeyer maakte in het najaar van 1996. Hij had zich
afgezonderd in Venetië om er te kunnen doorwerken en ontdekte op het
glasblazerseiland Murano het atelier van Adriano Berengo, een kunstenaar
die eeuwenoud vakmanschap vertaalt in hedendaagse artistieke creaties.
Hij was zo onder de indruk van dit ijle glas dat hij Koen Vanmechelen overtuigde
om te leren glasblazen. Een jaar later vertrokken de twee samen met fotograaf
Peter Labarque naar Murano om er, in een atelier waar ooit Picasso werkte,
aan een groots project te beginnen. Gregie wou schrijven over transparantie
en kwetsbaarheid, over geboren worden en opgroeien, en daar had hij een
glazen mannetje voor nodig. Samen met de Venetiaanse glasblazers werden
in tien dagen twintig mannekes geblazen, die elk 40 centimeter hoog
zijn en 10 kilogram wegen. Elf beeldjes van zuiver glas zijn overgebleven.
In februari van dit jaar kwam het manneke van glas tot leven toen de drie
kunstenaars, elk gewapend met een camera obscura, de beeldjes fotografeerden
op het strand van Wenduine. Peter Labarque had deze techniek bedacht om
de glazen boreling op papier tweedimensionaal te maken. Het zijn vreemd
aandoende zwartwitfoto's geworden, die je echter blijven vasthouden.
De breekbaarheid van glas is de breekbaarheid van een pasgeboren kind,
dat niet altijd gewenst is. Victor is een glasblazer die heel graag een
kind wil maken in de buik van zijn geliefde Veronica. Zij houdt van hem
maar kruist haar armen en haar benen en zegt: "Een kind? Geen sprake van!"
Van de scherven die uit hun ruzie overblijven blaast hij dan toch, zonder
Veronica, een kind: zijn Manneke van glas. Op het strand gooit Veronica
wanhopig lege flessen in zee waarin zij al haar vragen heeft gefluisterd.
Zij voelt tussen de flessen de hitte van het snel weggestopte glazen kind
en gooit het achter de andere flessen aan. Van dit ogenblik af verschuift
de gezichtshoek van de inleving naar het kleine broze wezentje. Vies van
slib en zeewier en lichtjes gebarsten spoelt Manneke aan op het strand
van het eiland aan de overkant. Hij wordt gevonden door het jongetje Basta,
die hem koestert en die zijn nieuwe glazen vriend tracht te beschermen
tegen de toorn van zijn leraar Fiasco. Het is niet toevallig dat de schoolmeester,
die het kind wil straffen omdat hij spijbelt, zich keert tegen wat hem
het liefst is. Intimidatie en psychische terreur van de oude school. Zijn
moeder Lamama beschermt hem eerst maar levert hem ten slotte uit aan de
woede van de man. Het al zo beschadigde Manneke wordt Basta uit handen
getrokken en valt stuk. Amica, het vriendinnetje van Basta, ontfermt zich
over Manneke, maar de jongen wordt jaloers en het glazen kind komt weer
in zee terecht. Aan de overkant waar hij eerst vertrokken was, wordt Manneke
uit scherven en bloed misschien wel een tweede keer geboren.
Met dit filosofische boek bevestigt Gregie De Maeyer de trend die hij
sinds enkele jaren heeft gezet. Hij is zijn verhaalstijl en zijn grafisch
werk steeds meer gaan uitdiepen en komt via kruisbestuiving met andere
kunstdisciplines tot nieuwe prentenboekenkunst. Het verhaal in Manneke
van glas wordt sober verteld. De emotie zit precies in het aan elkaar
rijgen van eenvoudige zinnen, een teder relaas. Het is een verhaal met
verschillende lagen. Voor kleine kinderen, aan wie het wordt voorgelezen,
is het een sprookje waarin zij kunnen meeleven met de kleine hoofdfiguur.
Het gaat ook over avontuur, relaties en de breekbaarheid van kinderdromen.
Voor volwassenen vertelt het boek over de lange, tedere maar ook wanhopige
weg op zoek naar vruchtbaarheid, naar leven in al zijn kwetsbaarheid. De
foto's van Peter Labarque geven zeer goed het desolate van dit prille leven
weer, in de soms heldere, soms wazige beelden van het glazen wezentje op
een verlaten strand. Manneke van glas is een mooi boek over de broosheid
van ons bestaan.
Leen Van Durme studeerde vorig jaar af aan de Academie voor Schone
Kunsten in Gent. Voor haar eindwerk Otto, een kinderprentenboek,
kreeg zij de grootste onderscheiding. Aan de tekst van het boekje werd
nog wat geschaafd en vandaag debuteert zij in de vernieuwde jeugdafdeling
van de Standaard Uitgeverij met Otto wil slapen.
Otto is een lief uitziend konijn dat in zijn bed ligt te draaien. Omdat
hij niet kan slapen begint hij schaapjes te tellen. Op de rug van een schaapje
vertrekt hij naar de maan. Voorbij bomen en vogels , voorbij vliegtuigen
en wolken. Vanaf de maan kun je alles zien. Maar de maan is ook saai, leert
Otto want de maan wil maar niet wakker worden. Hij probeert te vliegen
en valt het hele eind weer terug naar beneden, grijpt zich vast aan de
poten van een gans en komt terecht op de kerktoren. Ook vanaf een toren
kun je alles zien... Behalve het bruine konijn en hier en daar een rood
accent zijn de prenten van Leen Van Durme opgebouwd uit alle mogelijke
schakeringen van blauw. Blauwe vierkanten met een brede witte rand eromheen
en details als een snorhaar, een snavel of een eindje sjaal die hier en
daar uit de kantlijn ontsnappen. Ook de tekst op de tegenoverliggende bladzijde
wordt af en toe ondersteund door een reeks hoedjes, een minuscuul huis
of een wolk. Otto wil slapen is een sterk debuut van een illustratrice
die nog van zich zal laten horen.
Hap
voor hap is een voorlees- en telboekje voor peuters van Ludo Enkels
en Machteld Bernaert. Ook voor deze illustratrice, die meestal voor kindertijdschriften
werkt, is het de eerste keer dat haar prenten in boekvorm verschijnen.
Zij knipt, scheurt en plakt stukjes gekleurd papier op elkaar en komt zo
tot heel eenvoudige prentjes. Deze rudimentaire stijl is ideaal voor heel
jonge kinderen. Het verhaal is geïnspireerd door het zomerse wolkjes-kijken.
Eva eet een boterham. Bij elke hap verandert de vorm en fantaseert zij
een tunnel, een beer, een huisje, een boot, enzovoort. Telkens belandt
een stukje brood bovenaan de pagina, waardoor de hapjes geteld kunnen worden.
Een boekje dat zijn plaats verdient in de buurt van de ontbijttafel.
Klein
konijn is ziek van José Stroo en Marijke Ten Cate gaat over
een konijntje dat pas verhuisd is en wakker wordt in zijn vreemde, nieuwe
woning. Hij voelt zich lang niet zo gelukkig als de dag voordien, toen
hij alles op zijn plaats had gezet en eens goed had rondgekeken. Hij weet
niet of hij het warm of koud heeft en trekt dan maar een dikke trui aan
om zijn vriend uil op te zoeken. Die meldt hem wat voor de lezer allang
duidelijk was: klein konijn heeft de mazelen. Als hij van zijn gestippelde
spiegelbeeld is geschrokken, kruipt het konijntje dan maar weer in bed
om zijn mazelen te tellen. Vriend uil komt hem verzorgen en valt in een
diepe slaap naast het bed van klein konijn. Al spoedig blijkt dat hij beter
mee in bed kan komen liggen, want ook uil zit vol rode vlekjes. De kleuren
van dit boek zijn vaal en somber, alsof zij het ziek zijn van konijn mee
moeten uitdrukken.Je voelt mee met het konijntje voor wie alles te groot,
te donker en te vermoeiend is, en je hoopt dan ook maar dat zijn prachtige
rode vlekken, het enige vrolijke accent in de prenten, snel weer weg zullen
zijn.
Toch is Klein konijn is ziek alles samen geen somber boek. Het
kan wonderen doen voor kleine zieke mensen, die zich lekker hebben weggeknuffeld
in de arm van mama of papa.
Gregie De Maeyer, Peter Labarque en Koen Vanmechelen,
Manneke van glas, Averbode.
Leen Van Durme, Otto wil slapen, Standaard
Uitgeverij.
Ludo Enkels, Machteld Bernaert, Hap voor hap,
Clavis.
José Stroo, Marijke Ten Cate, Klein konijn
is ziek, Clavis.
Kathy Lindekens
Copyright ©
7 mei 1998